A: Wat is je probleem?
E: [fel] Ik wil niet overal wat van vinden!
A: Wat is er mis met ergens wat van vinden?
E: [bozig] Nou, ik kom er vaak door in discussies terecht
M: Oh, dus je spreekt ook uit wat jij vindt?
E: [lacht] Ja, zeker bij mijn gezinsleden
A: [kijkt vies] Dat lijken me nare mensen…die gezinsleden van jou!
E: [lacht hard] Nou, ze zijn behoorlijk narcistisch!
M: En wat levert al dat vinden van jou je op eigenlijk?
E: [verward] uhh, wat bedoel je?
M: Nou, dat lijkt me vrij duidelijk. Jij spreekt dus uit wat je vindt, dat doe je niet voor niets toch? Je kunt ook je mond houden…een soort muilkorf aantrekken. Dus wat lever je dat uitspreken jou op?
E: Een muilkorf…nee getsie. Het levert me op dat ik mijn ergernis heb uitgesproken en kwijt ben!
A: Mooi! En wat krijg je dan terug?
E: Ja,ruzie!
M: Lijkt me weer duidelijk. Het is dus een keuze tussen ergernis OF ruzie! Wat heb je liever?
E: [Verbaasd] Dat weet ik eigenlijk niet…
A: [kijkt naar Martijn] Wat is het verschil tussen die twee?
E: Dat weet ik wel! Bij ruzie is er boosheid naar elkaar en met ergernis heb ik alleen mezelf.
M: Nou dat lijkt me duidelijk toch? Je kunt het beste je mond houden, want dan heb je maar één iemand die er last van heeft. Alleen jij. Simpel.
E: [geagiteerd] Nee, ho ff! Ik kan ook echt kwaad worden op wat ze zeggen en hoe ze doen!
A: Dat heb ik in de gaten…over hoeveel mensen hebben we het eigenlijk?
E: Vijf!
M: Zo, dat zijn er best wat! En die zijn dus allemaal tegen jou?
A: Je bent toch niet de autorijder die reageert op bericht dat er een spookrijder op de weg rijdt met: “één? Het zijn er wel vijf!!”
E [lacht] Het is eigenlijk best triest!
M: Ben je er verdrietig over?
E: [voor het eerst zacht, kijkt naar de grond] Ja, best wel…
A: Heb je hulp nodig?
E: [kijkt recht in spiegel] Ja, van mezelf!
M: Wat dan?
E: Nou, dat ik, als ik in zo’n discussie dreig te komen, ik tegen mezelf kan zeggen: je bent lief! Want dat ben ik echt, alleen als ik zo fel doe… ik zie het nu ook in de spiegel.
A: Kijk nog eens goed naar de lieve Eliza. Hoe ziet zij eruit?
E: [neemt de tijd, kijkt zichzelf aan, ze verzacht] Ongeveer zo…best wel lief.
M: Lijkt me duidelijk! Jij neemt een tatoeage! Op je pols! Tekst: Lief! Kan je daar naar kijken als je in een discussie dreigt te raken.
E: [klaart helemaal op] oh, dat is best een goed idee!
M: Wanneer laat je die zetten?
E: Hmm, dat weet ik nog niet.
M: Is het niet belangrijk genoeg?
E: jawel, maar…
M: [enthousiast] Wanneer dan?!
E: [blij] Oke, binnen twee maanden!
A: Mooi! Ben je er dan?
E: [opgelucht, vrolijker] Nee, want ik vind er nog steeds wat van natuurlijk…
A: Je mist dus nog een uitlaatklep?
E: [lichter] Ja, eigenlijk wel ja.
M: Kan je beetje goed slaan?
E: [vrolijk geschrokken, hand voor mond] Maar ik ga ze niet slaan!!
M: [geinend] Grappig dat je gelijk denk dat je hen moet slaan, zegt wel wat over de gezinssituatie…
A: Ooit gehoord van een boksbal?
E [lacht] Ooohh, zo.
M: Lekker even rammen.
A: Heb je ooit wel eens gelijnd Eliza?
E: Huh?
A: Denk je dat als je gaat lijnen je gelijk alle kilo’s kwijt bent?
E: Nee, natuurlijk niet!
A: Mooi, ik krijg namelijk het idee dat je op zoek bent naar een quick fix voor je probleem…
E [denkt even na]
M: Wat hebben we nu? Een tatoeage en een boksbal. Best wel cool!
A: Die moeten wel een beetje bij je gaan horen. Je moet er eerst vertrouwd mee raken.
M: Je weet pas over een tijd of het bij je past.
E: Jullie hebben gelijk, ik ga het gewoon proberen. Als het boksen niet werkt kan ik de boksbal altijd nog wegdoen en een tatoeage Lief is gewoon…lief.