We zijn bij een ziekenhuis in het westen van het land. Ellen, een vrolijke vijftiger, komt de coachsalon binnen.
E: Ik had begrepen dat ik een probleem moest meenemen. Dus ik heb een probleem meegenomen van de organisatie.
M: [duidelijk] Dat mag natuurlijk niet. De organisatie krijgen we niet in deze ruimte. Het moet een probleem van jou zijn!
E: [glimlacht] uh, het is ook wel mijn probleem.
M: Ah, dat scheelt. Dus het is van jou! Goed zo. Eigenaarschap. Daar houden we hier van.
E: Ik heb gewoon moeite met de organisatie. Ik merk dat ik onverschillig word, een beetje ga onderduiken, management vermijdt. Ik vind de inhoud en mijn collega’s hartstikke leuk, maar contacten met het management niet. Ik heb geen idee waar ze mee bezig zijn. En ik erger me aan mijn nieuwe manager.
M: Dus jouw werk is heel leuk, alleen het management niet. Je maakt van iets dat heel klein is iets heel groots. Daar kies je zelf voor!
E: [onzeker] Ja maar ik vind het wel belangrijk…
A:[richting Martijn] Weet je Martijn, die Ellen is gewoon niet trots op haar bedrijf, haar cluppie. Het is niet meer de club waar ze voor wil spelen. Het is niet meer het Ajax van weleer, met goed management en mooie resultaten. Tijd voor een transfer, volgens mij.
E:[verrast] Ja, daar zit ik stiekem wel eens naar te kijken, maar ik ben al twaalf jaar bij de club. Ik wil ze niet in de steek laten.
M: Kijk! Een trouwe supporter. In goede én slechte tijden. Je hebt natuurlijk jouw kast vol met shirts, sjaaltjes en jouw matties kan je ook niet in de steek laten. Naar een andere club verkassen geeft veel te veel gedoe. En op jouw leeftijd, ik zou het niet doen.
E: [lacht] Nee, klopt. Wil ik ook niet. Ik zou wel weer wat lekkerder willen spelen, meer samenwerken en óók met het management. Maar ik voel me echt niet fijn én veilig, ik ga ze echt uit de weg
M: Maar je zegt net dat je lekkerder wilt spelen, meer samenwerken. En dan ga je ze uit de weg?
E: Ze doen hun best en ik heb voor heel veel dingen wel begrip. Het systeem van financiering vanuit verzekeraars, het registreren van alles maakt het er niet altijd fijner op. En die managers hebben daar veel mee te maken, en dan valt ook haar collega-manager nog uit. Maar met mijn huidige manager heb ik gevoel dat we niet bij elkaar komen.
A: Dat is geen gevoel, maar een feit! Jullie komen LETTERLIJK niet bij elkaar. En wat ga JIJ daar aan doen Ellen?
E: [schrikt] Het nogmaals benoemen?
A: Ja, dat heb je al gedaan. Dus dat werkt niet toch? Je moet iets nieuws verzinnen.
E: Ja maar ik twijfel over het resultaat, de vorige keer luisterde ze ook niet.
A: Je geeft haar gewoon geen kans! Je zit een beetje te klagen hier, lekker veilig maar je doet er niets aan. Je kunt niet eens bij Ajax voetballen. Je bent niet goed genoeg, niet professioneel genoeg. Misschien moet je naar Cambuur, Ajax zit er voor jou echt niet in! Stel dat je niets doet?
E: Dan verandert er niets.
M: Vind je dat oké?
E: Nee, dat is niet oké! Ik heb van alles geprobeerd.
M: De verbinding is verbroken en jij laat het gewoon gebeuren.
E: [realisatie] Ja…ik zou het wel graag anders willen.
A: Wel GVD! Je zit daar als een… Je komt over als een zeurpiet. [met zeurstem] Het gebeurt toch niet. Ik heb het al geprobeerd. [luid] En als je zegt ‘ik stop er energie in’ klopt dat volgens mij niet. En als je er al energie in stopt is het negatieve energie.
E: [gemotiveerd] Jullie hebben gelijk, het voelt niet goed, IK kan daar iets aan veranderen.
M: [tegengas, luid] Nou, dat vraag ik me af. Je zit hier zielig te zijn. Ik denk dat het niets wordt. Je hebt alles al geprobeerd, zei je net.
E: [heel duidelijk] Nee! Ik wil met haar in gesprek!
M: [versnelt tempo] Wanneer?
E: Over twee weken staat er een bila gepland
M: [snel] Hoe?
E: Met een duidelijke agenda
M: [snel] Wat staat er op die agenda?
E: Hoe ik me voel in relatie met haar!
M: Oké. We doen een rollenspel. Arno is jouw manager. Zeg maar tegen hem wat je wilt zeggen. [Arno schuift stoel tegenover Ellen]
E: [verbaasd] Ik merk, eh, dat ik het heel moeilijk vind om met je in gesprek te gaan, vorige keer had ik een aantal punten, jij hebt gewoon jouw eigen agenda. Daar zijn we niet aan toe gekomen.
M: Wat heb je nu gezegd over jouw gevoel in relatie met haar?
E: [inzicht] Euh, niks eigenlijk!
M: Nog een keer!
E: [echt oprecht] Ik merk dat ik erg geïrriteerd raak in gesprek met je. Ik voel me niet gehoord. Het maakt me gewoon boos, onzeker en zorgt dat ik je uit de weg ga en dat wil ik niet. Ik wil juist met je samenwerken.
A: Oké, en wat zou jij daaraan willen doen?
E: [overtuigd] Duidelijk vertellen hoe ik me voel. Ik denk gewoon eerlijk zijn.
A: Ik dacht al dat er iets was. Fijn dat je eerlijk bent. Dan zal ik het ook zijn. Ik vond het lastig met je in gesprek te zijn, nu je dit zo uitspreekt maakt het een stuk makkelijker voor mij om met je te praten.
M: Hoe was dat?
E: [opgelucht, vrolijk] Heerlijk! Fijn om de irritaties uit te spreken.
M: Dit was geen managementtaal, niet om de hete brij heen, dit ging allemaal over jou.
E: [duidelijk, luide en vrolijke stem] Dit ga ik over twee weken doen! Ik heb er zelfs zin in!