Imkje ontmoet Charlie Chaplin in de bergen

We zijn bij een grote zorginstelling in Friesland, er komt een blonde vrouw van rond de dertig de coachsalon binnen. Imkje straalt positiviteit en energie uit.

A: Wat een mooie  Friese naam, ben je vernoemd?
I: [vrolijk] Ja, naar mijn oma: beppe Imkje!
A: Beppe Imkje, klinkt als een lieve oma.
I: Ja, klopt, echt een schat.
A: Mooi, beppe Imkje zit hier nu niet. Maar jij, kleindochter Imkje. Wat is het probleem?
I: Ik zit wat laag in de energie en ben bezig met een loopbaantraject, dus…
A: Oke, dus je wilt hier weg?
I: [verbaasd] Nee…
M: Hoe laag zit jij eigenlijk in jouw energie?
I: Nou, ik heb lichamelijke klachten, mijn darmen doen vreemd en ik krijg spontaan plekjes op mijn lijf…
M: Huh, gek toch? Zijn dat groene, paarse of gele vlekken?
I: Nee, dat niet, maar…
A: Wat zou Beppe Imkje hiervan zeggen?
I: [lacht] Niet aanstellen, doorgaan!
A: Een echt Friese Beppe dus! En loop je tegen grenzen aan?
I: [vrolijk] Ja! Dat zeker!
A: En hoe lang doe je dat al?
I: [spontaan} Dat doe ik al een jaar.
A: [vrolijk] Dus nog één jaartje erbij en je weet zeker dat je omvalt.
I: [met grote lach] Ja, als ik zo doorga wel!
M: Dus wat is dan het probleem? Je zit laag in energie, je darmen slaan op hol, je hebt gekke vlekken, gaat over grenzen en je weet dat je over een jaartje omvalt. Lijkt me geen probleem toch? Hoeveel energie heb je nu eigenlijk? Van nul tot tien.
I: [vrolijk] Een zeven!
M: En heb je vandaag gewerkt?
I: [zucht] Nee, anders was het een laag cijfer geweest, vandaag is mijn vrije dag, maar ik wilde graag deze sessie doen!
M: Waarom werk je hier eigenlijk nog?
I: Vorig jaar was het hier een puinhoop, eigenlijk nog steeds. Onze afdeling wordt misschien opgedoekt; er is ons een worst voorgehouden, maar er wordt niet geluisterd.
A: En Beppe Imkje zegt: Niet aanstellen, doorgaan!
I: Vorig jaar is de stekker uit onze afdeling getrokken, daarna zijn we soort van doorgestart. Ik ben toen in een mobiliteitstraject gekomen en nu word ik gedetacheerd..elke drie maanden doe ik iets anders…
M: [onderbreekt] Wat doet dat met jou? Je wordt opgedoekt, in een mobiliteitstraject geduwd en nu gedetacheerd.
I: [grote lach, opgewekt] Ik ben zwaar gefrustreerd, heb het gevoel dat ik niet meetel en niemand mij serieus neemt. Het voelt allemaal zo negatief.
M: Ik vind het wel mooi dat jouw uitstraling en wat je zegt zo lekker klopt! Je ZIET eruit als een klein meisje dat net haar eerste balletles mag doen terwijl wat je ZEGT meer het chagrijnig oproept van een oude gefrustreerde bejaarde man is die net te laat op het toilet komt en in zijn broek plast.
I: [lacht] Dat is wel een geinig beeld…ik voel me echt niet oke, maar ik blijf vrolijk of zo. Ik lach het misschien weg, of neem mijzelf niet serieus.

A: Zeg Imkje, hoe is het nu echt met je?
I: [diepe zucht] Best wel kut, ik zit al een jaar niet lekker in mijn vel, weinig energie en nu ook nog lichamelijke klachten. Het begint in te dalen.
A: En je bent ook boos, toch?
I: [fronst] Dat zie je goed.
M: Komt door je lach, dan is het moeilijk te zien dat je boos bent. Dus ik vraag me af wanneer ga jij boos zijn?
I: Nou, ik ben niet zo’n geen ster in het kwetsbaar opstellen…
A: Oooh, is dat het? Dat heeft Beppe je toch maar mooi meegegeven! Lieve schat!
M: We hebben bij deze organisatie een clubje opgericht van mensen die gaan schreeuwen in het bos… De Frustratie Club. Ze zoeken nog meer leden. Dat is echt iets voor jou!
I: [harde lach] Nou, dat gaat lastig worden voor mij, maar het lijkt me heerlijk. Ik doe mee!

We laten even een stilte vallen, Imkje schuift ongemakkelijk heen en weer en kijkt ons via de spiegels aan.

A: [overdreven traag met lage stem] Kun…jij…ontspannen?
I: Dat vind ik lastig…
M: Eigenlijk weet jij wel wat te doen om je beter te voelen toch?
I: Ja, de huisarts zei al tegen me dat ik een lange vakantie naar de bergen moet nemen.
M: Mooi! Doe je ogen even dicht. Heb je ze dicht? Ja, goed zo. Stel je voor. Je stapt in een tijd/ruimtemachine. En teleporteren je nu naar Zwitserland, de bergen. Nu direct. Wat zou je doen?
I: [hele diepe zucht en glimlach] Een heleboel weggooien, vooral veel verantwoordelijkheden en werk gerelateerde shit. Pffff, dat zou echt heerlijk zijn. Wandelen, beetje rommelen bij de blokhut, boekje lezen…gewoon even in mijn eigen tijd en ruimte zijn.

A: Jij zit in een hoog tempo, met bijbehorende focus, en je bent helemaal ingezoomd op het gedoe. Nu zoom je even uit. Lekker toch? Charlie Chaplin heeft een mooie quote. ‘Als je inzoomt op het leven is het een drama, als je uitzoomt een komedie’.

I: [grote lach].  Ja, dit klinkt wel goed! Het voelde echt lekker om in de bergen te zijn, dat voelde inderdaad…uitgezoomd.

M: Arno, we gaan Imkje een opdracht geven toch?
A: [knikt]. Yes, we hebben er weer eentje. Schrijf jij het recept?

Martijn schrijft op: Imkje gaat, 3x daags bewust vertragen. En wanneer ze merkt dat ze ingezoomd is, denkt ze aan Charlie Chaplin en zoomt uit.

I: [vrolijk] Ik ga het doen! Ik zie de uitdaging er van én snap dat het perspectief vanuit mezelf komt. Heerlijk mannen, dank!

Wanda heeft de ziekte ALS…..wat een slecht excuus!

Wanda is een degelijke verschijning, met een vrolijke blik en komt toch vermoeid over.
Deze Mentale Knipbeurt gaat in een heel hoog tempo….

M: Welkom Wanda….wat kom je doen?
W: Ik kom me een beetje laten verrassen en uitdagen…
M: Maar je hebt hopelijk wel een probleem toch? Beetje verrassen en uitdagen kan ook in de kroeg…
W: [guitige blik] Nou probleem….
A: Een dingetje?!
W: Nou, ik blijf soms een beetje hangen in dingen….
M: [onderbreekt] hangen in dingen….dat vind ik zo mooi aan jou, dat je zo lekker duidelijk bent.
A: Het probleem is dus dat je blijft hangen….
W: Dat is een deel van het probleem…
M: Oke. En het andere deel?
W: Is dat ik een ziekte heb waardoor ik beperkt kan werken en ik wil me bewijzen….
M: Je accepteert dus niet dat je de ziekte hebt….
W: Dat denk ik wel ja…
A: Dat lijkt me wel duidelijk. Het is ook beter het niet te accepteren….dan wordt je zo’n geval. Zo’n zielepiet. Je kunt beter net doen alsof er helemaal niets aan de hand is toch?!
M: Welke ziekte heb je?
W: Ik heb ALS.
A: Sinds wanneer weet je dat?
W: Sinds 2012….dus nu tien jaar
M: Heb je het wel gevierd? Het tien jarig jubileum? Lijkt me wel een feestje waard toch?
W: [lacht hard] ik zie het helemaal voor me…….ik ben een tijd echt ziek geweest…dan heb ik allerlei bijkomende klachten en kon niet meer werken.
A: En wordt het ook erger? Of blijft het stabiel?
W: [wuift weg] Ik wil het gewoon vergeten….ik heb ambities in werk en wil leuke dingen doen met gezin.
M: Was het anders geweest? Als je niet ziek was geweest?
W: Nou, nee… die ambities zou ik ook hebben.
M: Dus veel willen doen heeft niets met de ziekte te maken toch? Je gebruikt het gewoon als excuus….
W: [verrast] nou nee…
A: [geinige toon] Oooohhhh……dus jij gebruikt jouw ziekte als excuus. Hoe durf je! Belemmert jouw gezin jouw ambities ook? Houden die je tegen?
W: Nee, ook niet…
A: Dus jij bent gewoon stronteigenwijs…en gebruikt het als excuus.
M: Nu zeg je dat de ziekte je niet belemmert….waar ben je in blijven hangen?
W: Ik weet niet goed wat ik wil…..
A: [verbaasd] Niet? Je hebt veel ambities zei je net….
W: Ik neem te veel taken op….kiezen waar ik echt blij van word doe ik niet….ik doe veel andere dingen waar ik moe van word.
M: Dat vind ik wel geinig aan jou….dat je niet de dingen doet waar je blij van wordt….zeker als je een ziekte heb vind ik dat wel heel stoer!
A: Waar word je blij van?
W: Meer sporten, snorkelen, duiken, leren surfen…komt er iedere keer niet van…..ik zoek dingen die ik moeilijk vind…
M: Die ziekte is gewoon een zegen voor jou….je krijgt allerlei grenzen aangeboden en jij zegt telkens fuck die grens….ik WIL wel surfen….maar ik DOE het niet….Dus laat jij je nu belemmeren of niet…ik ben totaal in de war
A: Misschien moet je er nog een ziekte bij hebben…..nog een ergere spierziekte of de overgang of zo?
W: [lacht hard] Ik laat me gewoon te veel gijzelen door van alles….verwachtingen, ziekte, gezin….ik wil gewoon meer leuke dingen doen. En niet met alles rekening houden….wat een idioot gesprek is dit zeg? maar het wordt wel duidelijk…
A: Fijn dat het jou duidelijk wordt….ik ben totaal in de war.

M: Wie neemt thuis de beslissingen?
W: [duidelijk] Ik! Ik regel altijd alles.
A: Maar je laat het wel van alles en iedereen afhangen…..
W: Soms willen de kinderen het niet en dan….
A: Precies. Dus dan doe je het niet….mooi! Alles voor het gezin. Is een symptoom van ALS dat je jezelf wegcijfert? Geinig. Wist ik niet….
M: Dus wat ga jij voor jouzelf doen Wanda? Snorkelvakantie en windsurfles toch?
A: Wat zou het voor je betekenen als je het zou doen?
W: [vrolijk] Ik word er wel blij van
M: Dan zou ik het niet doen!
A: Precies….blijf in je patroon Wanda! Geen dingen voor jezelf doen!
W: Het is klaar! Ik ga het wel doen! Ik loop al zo lang met dit idee….
A: En binnenkort kun je er niet meer mee lopen….alleen nog maar mee rolstoelen toch?!
W: [harde lach] Eerlijk gezegd maak ik me daar niet zoveel zorgen over, maar het is wel zo dat ik het nu nog goed kan doen. Dus ik ga het plannen!

Hartaanval tijdens Mentale Knipbeurt

Jeremy is een mooie jongen: flink gebruind, strak gekapt, lichte zomerbroek, hippe polo, riem en zomerschoenen passen bij elkaar. En uiteraard een kostbaar horloge. De man straalt succes uit, imponeert, directief en weet duidelijk wat hij wil.

M: Jeetje , jij ziet er echt strak en goed uit
En wat een prachtig horloge heb je trouwens, mag ik eens zien?
J: [straalt licht arrogant] Ja, dat is een….
A: [onderbreekt] Wat is jouw probleem Jeremy? Het is in ieder geval niet financieel, geen gebrek aan zelfvertrouwen, relatie of stress?
J: Ik wilde net even iets over mijn horloge vertellen aan hem [wijst naar Martijn]
A: Hij heet Martijn. Wat is jouw probleem Jeremy? Jouw horloge zeker niet toch? Ben je slecht in namen? Vinden mensen je arrogant? Wat is het?
J: Mijn meissie vroeg me naar jullie te gaan…tja.
A: Ben je haar naam ook al vergeten. Jimmy?
J: Het is Jeremy.
A: Heet je meissie Jeremy Jimmy?
J: [zachter] Elske…ze heet Elske, en we hebben twee zoons, Mees en Sam.
A: Mooie namen, makkelijk te onthouden ook. Ik vraag het nog een keer Jimmy? Wat is jouw probleem!
J: Mijn vrouw maakt zich zorgen over me, ze vindt dat ik veel te hard werk.
M: [lacht stoer] Maar dat ziet ze natuurlijk verkeerd. Je krijgt er veel energie van toch? En je bent heel erg goed.
J: [zakelijk, duidelijk] Inderdaad, mijn werk is superbelangrijk voor me. Ik zou niet anders willen.
M: Dus jij hebt geen probleem, Elske heeft een probleem. Ze moet gewoon niet zo zeuren toch?
J: [weifelend] Nou…
A: Jimmy, je gaat…
J: Het is JE-RE-MY
A: Die Elske van jou moet gewoon accepteren dat jij succesvol bent en bakken met geld verdiend. Daar hoort keihard werken gewoon bij. Dat je daarmee je huwelijk en kinderen veel minder aandacht kunt geven is logisch. Dat heeft iedere succesvolle man, Elon Musk ook.
J: Ja, dat wel
A: Nou dan. Geef me je telefoon, dan bellen we haar gelijk om dat te zeggen.
J: [schrikt] Nou..ehh..
M: En zeggen we gelijk dat zij een probleem heeft en even bij ons moet langskomen in plaats van jou te sturen
J: [zacht] Misschien heeft ze wel een punt
A: [duidelijk en hoog tempo] Jimmy wat zeg je nou?! Doe es ff normaal man. Natuurlijk vul je jouw dagen, avonden en soms nachten met keihard door werken. Je wilt toch de beste zijn?
J: [besmuikt] Ik zat laatst ook al bij de huisarts….bloeddruk hoog; hartkloppingen.
M: [stoer] Niet naar luisteren. Die huisartsen zijn veel te voorzichtig en willen natuurlijk geen risico nemen. Dat noemen ze risico-avers. Typische zorgverleners. Maar jij bent een zakenman toch? Risico nemen is jouw werk. Een beetje hoge bloeddruk…
A: Jimmy wordt een beetje bleek, Martijn….gaat het wel goed met hem?
M: Shit, ik zie het. 112 bellen, denk je?
J: Ik ben laatst wel geschrokken, mijn hart ging als een gek tekeer….dat heb ik Elske maar niet verteld.
M: [staat op, gaat achter Jeremy staan]. ”Geachte aanwezigen, lieve Elske, Mees en Sam…..Wat zullen jullie je vader gaan missen! Een bijzonder mens is plotseling heengegaan. Jeremy was een harde werker, een echte doorzetter, hard van buiten en zacht van binnen. Hij had nog zoveel dromen met jou Elske..en natuurlijk met jou Mees en met jou Sam [doodse stilte]. Hij voelde de fatale hartaanval niet aankomen, ondanks jouw signalen Elske en…….
J: [rustig, waterige ogen] Wow mannen….wow mannen…
[Stilte, Jeremy slaat zijn handen voor zijn ogen…..Martijn en Arno bewegen niet]
J: Dit komt wel binnen zeg….. [ stilte] Dit is precies waar ik bang voor ben…..

[Arno en Martijn leggen een hand op zijn schouder]

J: Wat ben ik toch een zakkenwasser! Ik moet natuurlijk beter oppassen, ik herken de signalen, de stress en weet dat ik iets moet veranderen. Zo kan het niet langer. Ik heb een gezin….

[Jeremy huilt zacht…eerlijk gezegd zijn wij ook onder de indruk]

Na een minuutje sluiten we af. Zonder contract deze keer. Dat voelt ongepast en zeker niet nodig! Jeremy geeft ons een hug. We zijn er stil van. Wow!


De laatste wedstrijd van een topsporter 

Pascal komt de kapsalon binnen. Een veertiger, bijdehand en goedlachs, maar hij worstelt toch met iets.

A: [enthousiast]Je bent de laatste vandaag Pascal, een goed moment, dan zijn we op ons scherpst, dus kom maar op met je probleem…
P: Nou, probleem, ik noem het meer een uitdaging.
A: Dat mag, wij noemen het gewoon een probleem!
P: De uitdaging is ‘hoe blijf ik in balans?’, dat is voor mij altijd zoeken.
A: Altijd zoeken…dat lijkt me een heel gedoe, altijd! Kun jij wel zoeken? Misschien moeten we samen zoeken? Ben je wel eens uit balans geweest?
P: Zeker, ik ben wel een paar keer langs een burn-out gescheerd.
A: [opgwekt] Een paar keer, dat vind ik mooi aan jou. Dat je daar dan niet van leert. 
P: [verdedigend] Jawel, maar het blijft lastig.
A: Tuurlijk! Wat is lastig?
P: Het is continu een gevecht tussen mentaal en fysiek.
A: Wat ik mooi aan jou vind, is dat je zo lekker concreet en duidelijk bent: “langs een burn-out gescheerd”, ”de uitdaging” , “een continue gevecht tussen mentaal en fysiek”, help me even, wat bedoel je dan?
P: [bozig] Nou dat ik meer wil, maar mijn lichaam het niet aan kan.
M: Ah, ik snap het! Je wilt topsporter zijn, maar je bent het niet.
P: Ja, ik voel me wel een topsporter eigenlijk!
A: Hoe oud ben je?
P: Ik ben vijfenveertig.
A: [vrolijk] Ah, de aftakeling is begonnen! En volgens mij is jouw leven gewoon te vol! Jij wilt alles en maakt geen keuzes toch?
P: Ja, ik heb het gevoel alsof ik altijd aan het rennen ben.
A: Toch weer die topsporter in jou. Kun je een beetje rennen trouwens?
P: Ja, best wel. Ik kan mezelf heel goed uitputten.
M: Moet ook wel natuurlijk, want je bent een echte topsporter. 
A: Weet je partner eigenlijk hoe het met je gaat?
P: [na lange stilte] uhhh, nee, eerlijk gezegd niet echt denk ik…
M:  Dat hoort bij een topsporter, die laat niets zien van zichzelf. Dat is een teken van zwakte, goed bezig dus!
P: Ik zoek oplossingen inderdaad bij mijzelf, ik sta niet echt open voor hulp van buitenaf.
A: Lijkt me ook beter, het zelf oplossen. Dat lukt al vijfenveertig jaar prima. Niets aan veranderen. Een maximizer, dat ben je!
P: Wat?
A: Je wilt alles maximaal.
M: [enthousiast] Zei ik toch: topsporter! De hele dag aan het rennen. Rennen tot het misgaat.
P: [verbaasd] Misgaat?
M: Ja, dat hoort ook bij topsport natuurlijk. Op een gegeven moment is het lichaam op,  PATS [klapt in handen].  Bij topsporters is het lichaam veel eerder op dan bij normale mensen. Ze hebben dan nog wel een hele lange weg te gaan voordat ze doodgaan met een versleten lichaam. Maar in ieder geval hebben ze qua sport alles er uit gehaald.

Pascal valt stil, kijkt roerloos naar de spiegel.

A: Topsporters worden dan nog wel op handen gedragen natuurlijk…nou ja, de sporters die zichtbaar zijn geweest op tv. In jouw geval is dat niet zo helaas, dus zullen weinig mensen het weten. Martijn en ik waarderen het zeker, dat topsporten van jou, maar verder hebben waarschijnlijk maar weinig mensen er oog voor.
M: Ja, dus dan heb je dat kapotte lichaam en niemand waardeert het…eigenlijk wel zonde als je er zo over nadenkt…
P: Ja, als je het zo bekijkt…maar wat moet ik dan?
A: [kijkt naar Martijn] Tja, is er wel iets aan te doen?
M: Lastig…
P: Ik moet vertragen, maar ik denk dat ik dat niet alleen kan.
A: Hmmm, hulp vragen is natuurlijk lastig…en voor een topper zoals jij ook wel een beetje sneu, ik zou het niet doen.
P: [weifelend] Nou ja, ik zou dat wel thuis kunnen vragen en misschien ook wel op werk.
M: Maar dat doe je natuurlijk niet, want je bent een topsporter.
A: Weet je, het hoeft ook niet natuurlijk, want je rent zo hard dat als je valt het waarschijnlijk gelijk over is. Heb je er zelf geen last meer van. Een hartaanval denk ik…
M: Je partner vindt daarna wel iemand anders  en de kinderen…kinderen zijn heel veerkrachtig heb ik wel eens gelezen. En op je werk…daar weten ze over een jaar niet eens meer dat je er was, iemand anders kan jouw werk zo overnemen en misschien nog wel beter doen dan jij…
P: [geschrokken, verbaasd]] Ja maar…..eh……ik, eh ik …
A: Precies, het gaat om jouw IK!
M: En dat is mooi dat die ik van jou er nu nog is! Ik denk ook een hartaanval Arno….Geniet er nou maar van. Het is zo voorbij!
P: [temperamentvol] Nee, ik ga er wat aan doen, ik wil dit niet, ik ga thuis praten, zo kan het niet langer….

Rosalie en de Wappie-familie

We zijn bij een ziekenhuis in het oosten van Nederland. Rosalie komt de coachsalon binnen. Rond de 35, vlot uiterlijk en een vrolijke blik. Ze heeft veel energie en een hoog tempo.

A: Wat is je probleem?
R: [lacht] Dat is lastig om kort te formuleren, ik heb een heel leuke schoonfamilie, ze zijn ehhh….nou…..heel authentiek en…
A: Ze staan dus rechtlijnig tegenover jou.
R: [verbaasd] Ja!
M: [geschrokken] Oh nee…..het zijn toch geen…..wappies?
R: Ja,…en mijn man ook.
A: Dus jij bent degene die afwijkt.
R: [lacht] Ik word de dissonant genoemd.
A: [luid] Wil je koffie dissonant? Koekje erbij dissonant? Jij wilt zeker geen biertje toch dissonant?
R: [Lacht…..] Ja, samen met broer van mijn man, wij zijn de dissonanten.
M: Je moet met de broer van jouw man verder!?
R: {uitbundig] Nee! Echt niet! Daniel is de leukste man!
A: Wat is nu precies het probleem?
R: Ze vertellen mijn kinderen dat ze op school geïndocrineerd worden, dat ze politiek niet moeten vertrouwen…dat gaat best wel ver.
M: [verbaasd bozig] In jouw huis?! Zij indoctrineren dus jouw kinderen!!
R: Ja!
M: En natuurlijk met omgekeerde vlaggen in de straat, zakdoeken aan de auto?
R: [vrolijk] Ja!
A: Wel gezellig, met die vlaggetjes enzo.
R: [lacht] Ja, ik kan er wel met humor naar kijken. Maar ik vind het irritant dat ze mijn kinderen beïnvloeden en onwaarheden vertellen.

We laten een korte stilte vallen. Het tempo daalt.

M: [leunt voorover] Wat doet dat met jou?
R: [zwaar] Ik word er soms letterlijk misselijk van.
M: Waar trek je de grens Rosalie?
R: [breekt, huilt en probeert vrolijk te blijven] Jaja, ik weet het wel, ik moet grenzen trekken!, maar het overkomt me ook gewoon…[huilt] Het is zo bizar allemaal, vaak ook heel subtiel.
M: Subtiel? Het voelt als een bulldozer! Trump is goed, Baudet is goed, de elite is duivels, de politiek niet te vertrouwen! Ze bulldozeren jouw leven in en… voelt alsof je in een sekte terecht bent gekomen! Ik check de sekte-database van de inlichtingdienst wel even voor je.
R: [ huilt, vanaf dit moment loopt ze helemaal leeg ] Ze gaan helemaal in de opvoedende rol. [luid] IK WIL DIT NIET! De hele tijd dat antigeluid, dat niets te vertrouwen is, dat er plannen zijn om naar het buitenland te gaan met hele familie. Ze snappen het niet. Ze zitten zo in hun koker; zij hebben het door en ik niet! Ze zegen dat ik onder een steen leef en dat ze me helpen hiermee.
A: Wanneer ga jij eens aan jezelf denken?
R: Ik denk wel aan mezelf! Ik ben uit familie-app gestapt. En zij zeggen: je hoort bij de familie en dus moet terug in de appgroep, anders hoor je niet bij de familie!
M: [duidelijk] Maar dat is super heftig! Jij wordt buitengesloten en niet geaccepteerd!
R: [fel] Jawel! Ze omarmen me!
M: Ja, met zakdoeken en omgekeerde vlaggen zeker? Wat zegt jouw man hier allemaal van trouwens?
R: [timide] Ik moet gelijk denken dan een moment tijdens Corona. Zijn familie wilde langskomen. Ze trokken zich niets van de beperkingen aan. Ik zei tegen Daniel: ik wil het niet! Toen zei Daniel [slikt, huilt] Als ik moet kiezen tussen jou en mijn familie, dan kies ik voor mijn familie…
A: Wat? En jij noemt dat een goede relatie?
R: [blijft doorzetten] eh, ja, wel, nou, half? [tranen] Ik wil positieve dingen zien, die verdomde kronkel in de familie. Ik hou wel van Daniel…[huilt] Ik heb genoeg eigen ruimte. Dat vind ik ook vervelend…al mijn vriendinnen zeggen dat ik bij hem weg moet….

M: [schuift zijn stoel tegenover Rosalie] Rosalie: ik ben nu Daniel. Wat wil je tegen mij zggen?
R: Ik wil heel graag met je verder, maar zo gaat het niet.
M: Waarom niet?
R: Je loyaliteit ligt zo dicht bij jouw familie, ik heb nodig dat je naast mij staat.
M: Dat doe ik ook!
R: Nee, dat doe je niet. Je hoeft het niet met mij eens te zijn, maar ik wil dat je mij steunt. Dat als ik nee zeg op het moment dat het onze kinderen aangaat dat ik weet dat je naast mij staat!

A: [spreekt Rosalie via de spiegel toe] Wanneer ga je dit tegen Daniel zeggen?
R: [laat haar hoofd zakken] Ik ga met Daniel in gesprek! Ik weet het ook eigenlijk al lang, ik voel nu heel duidelijk dat ik het moet doen…ik vind het doodeng, maar het moet echt anders!

Rosalie tekent een contract, om met Daniel in gesprek te gaan, ze lijkt echt van plan het te gaan doen en durft in te zien waar ze in zit. Wij zijn eerlijk gezegd nogal onder de indruk.

Ellen klaagt bij Ajax

We zijn bij een ziekenhuis in het westen van het land. Ellen, een vrolijke vijftiger, komt de coachsalon binnen.

E: Ik had begrepen dat ik een probleem moest meenemen. Dus ik heb een probleem meegenomen van de organisatie.
M: [duidelijk] Dat mag natuurlijk niet. De organisatie krijgen we niet in deze ruimte. Het moet een probleem van jou zijn!
E: [glimlacht] uh, het is ook wel mijn probleem.
M: Ah, dat scheelt. Dus het is van jou! Goed zo. Eigenaarschap. Daar houden we hier van.
E: Ik heb gewoon moeite met de organisatie. Ik merk dat ik onverschillig word, een beetje ga onderduiken, management vermijdt. Ik vind de inhoud en mijn collega’s hartstikke leuk, maar contacten met het management niet. Ik heb geen idee waar ze mee bezig zijn. En ik erger me aan mijn nieuwe manager.
M: Dus jouw werk is heel leuk, alleen het management niet. Je maakt van iets dat heel klein is iets heel groots. Daar kies je zelf voor!
E: [onzeker] Ja maar ik vind het wel belangrijk…
A:[richting Martijn] Weet je Martijn, die Ellen is gewoon niet trots op haar bedrijf, haar cluppie. Het is niet meer de club waar ze voor wil spelen. Het is niet meer het Ajax van weleer, met goed management en mooie resultaten. Tijd voor een transfer, volgens mij.
E:[verrast] Ja, daar zit ik stiekem wel eens naar te kijken, maar ik ben al twaalf jaar bij de club. Ik wil ze niet in de steek laten.
M: Kijk! Een trouwe supporter. In goede én slechte tijden. Je hebt natuurlijk jouw kast vol met shirts, sjaaltjes en jouw matties kan je ook niet in de steek laten. Naar een andere club verkassen geeft veel te veel gedoe. En op jouw leeftijd, ik zou het niet doen.
E: [lacht] Nee, klopt. Wil ik ook niet. Ik zou wel weer wat lekkerder willen spelen, meer samenwerken en óók met het management. Maar ik voel me echt niet fijn én veilig, ik ga ze echt uit de weg
M: Maar je zegt net dat je lekkerder wilt spelen, meer samenwerken. En dan ga je ze uit de weg?
E: Ze doen hun best en ik heb voor heel veel dingen wel begrip. Het systeem van financiering vanuit verzekeraars, het registreren van alles maakt het er niet altijd fijner op. En die managers hebben daar veel mee te maken, en dan valt ook haar collega-manager nog uit.  Maar met mijn huidige manager heb ik gevoel dat we niet bij elkaar komen.
A: Dat is geen gevoel, maar een feit! Jullie komen LETTERLIJK niet bij elkaar. En wat ga JIJ daar aan doen Ellen?
E: [schrikt] Het nogmaals benoemen?
A: Ja, dat heb je al gedaan. Dus dat werkt niet toch? Je moet iets nieuws verzinnen.
E: Ja maar ik twijfel over het resultaat, de vorige keer luisterde ze ook niet.
A: Je geeft haar gewoon geen kans! Je zit een beetje te klagen hier, lekker veilig maar je doet er niets aan. Je kunt niet eens bij Ajax voetballen. Je bent niet goed genoeg, niet professioneel genoeg. Misschien moet je naar Cambuur, Ajax zit er voor jou echt niet in! Stel dat je niets doet?
E: Dan verandert er niets.
M: Vind je dat oké?
E: Nee, dat is niet oké! Ik heb van alles geprobeerd.
M: De verbinding is verbroken en jij laat het gewoon gebeuren.
E: [realisatie] Ja…ik zou het wel graag anders willen.
A: Wel GVD! Je zit daar als een… Je komt over als een zeurpiet. [met zeurstem] Het gebeurt toch niet. Ik heb het al geprobeerd. [luid] En als je zegt ‘ik stop er energie in’ klopt dat volgens mij niet. En als je er al energie in stopt is het negatieve energie.

E: [gemotiveerd] Jullie hebben gelijk, het voelt niet goed, IK kan daar iets aan veranderen.
M: [tegengas, luid] Nou, dat vraag ik me af. Je zit hier zielig te zijn. Ik denk dat het niets wordt. Je hebt alles al geprobeerd, zei je net.
E: [heel duidelijk] Nee! Ik wil met haar in gesprek!
M: [versnelt tempo] Wanneer?
E: Over twee weken staat er een bila gepland
M: [snel] Hoe?
E: Met een duidelijke agenda
M: [snel] Wat staat er op die agenda?
E: Hoe ik me voel in relatie met haar!

M: Oké. We doen een rollenspel. Arno is jouw manager. Zeg maar tegen hem wat je wilt zeggen. [Arno schuift stoel tegenover Ellen]

E: [verbaasd] Ik merk, eh,  dat ik het heel moeilijk vind om met je in gesprek te gaan, vorige keer had ik een aantal punten, jij hebt gewoon jouw eigen agenda. Daar zijn we niet aan toe gekomen.

M: Wat heb je nu gezegd over jouw gevoel in relatie met haar?
E: [inzicht] Euh, niks eigenlijk!

M: Nog een keer!

E: [echt oprecht] Ik merk dat ik erg geïrriteerd raak in gesprek met je. Ik voel me niet gehoord. Het maakt me gewoon boos, onzeker en zorgt dat ik je uit de weg ga en dat wil ik niet. Ik wil juist met je samenwerken.
A: Oké, en wat zou jij daaraan willen doen?
E: [overtuigd] Duidelijk vertellen hoe ik me voel. Ik denk gewoon eerlijk zijn.
A: Ik dacht al dat er iets was. Fijn dat je eerlijk bent. Dan zal ik het ook zijn. Ik vond het lastig met je in gesprek te zijn, nu je dit zo uitspreekt maakt het een stuk makkelijker voor mij om met je te praten.

M: Hoe was dat?
E: [opgelucht, vrolijk] Heerlijk! Fijn om de irritaties uit te spreken.
M: Dit was geen managementtaal, niet om de hete brij heen, dit ging allemaal over jou.
E: [duidelijk, luide en vrolijke stem] Dit ga ik over twee weken doen! Ik heb er zelfs zin in!

Liesje houdt van SM

Lies komt de coachsalon binnen, we zijn bij een overheidsinstantie. Lies is rond de veertig en kijkt vrolijk de wereld in.

A: [enthousiast] Zo Lies, jij ziet er vrolijk uit. En ook lekker uitgerust volgens mij.
L: Ik ben sinds gisteren weer aan het werk, heb net een heerlijke vakantie gehad na een zware periode.
A: Dus je bent lekker uitgerust! Heerlijke vakantie achter de rug…wat is het probleem?
L: Ik ga vaak over grenzen.
A: Precies, dus je bent in het buitenland geweest!
L: [lacht] Oostenrijk inderdaad…maar ik bedoel mijn eigen grenzen.
A: Dus wat is het probleem?
L: Ik kan slecht grenzen aangeven, dat is een beetje het probleem.
A: Een beetje?
L: Nee, niet een beetje. Het is echt een groot probleem.
A: [vrolijk] Dat is geinig, het is groot. Waarom zeg je dan een beetje?
L: [sip] Omdat ik het lastig vind. Het woordje ‘nee’ is ingewikkeld.
M: Helemaal niet! In het Oostenrijks is het Nein; Frans, Non. Engels, No. Niets ingewikkelds aan!
A: Dus jij lost hier alles voor jouw collega’s op en vindt het fijn dat je overbelast raakt…hou je ook van SM?
L: [lacht] Nou zeg!
A: Het voelt wel zo toch? Je laat over grenzen gaan, voelt je gebonden, en voelt je machteloos. Klinkt als SM! Heb je dan ook zo’n rubberen kap?
L: [lacht hard] Ik voel me inderdaad echt gebonden.
M: Kun je het wel zeggen eigenlijk: ‘Nee!’?
L: Jawel, vandaag nog. Ik werd gevraagd om ergens te helpen, eerst zei ik ja en daarna nee.
M: Hoeveel ruimte heb jij nodig om in balans te blijven, want het duurt niet lang meer voordat je omvalt, toch?
L: [schrikt] Ja, ik moet duidelijk grens aangeven.
A: Dat zou ik niet doen, dan worden je collega’s vast boos.
L: Ik voel me verplicht onze klanten te helpen, ik voel me gedwongen..
A: [guitig] Ha, SM!
L: [geknepen stem] Het is niet goed…
M: Ik vind het wel mooi, je kunt natuurlijk de cliënten en collega’s niet laten zitten. Een beetje ambtenaar gaat over grenzen, dus je past hier goed…je bent echt een Vlijtig Liesje!


Lies lacht hard en wordt tegelijkertijd emotioneel.

A: [vrolijk] Eigenlijk ben je heel gemeen en ga je allemaal mensen met jouw problemen opzadelen, zo meteen val je om, kun je de cliënten niet meer helpen en ook jouw collega’s laat je in de kou staan. Ik zou maar vast die rubberen kap opdoen, weten ze in ieder geval niet wie die verschrikkelijk slechte collega is. De hoeveelste keer wordt dit eigenlijk dat je gaan uitvallen?
L: [kijkt schuldig] Het wordt de tweede keer
M: Mooi, met ervaring! Is het veel fijner…
L: [zacht] Ik voel dat ik richting een burn-out ga.
M: Fijn, dan kun je je voorbereiden en je collega’s ook.
L: Ik heb aangegeven dat ik het niet doe als het niet gaat…
A: Mmmm, klinkt overtuigend. Ja, wat vind je Martijn?
M: Zeker, Lies gaat echt voor zichzelf staan. Ik denk dat haar collega’s staan te trillen.
L: Mijn manager zei tegen me “als je bepaalde zaken niet kan opnemen, dan lijkt het me slim de bedrijfsarts in te schakelen”…dat wil ik niet!
M: Je hebt groot gelijk Lies. Jij, sterke Lies, hebt dat niet nodig. Je bent toch zeker geen watje?
L: [schuldig] oohhhh wat erg dit…Ik denk dat dat het is ja, dat ik niet kwetsbaar wil zijn.
A: En het is ook fijn voor jouw kinderen dat je zo weer in een burn-out komt. Kunnen ze lekker van je genieten thuis!
M: [luid] WANNEER GA JIJ JEZELF SERIEUS NEMEN LIES!
l: [verbaasd, geschrokken] Doe ik al…ik ga al naar een psycholoog…die vind dat ik stappen maak…
A: Ah, mooi, dan komt het allemaal goed.
L: Gisteren ging het direct al niet goed, de eerste dag na vakantie dacht ik direct HELP.
M: Je voelt dus dat je weer richting een burn-out gaat. Hoe lang geb je nog te gaan?
L: Ik vind het gewoon lastig om naar de bedrijfsarts te gaan…
M: Hoe lang nog Lies?
L: Tussen nu en een half jaar…
M: Dat is lekker, je hebt tenminste een deadline, kunnen jouw collega’s zich ook vast voorbereiden.
L: [handen voor gezicht] Dat zijn ze al aan het doen…
M: Kan je mooi volgens planning uitvallen!
L: Jeetje…als je dit zo zegt…dan is het echt niet goed….shit….
M: Ik vind het wel mooi dat je zo blijft glimlachen…
L: [verdrietig] Ik kan nu bijna huilen…[slikt]  Ik vind het heel lastig… [snikt] …Om het naar mijn collega’s uit te spreken, maar ik moet; het gaat niet meer…ik ben aan het overleven…ik ga met mijn collega’s in gesprek…en naar de bedrijfsarts. [huilt]

We laten haar even. Ze tekent het contract.

L: Pff mannen, heftig, ik zie er tegen op. Maar ben ergens ook heel erg opgelucht!

Sanne….BITCH. K*WIJF.

We zijn bij een grote verzekeraar, Sanne komt binnen, een degelijke dame van midden dertig jaar, ze is zakelijk gekleed.

A: Hoe zit je?
S: [strak] Gespannen
A: Mooi! Wat vind je spannend?
S: Ik heb het gevoel dat ik nu eens naar mijzelf moet kijken…
A: [vrolijk] Dat doe je nu….wat zie je dan?
S: Ik wordt er niet blij van
A: Wat maakt dat je niet blij wordt?
S: Nou…eh…..dat ik…eh….naar veel dingen niet zo goed durf te kijken.
A: Maar nu doe je dat wel….wat zie je nog meer?
S: [kijkt nadrukkelijk in de spiegel]….Dat mijn ogen niet staan zoals ze normaal staan….en dat ik een dikke kop heb.
M: [speelt opgelucht] Nou, het is dat jij het zegt Sanne….en gelukkig is het een dubbele spiegel….maar ik vind ook dat jij een enorm dikke kop hebt. Toch Arno?
A: Blij dat ze het zelf aansnijd….we zien veel mensen….maar dit?
S: [lacht] Ja…echt he?
A: [serieus] En wat zeggen jouw ogen?
S: Dat het een beetje stil is [begint te huilen]……
A: Een beetje stil is wel lekker toch?
S: [emotioneel] Nee….Gatver….ik had helemaal geen zin om te gaan janken….[tussen tranen door, hikkend, sniffend] Er zijn heel veel dingen…….heel, heel, heel veel dingen mis gegaan….en ik doe zo mijn best om het……niet te laten zien….op mijn werk….
A: Wat maakt het nu stil?
S: Ik weet het niet…
A: Ben je eenzaam?
S: [knijpstem] Ja…
A: Hoe is het om dat uit te spreken?
S: Best wel kut!
A: [vrolijk] Wat is het probleem eigenlijk…lijkt me heerlijk. Beetje stil…lekker alleen…is er een droom uit elkaar gespat…een relatie?
S: [kijkt verrast op] Ja…..daar begon het mee….
A: En waarmee is het geeindigd?
S: [heel verdrietig] Ik ben bijna al mijn vrienden kwijt
M: [opgewekt] Dat vind ik wel mooi, iemand met zo’n dikke kop, al haar vrienden kwijt…..dan moet je wel een ver-schrik-kelijk mens zijn! Heb je dat eigenlijk al gezegd tegen ze….dat je een verschrikkelijk wijf bent.
S: Nee.
M: [hoog tempo] Dat moet je nog doen.
S: Ja.
M: Al een plan voor?
S: Een beetje.
M: Wie als eerste?
S: Mijn broer.
M: Hoe heet hij?
S: Allard.
M: Ok, je gaat eerst naar Allard….wat ga je zeggen?
S: [breekt weer] dat het me ontzettend spijt…
M: Wat..
S: Dat ik zo over zijn grenzen ben gegaan…
M: Hoe dan?
S: Ik heb niet gerespecteerd wie hij is.
M: Hem pijn gedaan?
S: Ja.
M: [nog steeds hoog tempo] Heeft hij dat ook gezegd?
S: Ja.
A: Zijn jullie het daar over eens. Mooi.
M: Wat zal Allard zeggen.
S: [verdrietig] Dat het heel kut is……[duidelijker] en ook dat ik er was voor hem toen hij het moeilijk had…..en dat hij er nu ook voor mij zal zijn!
A: Hoe vind je dat?
S: Fijn…maar ik verdien het niet.
A: Nee dat klopt, jij hebt het ZEKER.NIET. VERDIEND! Wat een VERSCHRIKKELIJK.K*WIJF.BITCH ben jij…….toch?
S: [glimlach]Ja….dit was wel kut.
M: En je moet de rest van je leven boeten!
S: [lacht opgelucht]….dat ook weer niet.
A: Ok. Dit was Allard. Met hem ga je in gesprek! Wie is de volgende!
S: Tja….[stil]……
M:[opgewekt] Ik snap niet dat je zolang moet nadenken….je bent iedereen kwijt…dus keuze zat!
A: [hand op schouder] Wie mis je het meest?
S: [direct] Mijn vader!
A: Heb je hem ook pijn gedaan?
S: Nee, dat valt wel mee…..hij reageert er eigenlijk niet echt op.
M: Moet het met je vader ergens over gaan?
S: Nee…niet echt eigenlijk
M: Een typische man dus
S: [lacht opgelucht] Precies.
A: Wat maakt dat je het niet doet?
S: Ik denk dat hij het lastig vind…
A: Dat is een aanname…ga met hem wandelen en het nergens over hebben…de meeste mannen vinden dat wel fijn….
S: Ja. Dat deden we altijd….naar het bos…wandelen…
A: Mooi! Doen?
S: [vrolijk] Ja!
M: We krijgen best een plannetje toch? Hoe is dat?
S: [kijkt vrolijk] Fijn. Ik voel enorme opluchting.
A: We gaan nog één moeilijke pakken. Welke van jouw vrienden ……
S: [zakt weer helemaal terug] tja….
M: Je neemt wel alle schuld op je. Wat voor verschrikkelijks heb je gedaan? Heb je iemand vermoord?
S: [glimlach] Nee…
M: Heb je het gedaan met de man van jouw zus?
S: [grote lach] Nee! Ook niet.
M: Wat voor verschrikkelijks heb je dan gedaan? Brand gesticht? Doorgereden na een ongeluk? Zeg het!
S: Nee….allemaal niet…nou ja…ik heb mijn relatie enorm verkloot!
A: [handen op wangen] oooh….echt….wat….errug!! Hoor je dat Martijn! Pas op, ze is gevaarlijk. Ze heeft haar relatie verkloot!
M: En daarom zijn al jouw vrienden weg! Keurig.
S: Ze vinden dat ik de baas speelde…
M: Terecht! Jouw ex had wel een beetje duidelijkheid nodig toch?
S: Nee…absoluut niet
M: Maar hier zit wel een BAZIG.KUTWIJF toch?
S: [opstandig] Nee! Het is ook echt niet allemaal slecht geweest!
A: Huh? Zeg dat nog eens?
S: Nee…echt niet….ik kan wel scherp zijn….maar het was ook echt wel goed!
M: Wij werken ook in TBS kliniek, ik dacht eerst dat jij daar thuis hoorde….maar nu ik dit hoor….jij bent een watje.
S: [lacht, bevrijdend] Ach man….pfff….ik heb echt wel mensen pijn gedaan….maar zo erg was het ook niet!
A: Ok, we doen er nog ééntje. Een moeilijke. Wie wordt de laatste!
S: [valt weer beetje stil] Nou…eh…Evelien.
A: Mooi, wat wil je met haar doen?
S: Gewoon….weer in contact.
M: Tja…..gewoon…weer in contact…..dat lijkt me NIET te doen. Kansloos. Ik ken Evelien een beetje….die zit niet op jou te wachten.
A: Als je contact hebt…waarover wil je het hebben?
S: We gingen altijd samen naar concerten….[slikt geëmotioneerd} dat zou ik heel graag weer willen
A: Dat is top! Tijdens een concert kun je niet eens met elkaar praten. Dus dat lost zichzelf weer op!
S: Nee….
M: Waarom kan het niet?
S: Omdat het ongemakkelijk is.
M: Tja….de huidige situatie is gelukkig een stuk makkelijker….
A: Vind ik ook….tja….
S: [berust, glimlach] Ach…je hebt ook gelijk! Ik maak het groter dan het is. Ik ga haar bellen, zeggen dat ik het ingewikkeld vind, maar wel heel graag in contact wil, en weer samen naar een concert…
M: Ik zou dan een Metal Band doen…kun je lekker pogo-en….lekker al die agressie eruit…tegen haar aan beuken!

Sanne lacht bevrijdend.

A: Kijk nog één keer in de spiegel, hoe staan je ogen?
S: [licht] Veel beter….echt beter.

Elvira aast op de erfenis

Een charmante vrouw komt de coachsalon binnen. Elvira draagt een lange rok met mooie blouse. Een kleurrijke en stralende vrouw.

A: Als ik zo naar je kijk, kun jij bijna geen probleem hebben…
E: [luide lach] Niet op het werk nee…
A: Dus een privé probleem, leuk! We doen alles, werk, privé…we specialiseren ons in échte serieuze problemen…dus geen kleine dingetjes…
E: [verbaasd] Jullie brengen me in verwarring…er speelt iets heel groots…maar dat wilde ik niet bespreken. Ik heb iets anders in mijn hoofd
A: We doen alleen de grootste problemen vandaag…dus we doen die, toch Martijn?
M: Tuurlijk!
E: [vertwijfeld] Nee…dit kan ik echt niet maken…het is echt ingewikkeldte privé. Jullie halen me niet over…Nee, ik kan het niet maken. Het probleem dat ik eerst wilde inbrengen gaat over mijn volgende stap in carrière. Ik kan een baan aannemen, maar weet niet of ik het moet doen.
A: [vrolijk] Tuurlijk niet! Dat weet je zelf ook wel. Nu het echte probleem…kom op!
E: [luide lach] Nou vooruit! Die baan klopt trouwens wel
A: Zie je wel…kom op met het echte probleem!
M: Je hebt geluk Elvira, vandaag lossen we er twee op!

E: Oké dan [diepe zucht; verzamelt moed] In mijn familie is er een enorme toestand. Er is wat vastgoed in de familie. Maar mijn zus kleedt mijn vader financieel helemaal uit. Hij tekent alles. Ze is zijn vertrouweling, maar mijn andere broers zien het met lede ogen aan…
A: Dus jij maakt je zorgen over jouw erfenis!
E: [fel] Daar gaat het niet over!
A: Nou, een beetje wel toch?
E: [traan] Nee…ze maakt mij zwart bij hem. Ik heb alles gedaan, altijd. Toen mijn moeder overleed was ik degene die alles regelde en er voor mijn vader was. En hij is door haar gelieg nu mijlenver van me af komen te staan…en mijn andere broertje heeft ontdekt dat….….[Elvira loopt helemaal leeg…de familiegeschiedenis wordt in 2 minuten helemaal verklaard. Ze is heel boos en verdrietig]

M: Maar wat is nu eigenlijk het probleem? Ik hoor alleen maar feiten. Dat is niet leuk, maar jij kunt hier niets aan doen. Dus wat is het probleem?
E: [Is even in de war] Ik euh, ik ben bang dat ik contact met mijn vader verlies. Hij is op leeftijd, ik heb het al eerder gehad, ik ben de kritische dochter.
M: Dus gewoon stoppen met lastige vragen stellen toch?
E: [ferm, standvastig] Dan kan ik mezelf niet meer in de spiegel aankijken.
M: Dus dat is duidelijk geen optie…eigenlijk zeg je ik doe alles goed, alleen de uitkomst vind ik niet leuk. Dus wat wil jij veranderen?
E: Ik wil dat mijn vader inziet dat….
A: [onderbreekt]. Dat gaat hij niet doen, wat ga JIJ veranderen?

E: Misschien hebben jullie wel gelijk, ik doe de dingen, waar ik achter sta, alleen de uitkomst is inderdaad niet zoals ik wil…dit is een lesje in accepteren.
M: Opgelost dus?


E: [grote lach]  Als hij weet dat we het hier over hebben, wil hij me nooit meer zien.
A: We hebben een verrassing voor je: [luide stem] ‘meneer, vader van Elvira, kom er maar even bij!’
E: [lacht heel hard, handen voor mond] Dit is echt te gek voor woorden, het lucht wel op. En het voelt ook rot, dat ik zo zit te klikken, maar mijn zus heeft echt een wig gedreven. Ik voel me eenzaam en niet gesteund.
A: Zeg dat nog eens?
E:[emotioneel] Ik voel me eenzaam…en niet gesteund.
A: Dat is geen gevoel, maar een feit. Dus dat klopt. Je bent machteloos toch?
E: Enige maanden geleden heb ik een mooie brief opgesteld en voorgelezen aan mijn vader. Voor mij was dat een soort goede afsluiting. Alleen, ik kan mijn andere broertje en zus niet alleen laten…er komen nog meerdere gesprekken.
M: Nee, op die leeftijd hebben ze echt jouw hulp nodig! Jij bent de grote bruggenbouwer, moeder Theresa…dat vind ik ook zo mooi  aan jou.

A: Ik hoor je zeggen dat je alles hebt geprobeerd, dat je het niet meer zo wil doen, dat je het hebt laten vallen…
M: Lieve Elvira, je hebt alles gedaan. Je voelt je eenzaam en niet gesteund. En toch ga je nog steeds door, wat wil je nog bewijzen? Jouw spel is over. Ze hebben je door…de erfenis is verdeeld…
E: [kijkt voor zich uit] Ik heb wel eens gedacht…ja! [fel], dat ga ik doen.
A: Wat?
E: Ik ga een gesprek aan met mijn broertje en zus, ik ga ze vertellen hoe het voor mij is, hoe machteloos ik me voel en ook dat ik het ga laten gaan. Ik heb alles gedaan wat ik kon en, nog belangrijker, waar ik achter kan staan. En daar laat ik het bij. Het is goed zo.

E [kijkt heel erg vastberaden en ook opgelucht]. Pffff mannen, ik had niet gedacht dat ik dít zou bespreken, maar ik ben zoooo blij dat ik het met jullie heb gedeeld! Heel verhelderend.

Sara en het Imposter syndroom

Er komt een jonge vrouw opgewekt de coachsalon binnen, ze stelt zich voor als Sara.

A: Ben je een beetje een Sara?
S: Ja…volgens mij wel.
A: Stel dat je Astrid had geheten.
S: [kijkt vies] Nee…
A: Heb je nog meer namen?
S: Nee, alleen een achternaam.
A: En?
S: Balovi
A: Daar is er maar eentje van toch?
S: [vrolijk] Nee, er is er nog eentje heb ik via LinkedIn ontdekt.
A: Maar jij bent veruit de leukste…wat is eigenlijk het probleem?
S: [terug op aarde] O ja, het probleem is dat ik het niet leuk vind om thuis te werken.
A: Oké, wat is daarvan het probleem?
S: Ik word er ongelukkig van.
A: Waarom ga je dan niet weg? Naar een andere baan? Dat zou ik doen.
S: Ja, daar ben ik mee bezig.
A: Mooi. Opgelost dus.
S: Het punt is dat ik het moeilijk vind om mezelf te promoten.

M: Wacht even Sara, eerst was het probleem dat je het niet leuk vindt om thuis te werken, nu is het dat je jezelf niet kunt promoten…
A: Wat voor promotiemateriaal heb je al ontwikkeld?
S: [luide lach] Nou, toevallig heeft mijn werkgever een profiel van mij opgesteld, als consultant.
A: Dat doe je fantastisch! Jouw baas maakt jouw promotiemateriaal. Dus dat is opgelost! Dus wat is het probleem?
S: Nou ja, je moet wel in gesprek gaan met mensen…en op papier lijkt het wel wat.
M: Maar in het echt is het dus slecht! Waardeloos!
S: Ja, ik heb het Imposter syndroom!
M: Lieve Sara, eerst vind je thuiswerken niet leuk, dan kun je jezelf niet promoten en nu heb je weer een ander probleem: het Imposter syndroom…
A: Help mij even, wat is ook alweer het Imposter syndroom?
S: Dat je bang bent dat je door de mand valt. Dat je niets voorstelt.
M: Maar dat is bij jou feitelijk ook zo toch? Dus dat klopt gewoon.
S: [luide lach] ….
A: Ja lach maar…wat stel jij nu eigenlijk voor Sara Balovi?
S: Ja…dat is een goeie…
M: Ja precies, als je niets voorstelt…kun je jezelf dan even voorstellen?
A: Dat wordt heel kort
S: [lacht] nou echt wel…ik stel echt wel wat voor!
M: Oké, ga staan en stel jezelf voor
A: [applaus] Dames en heren, Sara Balovi!!! [joelt]
S: Nou ja… euhh…Sara, 34 jaar, psychologie gestudeerd…ik neem een podcast op…ben analytisch…creatief…me aan het omscholen tot Business Intelligence consultant…goed in data research…[en ze benoemt nog een aantal dingen].
A: Mooi…hoezo psychologie…moest dat van je ouders? Die zeiden, jij hebt imposter-syndroom. En toen dacht je ik wil weten wat het is en ga psychologie studeren…Wat is nou de kern van het probleem?
S: [lacht] Onduidelijkheid….dat ik zelf niet duidelijk ben!
M: Net toen je je voorstelde was je duidelijk. Wat wil je nou?
S: [duidelijk] Ik wil die Business Intelligence kant op!
M: Mooi. Dat gaat lukken toch?
S: Ja!…denk ik wel…al is het niet honderd procent zeker [lacht om haar eigen uitspraak]

A: Las jij vroeger de boeken van Grimm?
S: [verbaasd] euhh…nee…wel Harry Potter.
A: Mooi. Dus je gelooft wel een beetje in sprookjes…
S: [lacht hard] Ja, nou!
A: [dromerig] Er was eens een jonge mooie vrouw, ze heette Sara, ze had goudblonde haren en een vrolijk gezicht…alleen haar brein was een soort computer. Ze kon sneller denken dan het geluid. Ze noemde haar wel ‘Quantum Sara’! Als ze aan het denken was ging dat zo snel, dat ze ook haar gedrag erop wilde aanpassen. Maarrr, ze kon niet vertragen…dat was haar lot.

Sara wordt stil…

A: [serieus] Als ik wat zeg, zie ik jouw brein op hol slaan…de vonken vliegen bij wijze van spreken uit je hersenpan…haal eens heel diep adem.
S: [Diepe zucht] …ik weet ook echt wel waar ik goed in ben, dat BI verhaal kan ik, vind ik leuk en wil ik in verder. Eigenlijk is het heel simpel en duidelijk. [ondertussen zit Sara aan haar ring te draaien]

M: En Quantum Sara had een geheime ring…,daar zat ze de hele tijd aan te draaien. En als het leven te snel ging…draaide ze de snelheid terug…haar ring werkte als een vertrager….

Sara raakt geëmotioneerd.

A: Vertel?
S: Die ring is speciaal voor me. Hij was van mijn moeder. Ze overleed twee jaar geleden.
A: Dus als jouw tempo te hoog is…draai je aan de ring. Dan haal je diep adem… en dan voel je of je op het juiste pad zit.

S: [hele diepe zucht en ontspant zichtbaar, met glimlach, kijkt naar haar ring] Ja, ik weet ook wel dat ik op de juiste weg zit, heb ook veel zin in het nieuwe avontuur. Gek genoeg voelt het draaien aan de ring als een heel goed idee…om even te vertragen, tempo omlaag…[ze kijkt vrolijk en gedecideerd op] Ik weet dat ik op de goede weg zit. Het klopt!

M: …ze leefde nog lang en gelukkig!

Sara lacht, oogt opgelucht en dankbaar.