De droom van Orlando

Een grote Surinaamse man komt de coachsalon binnen met een grote lach en warme uitstraling. Als hij spreekt klinkt het relaxed, zangerig met een altijd aanwezige tevreden ondertoon.

A: Mooi dat je er bent. Hier komt iemand zo relaxed binnen. Ga lekker zitten…
O: Ik vind het wel spannend.
A: Dat snap ik, mensen met een groot probleem vinden het vaak spannend om hier te komen zitten.
O: Oh, ik heb een luxeprobleem, denk ik.
A: Vind ik mooi; past bij je. Je ziet eruit alsof je van luxe houdt man. Te veel geld?
O: [Grote lach] Ook
A: Te veel vrouwen?
O: [luide lach] Ook
A: Geen probleem toch? Don’t worry about a thing…..everything is gonna be allright…
M: Hoe heet je eigenlijk?
O: Orlando.
M: Yo Orlando, met zo’n naam man…geen zorgen!
O: Het probleem is dat ik me aan het ontwikkelen ben als gedragsspecialist en dan doe ik pedagogische wetenschappen. Ik wil me inzetten voor mijn land…..Suriname. Maar als ik om me heen luister, is het niet verstandig om te doen. Ik hoor veel verhalen van anderen, en die moedigen me niet aan.
A: Dus jij laat je snel afschrikken.
O: Nee man, maar ik wil niet te koppig zijn. In Suriname zien ze mensen die uit Europa terugkomen als mensen die het beter weten.
A: En dat is ook zo toch? Dus dat klopt.
O: Ja man. Ik wil wat betekenen op macro niveau.
A: Goed doen! Macro is mooi! Beter dan Mocro toch?
O: [grote bulderende lach] jiehii, Macro en Mocro man. Mooi.
M: Wat houd je tegen? Ik snap het niet. Je vertelt jezelf al dat het niet lukt. Je bent toch je wilde haren al kwijt
O: [wederom bulderlach] ja man….ik ben verstandig nu.
M: Is het echt jouw droom?
O: Ja man, altijd.
A: Altijd?
O: Ja, van kinds af aan.
M: Ben je nu een kind of een man
O: Ik speel nog altijd, maar ik ben verstandig
M: Stel je overlijdt op je 85e. Wat moet er op jouw begrafenis gezegd worden? Orlando was een lafaard, hij kwam niet terug naar Suriname om zijn droom te volgen of Orlando was van grote betekenis voor zijn land…
O:[ineens heel serieus] even denken man…..[lange stilte]
O: [een hele grote grijns]  Orlando volgde zijn droom….. doet studie na studie, is ben bezig met het schrijven van een methode, specialiseert zich in gedrag.
M: Orlando man, je bent gewoon de boel vet aan het uitstellen. Je verzint excuses.
O: Nee man, het zit in de financiën.
A: Hè, dat was toch geen probleem?
M: Ben je niet gewoon een lafaard? Ik las dat er heel veel Surinamers – die Europa wonen – graag weer terug willen, maar te schijterig zijn om het te doen. Mooie begrafenisspeech wordt het.
O: Ja man…ja man….ik weet veel over gedrag.
A: Maar het hoofdstuk over uitstelgedrag heb je zeker nog niet gedaan.
O: [hele luide lach] Maar ik wil écht iets betekenen.
A: Zeg dat nog eens heel hard.
O: Ja man, ik wil echt iets betekenen!

M: Wanneer ga terug naar Suriname, volgend jaar? Over 6 maanden?
O: Ja man….dat is zo… Mijn bevlogenheid zal altijd blijven weet je?
A: Ja man….mijn bevlogenheid….je zit gewoon op een bankje Orlando. Sitting on the dock of the bay…ik zie hier geen bevlogen man! Hier zit een lafaard!
M: Wanneer ga je weg?
O: Na mijn opleiding ben ik ready to go.
M: Dus over twee jaar.
O: Ik moet echt gaan man…shit man…
A: Nee, ik snap het wel Orlando, nog ff uitstellen toch?
M: Wanneer ga je?
O: [vastberaden]. Ik ga over 2 jaar, in 2024!
A: Hè? Dat is 2023 toch?
O: Nee man, het zijn schooljaren. Dus in schooljaar 2023-2024 ben ik klaar.
A: Maar je gaat toch? Lafaard?

O: [staat op, met grote trotse ogen en vastberaden] Ja man, ik ga! Dat zeg ik toch man. In 2024 ga ik naar Suriname om het onderwijs te verbeteren in mijn land!

A&M: Mooi!

De stiekem jaloerse moeder

Beatrijs komt binnen. Verzorgd, vrolijk en opgewekt.

M: Als ik jou zie, zie ik veel vrolijkheid. Dus een echt groot probleem zal het niet zijn.
B: Ik dacht, welk probleem moet ik meenemen.
M: Nooit doen.
B: Het gaat over mijn dochter. Die oudste zit in de brugklas op school in Rotterdam. We maken ons zorgen om haar.
M: Dat lijkt me geen probleem toch?
B: Ze zit veel thuis, op haar kamer. In Coronatijd
A: Hoe is het met haar?
B: Wisselend. Laatst in huilen uitgebarsten, ellendige Corona.
M: Maar wat is dan voor jou het probleem?
B: Ik wil haar helpen, maar we mogen haar niet helpen.
A: Dus opgelost.
M: Je bent toch haar moeder?
B: Ja, maar ze wil het zelf doen?
A: Is ze verstandig?
B: Ja
A: Kan ze het zelf oplossen?
B: Nee!
M: Dus dan is het jouw taak om dat te doen, toch?
B: Nou, nee…
M: Huh, maar wat is dat het probleem?
B:[diepe zucht] We hebben stiekem contact opgenomen met haar mentor. Achter haar rug om. Ze was zo boos….
M: Ja, terecht toch? [hele diepe zucht] Zijn jullie zulke ouders…
B: Ja, dat wel, maar we willen het toch doen…Ze zei: ‘Ik haat jullie!’
A: Goed zo! Ze heeft een eigen wil. Dat vind ik wel mooi voor een meisje van dertien. Sterk!
B: [terneergeslagen] Het is zo moeilijk om de balans te vinden tussen los laten en ondersteunen.
M: Nog één stap terug…..jij maakt je dus zorgen. Hoe heb je haar dat verteld?
B: Niet in de goede volgorde achteraf…
A: Nee, eerst stiekem de mentor bellen en dan zeggen dat je je zorgen maakt….lekker handig Bea! Wat een stiekeme moeder ben jij!
B: [emotioneel] Ik probeer haar uit te leggen dat ik me zorgen maak.
A: Dus jij bemoeit je met haar problemen. Irritant toch?

M: Wat is de kern? Waar ben je het meest bang voor?
B: [bijna fluisterend] Dat ze ons niets meer vertelt. Niets meer met ons wil delen
M: En is dat zo?
B: Nee, ze vertelt ons wel allerlei dingen.
M&A: OOOOhhhh. Dus het valt wel mee!

A: Heb jij aan haar verteld dat je bang bent dat ze uit verbinding gaat?
B: Nee…
A: Jij vertelt niet tegen je dochter…en zij vertelt niet tegen jou. Zo moeder zo dochter, toch? Dus beide eigenwijs, toch? Wel eerlijk.
M: Dus ze lijkt op jou…..
B: [klaart zichtbaar op] Ja….eigenlijk wel.
M: En jij bent goed terecht gekomen toch?
B: [vrolijk] Ja!
A: En dingen gedaan die heel stom zijn, toch? Vertel eens wat is het stomste dat je ooit hebt gedaan?
B: [verlegen] uh..
M: Ok, nog één keer….wat is nu precies het probleem?
B: [lacht vrolijk] Dat ik eigenwijs ben!
A: Vind je het ook een beetje leuk hoe ze reageert?
B: Nee, niet leuk! Maar aan de andere kant wel mooi dat ze zichzelf durft te zijn.

A tegen M: Martijn, weet je wat ik denk?  Ze vind het gewoon lastig haar los te laten. Haar moederhart breekt een beetje. Haar kleine lieve dochter wordt groot.
B: [fluisterend] ja, misschien is dat het ook wel.
M: Wil je haar niet té graag een volwassen en verstandig leven laten leiden?
A: Ze is tenslotte al dertien.
M: Wat is het stomste dat jij ooit gedaan hebt? Kom op!
B: [Lacht nerveus] ….weet ik echt niet…ik was best wel braaf.
A: Ooh, ze lijkt toch niet op je.
M: Ben je jaloers?
B: [openbaring, verbaasd]…uh, ja, eigenlijk wel misschien. Ik had wel wat tegendraads willen zijn.
A: Dus wat is nu ook alweer het probleem?
B: [lacht] Ja, ze is echt een prachtmeid met lef! Ze komt er wel!
A: Wat zeg je nou?
B: Ja, ze komt er wel. Ik moet me niet zoveel zorgen maken; dat is niet nodig. Met haar mooie eigenwijze stijl komt ze er echt!
A: Wat zou je nu tegen haar zeggen?
B: Dat ze het goed doet, dat ik trots op haar ben en dat ze zichzelf mag zijn….[tranen]
M: Wat raakt je nu zo?
B: Ze staat nu zo dichtbij…ik weet het niet.
M: Wat zou je het liefst met haar doen….wat goed voor jou is? Wat heb jij nodig?

B: Ik zou wat meer afstand willen nemen…[tranen]. Haar haar eigen gang laten gaan en geen oordeel direct klaar hebben. Dat heb ik ook nodig. Het lijkt wel of ik mijzelf verstik. Als ik haar ruimte geef krijg ik zelf ook meer ruimte. [stilte….Beatrijs haalt opgelucht adem en kijkt ons aan]

B: Jeetje, wat me echt raakte is dat ik jaloers op haar ben en ook dat ik zelf meer ruimte nodig heb. Dat had ik echt niet in beeld. Dank jullie wel mannen. Ik ga ruimte maken!

Jorrit legt een rookgordijn

Jorrit stapt binnen. Met een gezellige Brabantse tongval groet hij ons. We gokken een echte reclameman.

A: Zo gezellig Jorrit! Hoe is het leven!
J: Goed goed.
A:En werk? Volgens mij ben jij een reclameman ofzo. Mooie hippe kleding, kek sjaaltje en goede schoenen.
J: Ja zoiets, ik ben hier de commercieel directeur.
A: Mooi. Hier zit dus een commercieel directeur die een dubbelgoed leven heeft.
J: Huh, dubbelgoed??
A: Ja, ik vroeg net hoe het leven was en toen zij je goed goed…
J: [lacht] ah ja ja.
A: Nu doe je het weer. Je zeg ja ja. Dus twee keer ja. Leid je een dubbelleven ofzo?
J: [mond valt open van verbazing] Wat bedoel je, ah, nu je het zo zegt, misschien wel eigenlijk….
M: We hebben er weer eentje! Commerciële mensen leiden heel vaak een dubbelleven, wist je dat? Mooi aan de buitenkant, maar beroerd van binnen. Typisch…
J: Nou, beroerd van binnen is het niet helemaal…
A: Maar wel een beetje toch? Wat is eigenlijk jouw probleem? Of waarschijnlijk heb je er ook twee.
J: Waren het er maar twee, pfff.
M: Dat krijg je met zo’n dubbelleven. Je moet alles onthouden, wie heb je wat verteld, niet vergeten je telefoon op te schonen voordat ze meekijkt etc
A: Ik weet het, je hebt een geheime relatie.
J: [Lacht] Nee….die is gelukkig over!
M: Dat scheelt een heleboel gezeur. Mooi.
A: Je drinkt stiekem op je werk.
J: Nou, je bent wel warm.
A: Andere verslaving dus….en je vrouw weet het niet.
J: Mijn vriendin weet het inderdaad niet.
M: Seks verslaving?
A: Nee, dat had zijn vriendin wel gemerkt…wel jammer trouwens.
M: Gokverslaving?
J: Nee, ook niet…
A: ROKER, je bent een stiekeme roker….Ha!
M: Maar dat is natuurlijk helemaal geen probleem toch? Hier zit een man van rond de vijftig, commercieel directeur en die maakt zich zorgen dat hij stiekem rookt. Tsss. Is dat alles?
J: Ik vind er wel wat van….
A: Ja, ik vind er ook wel wat van. Maar wat is het probleem? Ik vind het eigenlijk wel mooi, past ook bij je imago van een beetje sneaky salesman. Je lijkt ook wel een beetje op de Marlboro-man eigenlijk. Rookgordijnen is jouw specialisme en vak. Eigenlijk ben je een vakman.
J: Dat ik rook is tot daar aan toe, maar stiekem..
M: Blijf je wel jong bij. Als puber deed je dat ook toch? Stiekem roken, drinken en porno kijken.
A: Jammer dat het eigenlijk geen seks verslaving is vind ik, niet Martijn? Die hebben we niet zo vaak hier.
M: Wat voor merk rook je?
J: Camel.
A: Dat zou ik ook stiekem doen. Gadverdamme! Ook nog een merk van niks. Dus wat is het probleem Jorrit. Je rookt Camel, tuurlijk stiekem. Who cares. Vindt je vriendin het niet lekker? Haar probleem toch?
J: Ik ben sinds een half jaar weer begonnen. Ik was vijf jaar gestopt.
A: Nou en….dan ga je toch weer stoppen?
J: Dat wil ik liefst wel.
A: En dan ga je gewoon een fatsoenlijk merk roken. Marlboro of Lucky Strike ofzo. Of zo’n elektronische sigaret. Dat vind ik wel bij jou passen!
J:[lacht] Nee jongens, ik wil echt stoppen.
M: Ik zeg doen!
J: Ik weet niet hoe?
M: Nee, ik zou het ook niet weten. Lijkt me eigenlijk ook onmogelijk om te stoppen. Hoe zou dat moeten dan? Heel ingewikkeld…..hmmmm
J: Tuurlijk weet ik ook wel dat er allerlei mogelijkheden zijn en zo, maar waar te beginnen?
M: Tja, ingewikkeld. Heel complex. Waar zou je moeten beginnen als je wilt stoppen met roken, Arno weet jij het?
A: Geen idee man, ik denk dat het eigenlijk niet mogelijk is. En dan op feestjes en zo. Maar hij rookt stiekem, ingewikkeld en heel complex
J: [lacht voluit]. Ik zit mezelf gewoon voor de gek te houden natuurlijk, ik verschuil me.
M: Nee Jorrit, dit is echt veel moeilijker dan je nu zegt, denk er niet te makkelijk over….ik ken mensen die ook willen stoppen en geen idee hebben hoe. Het zijn er duizenden. Misschien is er wel een club van mensen die niet weten hoe ze moeten stoppen. Moet je eens lid van worden.
J: [wederom grote lach] Het is heel simpel, ik ga van die nicotinepleisters halen en dan zo’n programma volgen en stoppen…net als de vorige keer
A:[verontwaardigd] Ja Jorrit, wat vertel je me nou, je hebt het al eens eerder gedaan? En wij ons in het zweet werken terwijl jij gewoon ervaring hebt. Jezus man. Dit was echt een rookgordijn.
J:Ik moet gewoon stoppen. Ik rijd zo direct langs huisarts en apotheek. Ik ben er ook klaar mee!

M: Anders ik wel….
A: Zeg dat….

Jouw vader is gewoon een zak!

Bob komt de kamer binnen. Hij gaat vrolijk zitten en heeft een joviale blik.

Martijn[joviaal]: Hi Bobbie, wat zie je er relaxed uit! Is dit jouw dagelijkse stijl?
Bob: Ja, eigenlijk wel.
Martijn: Nou, dan heb je geen echt probleem lijkt me.
Bob: Ik wil het over mijn vader hebben.
Martijn: Maar moet je dat niet met hem doen?
Bob: Ja, maar dat is lastig.
Arno: Lastig, lastig….een beetje weerstand en Bobbie laat het liggen.
Bob: Mijn vader heeft het altijd over zichzelf, of heeft hetzelfde net wat beter gedaan. Vermoeiend.
Arno: Klinkt als een vervelende man…
Martijn: Hoe vaak zie je hem?
Bob: Ik ga er zeker twee keer per maand naartoe.
Arno: Jouw vader heeft alleen oog voor zichzelf, heeft het altijd net wat mooier of beter gedaan en jij gaat er twee keer per maand naartoe om je te laten afzeiken…..Jouw vader is gewoon een zak!
Bob: Het is ruim een uur rijden. Maar hij is wel trots op me.
Martijn: Zegt hij dat tegen je…
Arno: Volgens mij is hij trotser op zichzelf dan op jou. Lekkere pa heb je zeg!
Bob: Ik heb wel eens aangekaart dat hij zoveel over zichzelf praat en weinig echte aandacht voor mij heeft, maar…..
Martijn: Maarrrrrr…
Bob: Dan gaat hij zielig doen, begint te klagen dat hij zijn best doet en kan vaak zijn tranen niet bedwingen, en dan..
Arno: Dus jouw vader is een eikel die bij kritiek gaat huilen….
Martijn: Eigenlijk ben jij heel gemeen tegen hem, jouw arme vader is blij dat je er bent en maak je hem aan het huilen.
Bob [lacht]: Ja, dan is hij echt een slachtoffer en dan weet ik het ook niet meer.
Arno: Hoe durf je hem aan het huilen te maken!
Bob [lacht hard]: Ja maar hij…..
Martijn: Jij houdt je dus heel erg in.
Bob: Ja enorm, ik denk dat mijn vader niet eens weet wat me echt bezig houdt!
Arno: Zeg dat nog eens?
Bob [geëmotioneerd]: Ik denk oprecht dat hij niet weet wat mij bezig houdt en wie ik écht ben, dat doet best pijn nu ik het zo zeg…
Arno: Je kunt hem dus niet als volwassen man aanspreken, hij gedraagt zich als een kleuter en jij kunt dus niet jezelf zijn bij hem.
Bob [weet het ff niet meer]……..
Martijn: Is hij belangrijk voor je?
Bob: Ja! Heel erg.
Arno: Je neemt hem niet serieus en behandelt hem als een kind. Je moet een volwassen gesprek met hem voeren. Stel dat hij ziek wordt dan….
Bob [schrikt]: Daar denk ik de laatste tijd aan, het lijkt me verschrikkelijk!
Martijn: Wat ga je dan doen?
Bob: Hem verzorgen natuurlijk!
Arno: En wat zou je met hem willen bespreken?
Bob [blijft stil]
Arno: Heb je niets te vertellen? Speel je een rol? Gaat er niets in je om?
Bob [lacht een beetje]: Wat moet ik dan vertellen??
Martijn: Wat zou je willen weten?
Bob: Hoe hij het ervaart, hoe ik het ervaar, wat ik mis in onze relatie, dat natuurlijk!

Arno tegen Martijn: Volgens mij lijkt Bob meer op zijn pa dan hij denkt. Hij speelt ook het slachtoffer en neemt zijn verantwoordelijkheid niet. Het zit in de familie. Straks komt zijn pa ineens te overlijden en dan heeft hij het laten zitten…..jammer. Maar ja.
Martijn tegen Arno: Ja, dat hadden we laatst ook met dat meisje weet je nog?
Arno tegen Martijn: Oh ja, ik weet het weer. Lijkt me echt heel naar dat één van je ouders plotsteling wegvalt zonder dat je het gesprek hebt gevoerd..

Bob: Ik heb het geprobeerd, maar toen begon hij dus te huilen…
Arno: Nou en! Het is toch belangrijk voor je…stop met slachtoffer zijn. Of je gaat het gesprek aan of je gaat ook zitten kniezen net als je pa!
Bob: Maar dan maak ik het alleen maar erger
Martijn: Ja precies, dat is natuurlijk niet de bedoeling. Laat maar….slecht idee Arno!
Bob: NEE!!!…………ach jullie hebben natuurlijk een punt. Ik ga het gesprek aan. Mijn vader is echt geen zak zoals jullie me aanpraten, ik hou echt veel van hem en hij is belangrijk voor me. Ik doe het bij mij thuis. Op een zaterdag in januari nodig ik hem uit bij mij thuis. Die setting voelt beter!

Dank mannen! De humor en provocatie hebben me goed gedaan!

CONTRACT
Ik, Bob, nodig mijn vader uit op zaterdag 30 januari en ga ik met hem een belangrijk gesprek voeren.