Rosalie en de Wappie-familie

We zijn bij een ziekenhuis in het oosten van Nederland. Rosalie komt de coachsalon binnen. Rond de 35, vlot uiterlijk en een vrolijke blik. Ze heeft veel energie en een hoog tempo.

A: Wat is je probleem?
R: [lacht] Dat is lastig om kort te formuleren, ik heb een heel leuke schoonfamilie, ze zijn ehhh….nou…..heel authentiek en…
A: Ze staan dus rechtlijnig tegenover jou.
R: [verbaasd] Ja!
M: [geschrokken] Oh nee…..het zijn toch geen…..wappies?
R: Ja,…en mijn man ook.
A: Dus jij bent degene die afwijkt.
R: [lacht] Ik word de dissonant genoemd.
A: [luid] Wil je koffie dissonant? Koekje erbij dissonant? Jij wilt zeker geen biertje toch dissonant?
R: [Lacht…..] Ja, samen met broer van mijn man, wij zijn de dissonanten.
M: Je moet met de broer van jouw man verder!?
R: {uitbundig] Nee! Echt niet! Daniel is de leukste man!
A: Wat is nu precies het probleem?
R: Ze vertellen mijn kinderen dat ze op school geïndocrineerd worden, dat ze politiek niet moeten vertrouwen…dat gaat best wel ver.
M: [verbaasd bozig] In jouw huis?! Zij indoctrineren dus jouw kinderen!!
R: Ja!
M: En natuurlijk met omgekeerde vlaggen in de straat, zakdoeken aan de auto?
R: [vrolijk] Ja!
A: Wel gezellig, met die vlaggetjes enzo.
R: [lacht] Ja, ik kan er wel met humor naar kijken. Maar ik vind het irritant dat ze mijn kinderen beïnvloeden en onwaarheden vertellen.

We laten een korte stilte vallen. Het tempo daalt.

M: [leunt voorover] Wat doet dat met jou?
R: [zwaar] Ik word er soms letterlijk misselijk van.
M: Waar trek je de grens Rosalie?
R: [breekt, huilt en probeert vrolijk te blijven] Jaja, ik weet het wel, ik moet grenzen trekken!, maar het overkomt me ook gewoon…[huilt] Het is zo bizar allemaal, vaak ook heel subtiel.
M: Subtiel? Het voelt als een bulldozer! Trump is goed, Baudet is goed, de elite is duivels, de politiek niet te vertrouwen! Ze bulldozeren jouw leven in en… voelt alsof je in een sekte terecht bent gekomen! Ik check de sekte-database van de inlichtingdienst wel even voor je.
R: [ huilt, vanaf dit moment loopt ze helemaal leeg ] Ze gaan helemaal in de opvoedende rol. [luid] IK WIL DIT NIET! De hele tijd dat antigeluid, dat niets te vertrouwen is, dat er plannen zijn om naar het buitenland te gaan met hele familie. Ze snappen het niet. Ze zitten zo in hun koker; zij hebben het door en ik niet! Ze zegen dat ik onder een steen leef en dat ze me helpen hiermee.
A: Wanneer ga jij eens aan jezelf denken?
R: Ik denk wel aan mezelf! Ik ben uit familie-app gestapt. En zij zeggen: je hoort bij de familie en dus moet terug in de appgroep, anders hoor je niet bij de familie!
M: [duidelijk] Maar dat is super heftig! Jij wordt buitengesloten en niet geaccepteerd!
R: [fel] Jawel! Ze omarmen me!
M: Ja, met zakdoeken en omgekeerde vlaggen zeker? Wat zegt jouw man hier allemaal van trouwens?
R: [timide] Ik moet gelijk denken dan een moment tijdens Corona. Zijn familie wilde langskomen. Ze trokken zich niets van de beperkingen aan. Ik zei tegen Daniel: ik wil het niet! Toen zei Daniel [slikt, huilt] Als ik moet kiezen tussen jou en mijn familie, dan kies ik voor mijn familie…
A: Wat? En jij noemt dat een goede relatie?
R: [blijft doorzetten] eh, ja, wel, nou, half? [tranen] Ik wil positieve dingen zien, die verdomde kronkel in de familie. Ik hou wel van Daniel…[huilt] Ik heb genoeg eigen ruimte. Dat vind ik ook vervelend…al mijn vriendinnen zeggen dat ik bij hem weg moet….

M: [schuift zijn stoel tegenover Rosalie] Rosalie: ik ben nu Daniel. Wat wil je tegen mij zggen?
R: Ik wil heel graag met je verder, maar zo gaat het niet.
M: Waarom niet?
R: Je loyaliteit ligt zo dicht bij jouw familie, ik heb nodig dat je naast mij staat.
M: Dat doe ik ook!
R: Nee, dat doe je niet. Je hoeft het niet met mij eens te zijn, maar ik wil dat je mij steunt. Dat als ik nee zeg op het moment dat het onze kinderen aangaat dat ik weet dat je naast mij staat!

A: [spreekt Rosalie via de spiegel toe] Wanneer ga je dit tegen Daniel zeggen?
R: [laat haar hoofd zakken] Ik ga met Daniel in gesprek! Ik weet het ook eigenlijk al lang, ik voel nu heel duidelijk dat ik het moet doen…ik vind het doodeng, maar het moet echt anders!

Rosalie tekent een contract, om met Daniel in gesprek te gaan, ze lijkt echt van plan het te gaan doen en durft in te zien waar ze in zit. Wij zijn eerlijk gezegd nogal onder de indruk.

Ellen klaagt bij Ajax

We zijn bij een ziekenhuis in het westen van het land. Ellen, een vrolijke vijftiger, komt de coachsalon binnen.

E: Ik had begrepen dat ik een probleem moest meenemen. Dus ik heb een probleem meegenomen van de organisatie.
M: [duidelijk] Dat mag natuurlijk niet. De organisatie krijgen we niet in deze ruimte. Het moet een probleem van jou zijn!
E: [glimlacht] uh, het is ook wel mijn probleem.
M: Ah, dat scheelt. Dus het is van jou! Goed zo. Eigenaarschap. Daar houden we hier van.
E: Ik heb gewoon moeite met de organisatie. Ik merk dat ik onverschillig word, een beetje ga onderduiken, management vermijdt. Ik vind de inhoud en mijn collega’s hartstikke leuk, maar contacten met het management niet. Ik heb geen idee waar ze mee bezig zijn. En ik erger me aan mijn nieuwe manager.
M: Dus jouw werk is heel leuk, alleen het management niet. Je maakt van iets dat heel klein is iets heel groots. Daar kies je zelf voor!
E: [onzeker] Ja maar ik vind het wel belangrijk…
A:[richting Martijn] Weet je Martijn, die Ellen is gewoon niet trots op haar bedrijf, haar cluppie. Het is niet meer de club waar ze voor wil spelen. Het is niet meer het Ajax van weleer, met goed management en mooie resultaten. Tijd voor een transfer, volgens mij.
E:[verrast] Ja, daar zit ik stiekem wel eens naar te kijken, maar ik ben al twaalf jaar bij de club. Ik wil ze niet in de steek laten.
M: Kijk! Een trouwe supporter. In goede én slechte tijden. Je hebt natuurlijk jouw kast vol met shirts, sjaaltjes en jouw matties kan je ook niet in de steek laten. Naar een andere club verkassen geeft veel te veel gedoe. En op jouw leeftijd, ik zou het niet doen.
E: [lacht] Nee, klopt. Wil ik ook niet. Ik zou wel weer wat lekkerder willen spelen, meer samenwerken en óók met het management. Maar ik voel me echt niet fijn én veilig, ik ga ze echt uit de weg
M: Maar je zegt net dat je lekkerder wilt spelen, meer samenwerken. En dan ga je ze uit de weg?
E: Ze doen hun best en ik heb voor heel veel dingen wel begrip. Het systeem van financiering vanuit verzekeraars, het registreren van alles maakt het er niet altijd fijner op. En die managers hebben daar veel mee te maken, en dan valt ook haar collega-manager nog uit.  Maar met mijn huidige manager heb ik gevoel dat we niet bij elkaar komen.
A: Dat is geen gevoel, maar een feit! Jullie komen LETTERLIJK niet bij elkaar. En wat ga JIJ daar aan doen Ellen?
E: [schrikt] Het nogmaals benoemen?
A: Ja, dat heb je al gedaan. Dus dat werkt niet toch? Je moet iets nieuws verzinnen.
E: Ja maar ik twijfel over het resultaat, de vorige keer luisterde ze ook niet.
A: Je geeft haar gewoon geen kans! Je zit een beetje te klagen hier, lekker veilig maar je doet er niets aan. Je kunt niet eens bij Ajax voetballen. Je bent niet goed genoeg, niet professioneel genoeg. Misschien moet je naar Cambuur, Ajax zit er voor jou echt niet in! Stel dat je niets doet?
E: Dan verandert er niets.
M: Vind je dat oké?
E: Nee, dat is niet oké! Ik heb van alles geprobeerd.
M: De verbinding is verbroken en jij laat het gewoon gebeuren.
E: [realisatie] Ja…ik zou het wel graag anders willen.
A: Wel GVD! Je zit daar als een… Je komt over als een zeurpiet. [met zeurstem] Het gebeurt toch niet. Ik heb het al geprobeerd. [luid] En als je zegt ‘ik stop er energie in’ klopt dat volgens mij niet. En als je er al energie in stopt is het negatieve energie.

E: [gemotiveerd] Jullie hebben gelijk, het voelt niet goed, IK kan daar iets aan veranderen.
M: [tegengas, luid] Nou, dat vraag ik me af. Je zit hier zielig te zijn. Ik denk dat het niets wordt. Je hebt alles al geprobeerd, zei je net.
E: [heel duidelijk] Nee! Ik wil met haar in gesprek!
M: [versnelt tempo] Wanneer?
E: Over twee weken staat er een bila gepland
M: [snel] Hoe?
E: Met een duidelijke agenda
M: [snel] Wat staat er op die agenda?
E: Hoe ik me voel in relatie met haar!

M: Oké. We doen een rollenspel. Arno is jouw manager. Zeg maar tegen hem wat je wilt zeggen. [Arno schuift stoel tegenover Ellen]

E: [verbaasd] Ik merk, eh,  dat ik het heel moeilijk vind om met je in gesprek te gaan, vorige keer had ik een aantal punten, jij hebt gewoon jouw eigen agenda. Daar zijn we niet aan toe gekomen.

M: Wat heb je nu gezegd over jouw gevoel in relatie met haar?
E: [inzicht] Euh, niks eigenlijk!

M: Nog een keer!

E: [echt oprecht] Ik merk dat ik erg geïrriteerd raak in gesprek met je. Ik voel me niet gehoord. Het maakt me gewoon boos, onzeker en zorgt dat ik je uit de weg ga en dat wil ik niet. Ik wil juist met je samenwerken.
A: Oké, en wat zou jij daaraan willen doen?
E: [overtuigd] Duidelijk vertellen hoe ik me voel. Ik denk gewoon eerlijk zijn.
A: Ik dacht al dat er iets was. Fijn dat je eerlijk bent. Dan zal ik het ook zijn. Ik vond het lastig met je in gesprek te zijn, nu je dit zo uitspreekt maakt het een stuk makkelijker voor mij om met je te praten.

M: Hoe was dat?
E: [opgelucht, vrolijk] Heerlijk! Fijn om de irritaties uit te spreken.
M: Dit was geen managementtaal, niet om de hete brij heen, dit ging allemaal over jou.
E: [duidelijk, luide en vrolijke stem] Dit ga ik over twee weken doen! Ik heb er zelfs zin in!

Liesje houdt van SM

Lies komt de coachsalon binnen, we zijn bij een overheidsinstantie. Lies is rond de veertig en kijkt vrolijk de wereld in.

A: [enthousiast] Zo Lies, jij ziet er vrolijk uit. En ook lekker uitgerust volgens mij.
L: Ik ben sinds gisteren weer aan het werk, heb net een heerlijke vakantie gehad na een zware periode.
A: Dus je bent lekker uitgerust! Heerlijke vakantie achter de rug…wat is het probleem?
L: Ik ga vaak over grenzen.
A: Precies, dus je bent in het buitenland geweest!
L: [lacht] Oostenrijk inderdaad…maar ik bedoel mijn eigen grenzen.
A: Dus wat is het probleem?
L: Ik kan slecht grenzen aangeven, dat is een beetje het probleem.
A: Een beetje?
L: Nee, niet een beetje. Het is echt een groot probleem.
A: [vrolijk] Dat is geinig, het is groot. Waarom zeg je dan een beetje?
L: [sip] Omdat ik het lastig vind. Het woordje ‘nee’ is ingewikkeld.
M: Helemaal niet! In het Oostenrijks is het Nein; Frans, Non. Engels, No. Niets ingewikkelds aan!
A: Dus jij lost hier alles voor jouw collega’s op en vindt het fijn dat je overbelast raakt…hou je ook van SM?
L: [lacht] Nou zeg!
A: Het voelt wel zo toch? Je laat over grenzen gaan, voelt je gebonden, en voelt je machteloos. Klinkt als SM! Heb je dan ook zo’n rubberen kap?
L: [lacht hard] Ik voel me inderdaad echt gebonden.
M: Kun je het wel zeggen eigenlijk: ‘Nee!’?
L: Jawel, vandaag nog. Ik werd gevraagd om ergens te helpen, eerst zei ik ja en daarna nee.
M: Hoeveel ruimte heb jij nodig om in balans te blijven, want het duurt niet lang meer voordat je omvalt, toch?
L: [schrikt] Ja, ik moet duidelijk grens aangeven.
A: Dat zou ik niet doen, dan worden je collega’s vast boos.
L: Ik voel me verplicht onze klanten te helpen, ik voel me gedwongen..
A: [guitig] Ha, SM!
L: [geknepen stem] Het is niet goed…
M: Ik vind het wel mooi, je kunt natuurlijk de cliënten en collega’s niet laten zitten. Een beetje ambtenaar gaat over grenzen, dus je past hier goed…je bent echt een Vlijtig Liesje!


Lies lacht hard en wordt tegelijkertijd emotioneel.

A: [vrolijk] Eigenlijk ben je heel gemeen en ga je allemaal mensen met jouw problemen opzadelen, zo meteen val je om, kun je de cliënten niet meer helpen en ook jouw collega’s laat je in de kou staan. Ik zou maar vast die rubberen kap opdoen, weten ze in ieder geval niet wie die verschrikkelijk slechte collega is. De hoeveelste keer wordt dit eigenlijk dat je gaan uitvallen?
L: [kijkt schuldig] Het wordt de tweede keer
M: Mooi, met ervaring! Is het veel fijner…
L: [zacht] Ik voel dat ik richting een burn-out ga.
M: Fijn, dan kun je je voorbereiden en je collega’s ook.
L: Ik heb aangegeven dat ik het niet doe als het niet gaat…
A: Mmmm, klinkt overtuigend. Ja, wat vind je Martijn?
M: Zeker, Lies gaat echt voor zichzelf staan. Ik denk dat haar collega’s staan te trillen.
L: Mijn manager zei tegen me “als je bepaalde zaken niet kan opnemen, dan lijkt het me slim de bedrijfsarts in te schakelen”…dat wil ik niet!
M: Je hebt groot gelijk Lies. Jij, sterke Lies, hebt dat niet nodig. Je bent toch zeker geen watje?
L: [schuldig] oohhhh wat erg dit…Ik denk dat dat het is ja, dat ik niet kwetsbaar wil zijn.
A: En het is ook fijn voor jouw kinderen dat je zo weer in een burn-out komt. Kunnen ze lekker van je genieten thuis!
M: [luid] WANNEER GA JIJ JEZELF SERIEUS NEMEN LIES!
l: [verbaasd, geschrokken] Doe ik al…ik ga al naar een psycholoog…die vind dat ik stappen maak…
A: Ah, mooi, dan komt het allemaal goed.
L: Gisteren ging het direct al niet goed, de eerste dag na vakantie dacht ik direct HELP.
M: Je voelt dus dat je weer richting een burn-out gaat. Hoe lang geb je nog te gaan?
L: Ik vind het gewoon lastig om naar de bedrijfsarts te gaan…
M: Hoe lang nog Lies?
L: Tussen nu en een half jaar…
M: Dat is lekker, je hebt tenminste een deadline, kunnen jouw collega’s zich ook vast voorbereiden.
L: [handen voor gezicht] Dat zijn ze al aan het doen…
M: Kan je mooi volgens planning uitvallen!
L: Jeetje…als je dit zo zegt…dan is het echt niet goed….shit….
M: Ik vind het wel mooi dat je zo blijft glimlachen…
L: [verdrietig] Ik kan nu bijna huilen…[slikt]  Ik vind het heel lastig… [snikt] …Om het naar mijn collega’s uit te spreken, maar ik moet; het gaat niet meer…ik ben aan het overleven…ik ga met mijn collega’s in gesprek…en naar de bedrijfsarts. [huilt]

We laten haar even. Ze tekent het contract.

L: Pff mannen, heftig, ik zie er tegen op. Maar ben ergens ook heel erg opgelucht!

Sanne….BITCH. K*WIJF.

We zijn bij een grote verzekeraar, Sanne komt binnen, een degelijke dame van midden dertig jaar, ze is zakelijk gekleed.

A: Hoe zit je?
S: [strak] Gespannen
A: Mooi! Wat vind je spannend?
S: Ik heb het gevoel dat ik nu eens naar mijzelf moet kijken…
A: [vrolijk] Dat doe je nu….wat zie je dan?
S: Ik wordt er niet blij van
A: Wat maakt dat je niet blij wordt?
S: Nou…eh…..dat ik…eh….naar veel dingen niet zo goed durf te kijken.
A: Maar nu doe je dat wel….wat zie je nog meer?
S: [kijkt nadrukkelijk in de spiegel]….Dat mijn ogen niet staan zoals ze normaal staan….en dat ik een dikke kop heb.
M: [speelt opgelucht] Nou, het is dat jij het zegt Sanne….en gelukkig is het een dubbele spiegel….maar ik vind ook dat jij een enorm dikke kop hebt. Toch Arno?
A: Blij dat ze het zelf aansnijd….we zien veel mensen….maar dit?
S: [lacht] Ja…echt he?
A: [serieus] En wat zeggen jouw ogen?
S: Dat het een beetje stil is [begint te huilen]……
A: Een beetje stil is wel lekker toch?
S: [emotioneel] Nee….Gatver….ik had helemaal geen zin om te gaan janken….[tussen tranen door, hikkend, sniffend] Er zijn heel veel dingen…….heel, heel, heel veel dingen mis gegaan….en ik doe zo mijn best om het……niet te laten zien….op mijn werk….
A: Wat maakt het nu stil?
S: Ik weet het niet…
A: Ben je eenzaam?
S: [knijpstem] Ja…
A: Hoe is het om dat uit te spreken?
S: Best wel kut!
A: [vrolijk] Wat is het probleem eigenlijk…lijkt me heerlijk. Beetje stil…lekker alleen…is er een droom uit elkaar gespat…een relatie?
S: [kijkt verrast op] Ja…..daar begon het mee….
A: En waarmee is het geeindigd?
S: [heel verdrietig] Ik ben bijna al mijn vrienden kwijt
M: [opgewekt] Dat vind ik wel mooi, iemand met zo’n dikke kop, al haar vrienden kwijt…..dan moet je wel een ver-schrik-kelijk mens zijn! Heb je dat eigenlijk al gezegd tegen ze….dat je een verschrikkelijk wijf bent.
S: Nee.
M: [hoog tempo] Dat moet je nog doen.
S: Ja.
M: Al een plan voor?
S: Een beetje.
M: Wie als eerste?
S: Mijn broer.
M: Hoe heet hij?
S: Allard.
M: Ok, je gaat eerst naar Allard….wat ga je zeggen?
S: [breekt weer] dat het me ontzettend spijt…
M: Wat..
S: Dat ik zo over zijn grenzen ben gegaan…
M: Hoe dan?
S: Ik heb niet gerespecteerd wie hij is.
M: Hem pijn gedaan?
S: Ja.
M: [nog steeds hoog tempo] Heeft hij dat ook gezegd?
S: Ja.
A: Zijn jullie het daar over eens. Mooi.
M: Wat zal Allard zeggen.
S: [verdrietig] Dat het heel kut is……[duidelijker] en ook dat ik er was voor hem toen hij het moeilijk had…..en dat hij er nu ook voor mij zal zijn!
A: Hoe vind je dat?
S: Fijn…maar ik verdien het niet.
A: Nee dat klopt, jij hebt het ZEKER.NIET. VERDIEND! Wat een VERSCHRIKKELIJK.K*WIJF.BITCH ben jij…….toch?
S: [glimlach]Ja….dit was wel kut.
M: En je moet de rest van je leven boeten!
S: [lacht opgelucht]….dat ook weer niet.
A: Ok. Dit was Allard. Met hem ga je in gesprek! Wie is de volgende!
S: Tja….[stil]……
M:[opgewekt] Ik snap niet dat je zolang moet nadenken….je bent iedereen kwijt…dus keuze zat!
A: [hand op schouder] Wie mis je het meest?
S: [direct] Mijn vader!
A: Heb je hem ook pijn gedaan?
S: Nee, dat valt wel mee…..hij reageert er eigenlijk niet echt op.
M: Moet het met je vader ergens over gaan?
S: Nee…niet echt eigenlijk
M: Een typische man dus
S: [lacht opgelucht] Precies.
A: Wat maakt dat je het niet doet?
S: Ik denk dat hij het lastig vind…
A: Dat is een aanname…ga met hem wandelen en het nergens over hebben…de meeste mannen vinden dat wel fijn….
S: Ja. Dat deden we altijd….naar het bos…wandelen…
A: Mooi! Doen?
S: [vrolijk] Ja!
M: We krijgen best een plannetje toch? Hoe is dat?
S: [kijkt vrolijk] Fijn. Ik voel enorme opluchting.
A: We gaan nog één moeilijke pakken. Welke van jouw vrienden ……
S: [zakt weer helemaal terug] tja….
M: Je neemt wel alle schuld op je. Wat voor verschrikkelijks heb je gedaan? Heb je iemand vermoord?
S: [glimlach] Nee…
M: Heb je het gedaan met de man van jouw zus?
S: [grote lach] Nee! Ook niet.
M: Wat voor verschrikkelijks heb je dan gedaan? Brand gesticht? Doorgereden na een ongeluk? Zeg het!
S: Nee….allemaal niet…nou ja…ik heb mijn relatie enorm verkloot!
A: [handen op wangen] oooh….echt….wat….errug!! Hoor je dat Martijn! Pas op, ze is gevaarlijk. Ze heeft haar relatie verkloot!
M: En daarom zijn al jouw vrienden weg! Keurig.
S: Ze vinden dat ik de baas speelde…
M: Terecht! Jouw ex had wel een beetje duidelijkheid nodig toch?
S: Nee…absoluut niet
M: Maar hier zit wel een BAZIG.KUTWIJF toch?
S: [opstandig] Nee! Het is ook echt niet allemaal slecht geweest!
A: Huh? Zeg dat nog eens?
S: Nee…echt niet….ik kan wel scherp zijn….maar het was ook echt wel goed!
M: Wij werken ook in TBS kliniek, ik dacht eerst dat jij daar thuis hoorde….maar nu ik dit hoor….jij bent een watje.
S: [lacht, bevrijdend] Ach man….pfff….ik heb echt wel mensen pijn gedaan….maar zo erg was het ook niet!
A: Ok, we doen er nog ééntje. Een moeilijke. Wie wordt de laatste!
S: [valt weer beetje stil] Nou…eh…Evelien.
A: Mooi, wat wil je met haar doen?
S: Gewoon….weer in contact.
M: Tja…..gewoon…weer in contact…..dat lijkt me NIET te doen. Kansloos. Ik ken Evelien een beetje….die zit niet op jou te wachten.
A: Als je contact hebt…waarover wil je het hebben?
S: We gingen altijd samen naar concerten….[slikt geëmotioneerd} dat zou ik heel graag weer willen
A: Dat is top! Tijdens een concert kun je niet eens met elkaar praten. Dus dat lost zichzelf weer op!
S: Nee….
M: Waarom kan het niet?
S: Omdat het ongemakkelijk is.
M: Tja….de huidige situatie is gelukkig een stuk makkelijker….
A: Vind ik ook….tja….
S: [berust, glimlach] Ach…je hebt ook gelijk! Ik maak het groter dan het is. Ik ga haar bellen, zeggen dat ik het ingewikkeld vind, maar wel heel graag in contact wil, en weer samen naar een concert…
M: Ik zou dan een Metal Band doen…kun je lekker pogo-en….lekker al die agressie eruit…tegen haar aan beuken!

Sanne lacht bevrijdend.

A: Kijk nog één keer in de spiegel, hoe staan je ogen?
S: [licht] Veel beter….echt beter.

De laatste wedstrijd van een topsporter 

Pascal komt de kapsalon binnen. Een veertiger, bijdehand en goedlachs, maar hij worstelt toch met iets.

A: [enthousiast]Je bent de laatste vandaag Pascal, een goed moment, dan zijn we op ons scherpst, dus kom maar op met je probleem…
P: Nou, probleem, ik noem het meer een uitdaging.
A: Dat mag, wij noemen het gewoon een probleem!
P: De uitdaging is ‘hoe blijf ik in balans?’, dat is voor mij altijd zoeken.
A: Altijd zoeken…dat lijkt me een heel gedoe, altijd! Kun jij wel zoeken? Misschien moeten we samen zoeken? Ben je wel eens uit balans geweest?
P: Zeker, ik ben wel een paar keer langs een burn-out gescheerd.
A: [opgwekt] Een paar keer, dat vind ik mooi aan jou. Dat je daar dan niet van leert. 
P: [verdedigend] Jawel, maar het blijft lastig.
A: Tuurlijk! Wat is lastig?
P: Het is continu een gevecht tussen mentaal en fysiek.
A: Wat ik mooi aan jou vind, is dat je zo lekker concreet en duidelijk bent: “langs een burn-out gescheerd”, ”de uitdaging” , “een continue gevecht tussen mentaal en fysiek”, help me even, wat bedoel je dan?
P: [bozig] Nou dat ik meer wil, maar mijn lichaam het niet aan kan.
M: Ah, ik snap het! Je wilt topsporter zijn, maar je bent het niet.
P: Ja, ik voel me wel een topsporter eigenlijk!
A: Hoe oud ben je?
P: Ik ben vijfenveertig.
A: [vrolijk] Ah, de aftakeling is begonnen! En volgens mij is jouw leven gewoon te vol! Jij wilt alles en maakt geen keuzes toch?
P: Ja, ik heb het gevoel alsof ik altijd aan het rennen ben.
A: Toch weer die topsporter in jou. Kun je een beetje rennen trouwens?
P: Ja, best wel. Ik kan mezelf heel goed uitputten.
M: Moet ook wel natuurlijk, want je bent een echte topsporter. 
A: Weet je partner eigenlijk hoe het met je gaat?
P: [na lange stilte] uhhh, nee, eerlijk gezegd niet echt denk ik…
M:  Dat hoort bij een topsporter, die laat niets zien van zichzelf. Dat is een teken van zwakte, goed bezig dus!
P: Ik zoek oplossingen inderdaad bij mijzelf, ik sta niet echt open voor hulp van buitenaf.
A: Lijkt me ook beter, het zelf oplossen. Dat lukt al vijfenveertig jaar prima. Niets aan veranderen. Een maximizer, dat ben je!
P: Wat?
A: Je wilt alles maximaal.
M: [enthousiast] Zei ik toch: topsporter! De hele dag aan het rennen. Rennen tot het misgaat.
P: [verbaasd] Misgaat?
M: Ja, dat hoort ook bij topsport natuurlijk. Op een gegeven moment is het lichaam op,  PATS [klapt in handen].  Bij topsporters is het lichaam veel eerder op dan bij normale mensen. Ze hebben dan nog wel een hele lange weg te gaan voordat ze doodgaan met een versleten lichaam. Maar in ieder geval hebben ze qua sport alles er uit gehaald.

Pascal valt stil, kijkt roerloos naar de spiegel.

A: Topsporters worden dan nog wel op handen gedragen natuurlijk…nou ja, de sporters die zichtbaar zijn geweest op tv. In jouw geval is dat niet zo helaas, dus zullen weinig mensen het weten. Martijn en ik waarderen het zeker, dat topsporten van jou, maar verder hebben waarschijnlijk maar weinig mensen er oog voor.
M: Ja, dus dan heb je dat kapotte lichaam en niemand waardeert het…eigenlijk wel zonde als je er zo over nadenkt…
P: Ja, als je het zo bekijkt…maar wat moet ik dan?
A: [kijkt naar Martijn] Tja, is er wel iets aan te doen?
M: Lastig…
P: Ik moet vertragen, maar ik denk dat ik dat niet alleen kan.
A: Hmmm, hulp vragen is natuurlijk lastig…en voor een topper zoals jij ook wel een beetje sneu, ik zou het niet doen.
P: [weifelend] Nou ja, ik zou dat wel thuis kunnen vragen en misschien ook wel op werk.
M: Maar dat doe je natuurlijk niet, want je bent een topsporter.
A: Weet je, het hoeft ook niet natuurlijk, want je rent zo hard dat als je valt het waarschijnlijk gelijk over is. Heb je er zelf geen last meer van. Een hartaanval denk ik…
M: Je partner vindt daarna wel iemand anders  en de kinderen…kinderen zijn heel veerkrachtig heb ik wel eens gelezen. En op je werk…daar weten ze over een jaar niet eens meer dat je er was, iemand anders kan jouw werk zo overnemen en misschien nog wel beter doen dan jij…
P: [geschrokken, verbaasd]] Ja maar…..eh……ik, eh ik …
A: Precies, het gaat om jouw IK!
M: En dat is mooi dat die ik van jou er nu nog is! Ik denk ook een hartaanval Arno….Geniet er nou maar van. Het is zo voorbij!
P: [temperamentvol] Nee, ik ga er wat aan doen, ik wil dit niet, ik ga thuis praten, zo kan het niet langer….

Elvira aast op de erfenis

Een charmante vrouw komt de coachsalon binnen. Elvira draagt een lange rok met mooie blouse. Een kleurrijke en stralende vrouw.

A: Als ik zo naar je kijk, kun jij bijna geen probleem hebben…
E: [luide lach] Niet op het werk nee…
A: Dus een privé probleem, leuk! We doen alles, werk, privé…we specialiseren ons in échte serieuze problemen…dus geen kleine dingetjes…
E: [verbaasd] Jullie brengen me in verwarring…er speelt iets heel groots…maar dat wilde ik niet bespreken. Ik heb iets anders in mijn hoofd
A: We doen alleen de grootste problemen vandaag…dus we doen die, toch Martijn?
M: Tuurlijk!
E: [vertwijfeld] Nee…dit kan ik echt niet maken…het is echt ingewikkeldte privé. Jullie halen me niet over…Nee, ik kan het niet maken. Het probleem dat ik eerst wilde inbrengen gaat over mijn volgende stap in carrière. Ik kan een baan aannemen, maar weet niet of ik het moet doen.
A: [vrolijk] Tuurlijk niet! Dat weet je zelf ook wel. Nu het echte probleem…kom op!
E: [luide lach] Nou vooruit! Die baan klopt trouwens wel
A: Zie je wel…kom op met het echte probleem!
M: Je hebt geluk Elvira, vandaag lossen we er twee op!

E: Oké dan [diepe zucht; verzamelt moed] In mijn familie is er een enorme toestand. Er is wat vastgoed in de familie. Maar mijn zus kleedt mijn vader financieel helemaal uit. Hij tekent alles. Ze is zijn vertrouweling, maar mijn andere broers zien het met lede ogen aan…
A: Dus jij maakt je zorgen over jouw erfenis!
E: [fel] Daar gaat het niet over!
A: Nou, een beetje wel toch?
E: [traan] Nee…ze maakt mij zwart bij hem. Ik heb alles gedaan, altijd. Toen mijn moeder overleed was ik degene die alles regelde en er voor mijn vader was. En hij is door haar gelieg nu mijlenver van me af komen te staan…en mijn andere broertje heeft ontdekt dat….….[Elvira loopt helemaal leeg…de familiegeschiedenis wordt in 2 minuten helemaal verklaard. Ze is heel boos en verdrietig]

M: Maar wat is nu eigenlijk het probleem? Ik hoor alleen maar feiten. Dat is niet leuk, maar jij kunt hier niets aan doen. Dus wat is het probleem?
E: [Is even in de war] Ik euh, ik ben bang dat ik contact met mijn vader verlies. Hij is op leeftijd, ik heb het al eerder gehad, ik ben de kritische dochter.
M: Dus gewoon stoppen met lastige vragen stellen toch?
E: [ferm, standvastig] Dan kan ik mezelf niet meer in de spiegel aankijken.
M: Dus dat is duidelijk geen optie…eigenlijk zeg je ik doe alles goed, alleen de uitkomst vind ik niet leuk. Dus wat wil jij veranderen?
E: Ik wil dat mijn vader inziet dat….
A: [onderbreekt]. Dat gaat hij niet doen, wat ga JIJ veranderen?

E: Misschien hebben jullie wel gelijk, ik doe de dingen, waar ik achter sta, alleen de uitkomst is inderdaad niet zoals ik wil…dit is een lesje in accepteren.
M: Opgelost dus?


E: [grote lach]  Als hij weet dat we het hier over hebben, wil hij me nooit meer zien.
A: We hebben een verrassing voor je: [luide stem] ‘meneer, vader van Elvira, kom er maar even bij!’
E: [lacht heel hard, handen voor mond] Dit is echt te gek voor woorden, het lucht wel op. En het voelt ook rot, dat ik zo zit te klikken, maar mijn zus heeft echt een wig gedreven. Ik voel me eenzaam en niet gesteund.
A: Zeg dat nog eens?
E:[emotioneel] Ik voel me eenzaam…en niet gesteund.
A: Dat is geen gevoel, maar een feit. Dus dat klopt. Je bent machteloos toch?
E: Enige maanden geleden heb ik een mooie brief opgesteld en voorgelezen aan mijn vader. Voor mij was dat een soort goede afsluiting. Alleen, ik kan mijn andere broertje en zus niet alleen laten…er komen nog meerdere gesprekken.
M: Nee, op die leeftijd hebben ze echt jouw hulp nodig! Jij bent de grote bruggenbouwer, moeder Theresa…dat vind ik ook zo mooi  aan jou.

A: Ik hoor je zeggen dat je alles hebt geprobeerd, dat je het niet meer zo wil doen, dat je het hebt laten vallen…
M: Lieve Elvira, je hebt alles gedaan. Je voelt je eenzaam en niet gesteund. En toch ga je nog steeds door, wat wil je nog bewijzen? Jouw spel is over. Ze hebben je door…de erfenis is verdeeld…
E: [kijkt voor zich uit] Ik heb wel eens gedacht…ja! [fel], dat ga ik doen.
A: Wat?
E: Ik ga een gesprek aan met mijn broertje en zus, ik ga ze vertellen hoe het voor mij is, hoe machteloos ik me voel en ook dat ik het ga laten gaan. Ik heb alles gedaan wat ik kon en, nog belangrijker, waar ik achter kan staan. En daar laat ik het bij. Het is goed zo.

E [kijkt heel erg vastberaden en ook opgelucht]. Pffff mannen, ik had niet gedacht dat ik dít zou bespreken, maar ik ben zoooo blij dat ik het met jullie heb gedeeld! Heel verhelderend.

Sara en het Imposter syndroom

Er komt een jonge vrouw opgewekt de coachsalon binnen, ze stelt zich voor als Sara.

A: Ben je een beetje een Sara?
S: Ja…volgens mij wel.
A: Stel dat je Astrid had geheten.
S: [kijkt vies] Nee…
A: Heb je nog meer namen?
S: Nee, alleen een achternaam.
A: En?
S: Balovi
A: Daar is er maar eentje van toch?
S: [vrolijk] Nee, er is er nog eentje heb ik via LinkedIn ontdekt.
A: Maar jij bent veruit de leukste…wat is eigenlijk het probleem?
S: [terug op aarde] O ja, het probleem is dat ik het niet leuk vind om thuis te werken.
A: Oké, wat is daarvan het probleem?
S: Ik word er ongelukkig van.
A: Waarom ga je dan niet weg? Naar een andere baan? Dat zou ik doen.
S: Ja, daar ben ik mee bezig.
A: Mooi. Opgelost dus.
S: Het punt is dat ik het moeilijk vind om mezelf te promoten.

M: Wacht even Sara, eerst was het probleem dat je het niet leuk vindt om thuis te werken, nu is het dat je jezelf niet kunt promoten…
A: Wat voor promotiemateriaal heb je al ontwikkeld?
S: [luide lach] Nou, toevallig heeft mijn werkgever een profiel van mij opgesteld, als consultant.
A: Dat doe je fantastisch! Jouw baas maakt jouw promotiemateriaal. Dus dat is opgelost! Dus wat is het probleem?
S: Nou ja, je moet wel in gesprek gaan met mensen…en op papier lijkt het wel wat.
M: Maar in het echt is het dus slecht! Waardeloos!
S: Ja, ik heb het Imposter syndroom!
M: Lieve Sara, eerst vind je thuiswerken niet leuk, dan kun je jezelf niet promoten en nu heb je weer een ander probleem: het Imposter syndroom…
A: Help mij even, wat is ook alweer het Imposter syndroom?
S: Dat je bang bent dat je door de mand valt. Dat je niets voorstelt.
M: Maar dat is bij jou feitelijk ook zo toch? Dus dat klopt gewoon.
S: [luide lach] ….
A: Ja lach maar…wat stel jij nu eigenlijk voor Sara Balovi?
S: Ja…dat is een goeie…
M: Ja precies, als je niets voorstelt…kun je jezelf dan even voorstellen?
A: Dat wordt heel kort
S: [lacht] nou echt wel…ik stel echt wel wat voor!
M: Oké, ga staan en stel jezelf voor
A: [applaus] Dames en heren, Sara Balovi!!! [joelt]
S: Nou ja… euhh…Sara, 34 jaar, psychologie gestudeerd…ik neem een podcast op…ben analytisch…creatief…me aan het omscholen tot Business Intelligence consultant…goed in data research…[en ze benoemt nog een aantal dingen].
A: Mooi…hoezo psychologie…moest dat van je ouders? Die zeiden, jij hebt imposter-syndroom. En toen dacht je ik wil weten wat het is en ga psychologie studeren…Wat is nou de kern van het probleem?
S: [lacht] Onduidelijkheid….dat ik zelf niet duidelijk ben!
M: Net toen je je voorstelde was je duidelijk. Wat wil je nou?
S: [duidelijk] Ik wil die Business Intelligence kant op!
M: Mooi. Dat gaat lukken toch?
S: Ja!…denk ik wel…al is het niet honderd procent zeker [lacht om haar eigen uitspraak]

A: Las jij vroeger de boeken van Grimm?
S: [verbaasd] euhh…nee…wel Harry Potter.
A: Mooi. Dus je gelooft wel een beetje in sprookjes…
S: [lacht hard] Ja, nou!
A: [dromerig] Er was eens een jonge mooie vrouw, ze heette Sara, ze had goudblonde haren en een vrolijk gezicht…alleen haar brein was een soort computer. Ze kon sneller denken dan het geluid. Ze noemde haar wel ‘Quantum Sara’! Als ze aan het denken was ging dat zo snel, dat ze ook haar gedrag erop wilde aanpassen. Maarrr, ze kon niet vertragen…dat was haar lot.

Sara wordt stil…

A: [serieus] Als ik wat zeg, zie ik jouw brein op hol slaan…de vonken vliegen bij wijze van spreken uit je hersenpan…haal eens heel diep adem.
S: [Diepe zucht] …ik weet ook echt wel waar ik goed in ben, dat BI verhaal kan ik, vind ik leuk en wil ik in verder. Eigenlijk is het heel simpel en duidelijk. [ondertussen zit Sara aan haar ring te draaien]

M: En Quantum Sara had een geheime ring…,daar zat ze de hele tijd aan te draaien. En als het leven te snel ging…draaide ze de snelheid terug…haar ring werkte als een vertrager….

Sara raakt geëmotioneerd.

A: Vertel?
S: Die ring is speciaal voor me. Hij was van mijn moeder. Ze overleed twee jaar geleden.
A: Dus als jouw tempo te hoog is…draai je aan de ring. Dan haal je diep adem… en dan voel je of je op het juiste pad zit.

S: [hele diepe zucht en ontspant zichtbaar, met glimlach, kijkt naar haar ring] Ja, ik weet ook wel dat ik op de juiste weg zit, heb ook veel zin in het nieuwe avontuur. Gek genoeg voelt het draaien aan de ring als een heel goed idee…om even te vertragen, tempo omlaag…[ze kijkt vrolijk en gedecideerd op] Ik weet dat ik op de goede weg zit. Het klopt!

M: …ze leefde nog lang en gelukkig!

Sara lacht, oogt opgelucht en dankbaar.

Geboren leider is de Schotse weg kwijt

We zijn bij een jaarlijkse managementdag van een landelijke overheidsorganisatie. Elizabeth komt de coachsalon binnen. Een energieke dame met veel ervaring. Ze blijkt uit Schotland te komen.

Elizabeth is zeer gedreven en heeft een zeer hoog tempo tijdens het gesprek.

E: Blonde lokjes en grijze dekking alsjeblieft!
A: Zo, daar komt iemand binnen zeg! Wat is jouw probleem?
E: Ik loop er tegen aan dat ik niet verder kom in deze organisatie! Kijk ik ben een geboren leider, was ik als kind al, en…
A: [onderbreekt] Dat vind ik mooi! Een geboren leider die niet verder komt!
E: [lacht] Ik was het als kind al, ik deed altijd meer dan de rest en…
A: [onderbreekt weer] Een geboren leider doet niet meer dan de rest, maar vertelt de rest wel wat ze moet doen toch?
E: [vrolijk en temperamentvol] Dat doe ik ook! Luister, ik voel me de moeder van 35 kinderen op de afdeling. Ik leg de lat hoog!
A: Nou, bij een overheidsorganisatie ligt die niet zo hoog toch?
E: Daar moet ik aan wennen.
A: Heerlijk toch? Op jouw leeftijd mag je het als senior ook wat rustiger aan doen.
E: Ja, maar dat is een dilemma. Ik wil het beste uit mijzelf halen natuurlijk!
M: Maar dat vinden jouw teamleden natuurlijk irritant, die werken bij een overheidsorganisatie om het een beetje rustig aan te doen, veel vergaderen en lekker koffiedrinken. Kom jij die lat ineens zo hoog leggen, lekker dan.
E: Irritant? No, ik denk dat ze me eerder lastig vinden.
A: [tegen Martijn] vind jij Elizabeth lastig of irritant?
M: [lachend] Ik zeg niks…
A: Maar Elizabeth, dat zij jou lastig vinden is hún probleem. Wat is dan jouw probleem?
E: Ik ben juist aangenomen omdat ik uit een commerciële organisatie kom, mijn opdracht is om onze dienstverlening te verbeteren en mensen naar een hoger niveau te tillen!
M: [lacht] Arno, we hebben er weer eentje, ze komt uit een professionele organisatie, en heeft de illusie dat ze wel even 35 man naar een hoger niveau kan tillen.
A: [lacht] Zeg Elizabeth, geboren leider, hoeveel mensen heb je eigenlijk al weggejaagd? Ik zou het wel weten met jou als baas.
E: Ik zit er nu vier jaar, een twintigtal zijn vervangen.
M: Lekker bezig dus. Vijf per jaar. Nog drie jaar doorzetten en nog vijftien te gaan en dan ben je klaar!
E: [blijft stellig en heel duidelijk, rechtlijnige handgebaren] Wat ik doe is duidelijkheid scheppen, dit zijn de spelregels, dit is wat we van elkaar mogen verwachten.
A: Maar dat lijkt me heel duidelijk en nodig. Dus wat is het probleem?
E: Even onder ons…in deze organisatie…don’t rock the boat. Daar houden ze niet van!
A: huh, maar dat was toch jouw opdracht? Daarvoor ben je toch aangenomen?
M: [duidelijk] Volgens mij moet JIJ gewoon weg, dan is het probleem ook opgelost. Volgens mij ben JIJ namelijk gewoon het probleem!
E: [fel] Nee! Dat kan ik niet doen!
M: [handen over elkaar] Het is wel beter voor de organisatie.
E: [feller] Nee! Dan blijft alles zoals het is…
A: Precies, dat willen ze toch? Jij moet naar een organisatie waar jij past. Deze club is veel te soft voor jou.
E: [nog feller] Maar als je nooit hervormers hebt, wordt het nooit beter!
A: Jij komt uit Schotland toch? Wat is een typische Schotse hervormer?
E: Braveheart! Die stond op tegen de Britten in de dertiende eeuw…
A: A, .een geboren leider, net als jij! En, hoe is het met hem afgelopen?
E: Hij eh…werd gevangengenomen en vermoord vanwege hoogverraad [lacht]
A: Dus mevrouw Braveheart, ik zou het wel weten…


E: [fel] Weet je wat het is: er zit een nieuwe manager boven mij, die TOTAAL geen leidinggevende vaardigheden heeft en die probeert mij te micromanagen en dat trek ik niet! Ik ging vorige week voor het eerst in vier jaar naar huis met een kutgevoel.
[A & M kijken elkaar aan en gaan wat meer voorover zitten]
E: Ik heb mijn manager geconfronteerd, ik had vier punten te bespreken, we zijn ze ALLEMAAL langsgegaan en ik heb hem de waarheid verteld!
M: [steekt zijn vinger omhoog] De waarheid!
E: Hij belooft beterschap!
A: [vrolijk] Mooi, opgelost dus…
E: [kijkt ons via de spiegel aan, de felheid verdwijnt en ze glimlacht] Ja, ja mannen, ik snap wat jullie me duidelijk maken. Ik weet het zelf natuurlijk ook wel. Ik geef mijzelf nog een half jaar.
M: Maar je gelooft er niet meer in toch?
E: [zucht]…Nee, eerlijk gezegd niet.
M: Dus over een half jaar stopt het hier toch?
E: [rustig]. Ja, het is tijd voor een andere club!
A: Was iedereen maar zo duidelijk als jij Elizabeth.
M: Wij hebben een contract voor je! Mag je het opschrijven!
E: [lacht voluit] Kijk, daar heb ik nou wel zin in, kom maar op!

Het lintje van Lies

We zijn bij een revalidatiecentrum in het midden van Nederland. Lies komt binnen, een kordate dame die we eind vijftig schatten. Ze is vandaag de eerste van twintig cliënten.

A: Goedemorgen Lies! Goed dat je er bent! Je bent de eerste vandaag. Je ziet er vrolijk uit!
L: [opgewekt] Dank je!
A: Jeetje, ik zie dat drie telefoons bij je hebt, dan moet je wel heel belangrijk zijn. Je bent vast moeder; Je hebt zeker een dochter toch? Dus één privételefoon, 1 voor je werk en nog 1 voor je minnaar.
L: [lacht hard] Nee, een minnaar heb ik niet; Wel twee dochters. Die vinden trouwens dat ik status heb met zoveel telefoons. Ik heb inderdaad een privételefoon, één voor mijn eigen bedrijf en eentje van de revalidatiekliniek.
A: bereikbaarheid kan niet het probleem zijn…wat is het wel?
L: Ik heb mijn huiswerk gedaan…
A: Ah, hier zit een vrouw die alles goed en zorgvuldig voorbereid. Lekker overzichtelijk. Zijn wij er vast snel uit.
L: [harde lach] Meestal ben ik nogal chaotisch, maar nu heb ik goed nagedacht!
A: Wat is het probleem?
L: Ik heb een dikke mentale knoop.
A: Dat lijkt me niet fijn, sommige mensen hebben een klein mentaal kriebeltje, maar jij dus een DIKKE MENTALE KNOOP! Waar zit die eigenlijk?
L: Nou, het heeft wel met de telefoons en computers te maken…
M: Aha, je kunt het allemaal niet meer volgen. Het gaat ook zo snel die technologie van tegenwoordig, vroeger kon je gewoon…
L: [lacht] Ja, jullie zullen me wel een oude tut vinden, maar dat is het wel. Vroeger kon ik gewoon mijn werk doen, was er vertrouwen en hoefde ik het allemaal niet vast te leggen. Nu moet ik zelfs tijdschrijven…
A: Vroeger was alles beter,; de wereld gaat er langzaam aan kapot; systemen nemen de wereld over. Maar wat is nu precies die mentale knoop?
L: [emotioneel ] Mijn probleem is dat ik naast mijn werk allerlei verslaglegging moet doet waar ik het nut totaal niet van in zie. Ik vul maar wat in, het kost mij zo ongelooflijk veel moeite.
A: Zinloos geweld!
L: [verdrietig] Ik kan nu wel huilen…[stilte]…ik heb ruimte en vertrouwen nodig. En nu word ik als een klein kind gecontroleerd…[stilte] …waar ik bang voor ben is dat mijn hele vak eruit gaat…[tranen staan in haar ogen]
M: [vrolijk] Dat is wel lekker, want dan ben jij er eindelijk van af!
L: [lacht hartelijk door tranen heen] Dat wel…
M: Ben je toe aan pensioen?
L: [verrast] Dat is wel een mooie vraag, ik denk…
M: [onderbreekt]  Jij hebt al zoveel voor mensen gedaan in de afgelopen jaren, toch?
L: [kijkt voldaan] Ja, dat klopt. Ik werk al zesendertig jaar. En al heel lang als therapeut in deze revalidatiekliniek.
M: Dus bij de volgende lintjesregen…
L: [lacht hard] Daar gaat het mij niet om, maar…
M: Maar??
L: Nou, die waardering…het persoonlijk contact…dat is er niet altijd.
A: Bij deze! We zijn je zeer dankbaar voor al die mensen die jij hebt geholpen, JIJ doet fantastisch werk. Je hebt genoeg gedaan. Het lintje is voor jou!
L: En ik moet nog zeven en een half jaar.
M: Van wie?
L: Van mijn portemonnee.
M: Hoe belangrijk is die?
L: Die verschaft vrijheid, zo zit de wereld in elkaar. Nu heb ik weer een fijne partner, maar ik ben tien jaar alleenstaande moeder geweest…dan heb je het bepaald niet ruim.
M: [kijkt Lies indringend aan] Lieve Lies, daar krijg jij ook een lintje voor. Die heb je verdiend.
L: [beduusd] Ik ga zo weer huilen.
A: [vrolijk] Wacht maar tot je jouw lintje echt krijgt, dan gaan wij ook huilen!

Lies lacht hard en heeft tranen in haar ogen. We laten een korte stilte vallen.

M: Hoeveel dagen werk heb jij nog in je?
L: Wat stellen jullie mooie vragen, dit is ook echt een goede vraag. Ik denk er over om een dag minder te gaan werken…de vrijdag…maar ik verbind mij met de systemen waaraan ik ben gekoppeld, dus zomaar stoppen kan niet. Niet morgen.
A: Wanneer kan het wel Lies!? Waarom en wanneer het allemaal NIET kan, dat is duidelijk. Dat jij het WEL wil is ook duidelijk. Dus…
L: Vanaf maart volgend jaar, die tijd heb ik nodig om het te regelen.
M: Mooi! Maart 2024, wanneer ga het vertellen?
L: Aan wie?
M: Aan iedereen! Je nieuwe partner, jouw leidinggevende en cliënten
L: Uh, nou…dat gaat wel wat snel…
A: Precies, net zo snel als alle nieuwe digitale middelen; je bent niet meer de jongste.
M: Dus ouwe therapeut, met je dikke mentale knoop, wanneer ga jij het vertellen?
L: [lacht hard] Ouwe therapeut! Mooi zijn jullie…[zucht, opgelucht]… maar jullie hebben wel een punt. Ik ga het volgende week vertellen…en die dikke mentale knoop is ontward. Dank mannen!

Komt een deurwaarder in een gitaarwinkel

We zijn bij een groot deurwaarderskantoor in omgeving Zwolle. Edwin komt binnen, een vijftiger, grote grijze baard, vrolijke kop en veel tatoeages.

E: [vrolijk] Ik was niet van plan dit te doen, maar had nog een half uurtje over, dus ik dacht weet je wat? Ik kom een Mentale Knipbeurt halen!
A: Jij klinkt als een Rotterdammer, hoe kom je hier terecht?
E: Klopt, mijn vrouw komt hier oorspronkelijk vandaan. Zo’n vijfentwintig jaar geleden zijn. we uit Rotterdam vertrokken. Er kwam een mooie kans voorbij om hier ruimer te gaan wonen. En ik ben wel van kansen grijpen als ze langs komen.
A: [enthousiast] Mooi! Dus jij durft door te pakken!
E: [vrolijk] Ja, precies!
A: En waarom zit je hier?
E: [serieus] Ik ben inmiddels 58 en heb nog 7 jaar te gaan tot aan mijn pensioen. Ik denk wel eens ‘ga ik het nog zeven jaar hier volhouden?’
A: [vrolijk] Lijkt me niet toch?
E: [serieus] Of ga ik nog kijken of ik iets heel anders kan gaan doen?
M: [kijkt op van zijn leesblaadje] De vraag stellen is hem beantwoorden…
A: Jij hebt allang besloten dat je dat gaat doen!
E: [serieus, voorzichtig] Nou, soms zeg ik wel eens: ik kan altijd nog een gitaarwinkel beginnen [Edwin’s gezicht klaart helemaal op].
A: Dus jij wilt een gitaarwinkel openen?
M: Ik zie het direct voor me!
E: [argwanend] Echt?
M: [Enthousiast] Zeker, een zaak met exclusieve gitaren, echte koffie en heel waarschijnlijk ook een klein barretje toch?
E: [met energie] Ja!  Voor mensen die van goeie muziek houden!
A:[lacht] Hoe gaat jouw zaak heten?
E: Daar heb ik niet over nagedacht.
M: [grapt] Teleurstellend.
E: uuhh
A: Heb je wel een logo dan?
E: [energiek] Nee, maar ik weet wel dat het iets krachtigs moet uitstralen; Een ‘street-achtig’ logo. Gelukkig kan mijn zoon vragen dat te maken.
A: Mooi! Stap één is dus jouw zoon vragen om een logo te maken. Hoe voelt dat?
E: [Blij] Zou ik fantastisch vinden!
A: Je loopt natuurlijk wel het risico dat hij dat binnen een week klaar heeft en dan moet je wel snel verder.
E: [schiet in de lach] Dan ken je mijn zoon niet, dat is zeker geen probleem! We spelen samen in een band, hij is daar best wel druk mee. Verder is hij is ook best traag. Dus dat logo laat nog wel even op zich wachten.
A: Maar je zegt dat je er heel veel zin in hebt toch?
E: [Vrolijk] Ja man! Het gebeurt waar je bijstaat, ik word er helemaal blij van!
A: We zijn er dus uit! Mooi!
E: [ineens onzeker ]Tja…wat weerhoudt mij dan nog hè?
A: Wat gebeurt er nu Edwin?
E: [vertwijfeld] Ik voel me onzeker… geen vast salaris, geen duidelijkheid…
M: [duidelijk] Ik zie het je eigenlijk ook niet doen!
A: Eens, het is een mooi plan, maar verder uitwerken wordt niets.
E: euh…ja…inderdaad…jammer…
A [tegen Martijn]: Wel jammer toch, van die zaak? Zoiets is er nog niet in deze regio volgens mij…
M [tegen Arno]: Klopt, maar Edwin is er gewoon niet voor in de wieg gelegd…hij ziet er misschien best rock & roll uit, maar uiteindelijk is het toch een burgerlijke vent met net iets teveel tattoos en een hippe baard.
A: Jammer
E: [weifelend] Maar ik wil het wel…
M: Hmmm.
A: Precies, tja…ik wil het ook wel, maar…jammer. Gewoon lekker blijven werken bij de deurwaardersclub. Je bent nu manager. Veel beter voor iemand als jij.
E: Ik heb veel verstand van gitaren, fabrikanten en muziek. Dus ik zou het toch wel kunnen, denk ik…
A: Kan zo zijn, maar je neemt toch te veel risico, vrees ik.
M: [lacht] Straks staat een collega van dit deurwaarderskantoor op de stoep. Gitaarwinkel failliet, we komen je huis leeghalen!
E: [lacht hard] Ach, nee man! Tuurlijk niet. Ik ben geen domme jongen en kan dit! Ik ga beginnen!

M: Dus wat houd je nog tegen Edwin?
E: [opgelucht, grote glimlach] Nou niks…

A: Wanneer ga je beginnen? hoe ga je het vertellen hier?
E: Nou gewoon, niet er omheen draaien. Ik ga het straks gewoon uitspreken!
A: [twijfelt] Ik weet het niet Edwin, het is wel een hele grote stap!
E: [overtuigd] Precies! Een grote en hele goede stap! Ik ga het met mijn zoon bespreken en daarna het anderen delen. Ik bedenk me net dat ik iemand ken die me wel wil helpen. Ik ga het doen! Ik word er helemaal blij van!

Edwin tekent een contract, hij opent uiterlijk 31 december 2024 zijn eigen gitarenzaak!
We worden uitgenodigd voor de opening.