Bianca, parels en uitgelopen mascara

We zijn op een zorgcongres. Bianca komt de coachsalon binnen. Een vrouw van midden vijftig, een stevige dame, mooie kleding en vooral veel grote sieraden.

A: Hi Bianca, hoe zit je hier?
B: Dubbel.
A: Dubbel? Ben je met z’n tweeën?
B: [lacht] Nee, ik heb een hekel aan grootschalige evenementen, en ben blij dat ik even bij jullie in deze intieme setting kan zijn.
A: Aha, je komt even schuilen! [zingt] Mag ik dan bij jou schuilen, als het nergens anders kan….
B: [schiet direct vol]…sorry hoor…Jezus zeg!
A: Nou zeg! Ik weet dat ik niet kan zingen, maar om direct hierom te gaan huilen vind ik ook ongepast!
B: [lacht door tranen heen]. Ik heb een hekel aan veel mensen, prikkels en herrie….ik ga altijd doodmoe naar huis.
A: Dus je hebt rust nodig?
B: Ik ben omgeven door depressieve en neerslachtige mensen. Die trekken me helemaal leeg.
A: [luide stem] Dus jij vind ons depressief en neerslachtig? Je bent lekker bezig Bianca!
B: [lacht] Nee god, nu niet. Jullie zijn leuk, maar thuis! Dat is echt niet gezellig. Ik heb een depressieve man en moeder.
A: En worden die dan depressief van jou? Ben jij zo’n moeilijk geval?
B: Nou, nee. Ik heb een heel ander karakter; Ik ben geen piekeraar of tobber.
M: Ben jij een zorgzaam type?
B: [aangevallen, beetje hautain] Nee zeg, ik ben geen verpleegster, ik ben dokter!
M: Ooh, ben je dokter. Dan snap ik het wel. Als je nou verpleegster was, had je ze wel willen ondersteunen, maar een beetje dokter doet dat natuurlijk niet; Wat denken ze wel! [stemmetje, aardappel in keel] Ik ben dokter! En als dokter help ik geen depressieve mensen, dat doen de verpleegstertjes maar…
A: En wat voor een dokter ben je dan eigenlijk? Ik hoop geen psychiater toch? Dan zit je altijd met dat soort hopeloze types, zeg alsjeblieft dat je geen psychiater bent?
B: [kijkt soort schuldig, zacht] Ja, ik ben psychiater…[begint te huilen]’
M: Dat lijkt me echt irritant. Ben je aan het werk, kom je allemaal ingewikkelde mensen tegen met problemen, suïcidaal, depressief, schizofreen, dan ga je lekker naar huis en hup kun je gewoon door met je werk! Ook wel lekker is de werk/privé balans altijd goed!
B: [huilt nog steeds] Het is echt zwaar, ik word er gek van soms.
A: [grapt] Zie je, het is aanstekelijk.
B: [lacht door tranen]…nou inderdaad zeg, soms lijkt het wel zo. En ik blijf altijd maar monter en opgewekt thuis.

A: Hoe heet jouw man?
B: Wim
A: Natuurlijk, Wim. Is hij echt depressief? Suïcidaal ook?
B: Nou, hij is wel heel zwaarmoedig en ook een slachtoffer. [boos] Dat vind ik zo enorm fucking irritant!
A: Maar jij bent psychiater, is hij depressief?
B: Niet echt…eigenlijk. Hij is meer…tja…zwaar op de hand of zo.
M: Die Wim is echt een slimmerd, hij wist natuurlijk al vroeg dat hij zwaarmoedig is, gaat trouwen met een psychiater nota bene, hoeft hij zelf tenminste niets te veranderen. En in ieder geval een vrouw die begrip heeft [vermoeide toon, krakerige stem] voor zijn zware leven. En dan ook nog een vrouw wiens moeder ook depressief is, dan kan hij altijd zeggen: je wist waar je aan begon lieverd!
B: [ontploft bijna] Dat is verdomme precies wat hij zegt! Ik werk me het schompes, kan nergens op adem komen, moet mijn moeder verzorgen en [sarcastische toon] mijn zielige Wim. Ik ben er echt klaar mee…
A: Dat vind ik zo mooi aan jou, dat je hier zo ontploft en thuis net doet alsof alles prima gaat, want dat doe jij toch Bianca? Ik denk dat jij thuis de keurige psychiater bent, de dokter met de mooie parelketting die alles wel in de hand heeft en sterk is. En zeker geen Mentale Knipbeurt nodig heeft.
M: [zacht, liefdevol] Lieve schat, waarom zeg jij nu niet eens thuis hoe het met jou gaat, wat jij nodig hebt, dat je het zwaar vindt.
B: [huilt] Ik probeer me zo sterk mogelijk te houden, ik wil niet dat Wim zich schuldig voelt, hij kan er ook niets aan doen en…
A: [onderbreekt] Kan er niets aan doen? Hij is gewoon een profiteur! Een man die alle ellende uitstort over jou! Een enorme egoïst! Je moet hem eens goed de waarheid zeggen! M: En dat kun je met liefde doen…kijk eens hoe moe en leeg je hier zit. Wim heeft er recht op dit ook te zien. Als je zo doorgaat ben je niet oprecht naar hem, je liegt tegen hem, hij denkt dat het wel meevalt. Natuurlijk gaat hij zo door. Weet hij veel. Eigenlijk is het allemaal jouw eigen schuld!
B: [verward, bozig] Mijn schuld? Maar hij doet…

[we zien het kwartje vallen]

B: [diepe zucht, mascara all over the place en een warme blik] Natuurlijk jongens, ik ben niet gek, ik zie het ook wel. Ik ben me bewust dat ik bang ben Wim te laten zien hoe het voor mij is en dat ik daarmee iets in stand houd. Ik ga met hem praten vanavond. Ik ga hem laten zien hoe zwaar ik het vind….[een heel relaas en plan volgt].

Bianca is duidelijk opgelucht, ze heeft haar verhaal verteltd en is vol goede intenties om het gesprek vanavond aan te gaan; ze heeft een contract ondertekend met daarop haar plan.  Ze staat op en maakt aanstalten om  de coachsalon uit te lopen. Martijn en ik gaan samen in gesprek

A: Martijn, ik denk niet dat ze het doet
M: Tuurlijk niet, ze doet nu wel alsof, maar ze is er veel te schijterig voor. Het lijkt heel wat, maar uiteindelijk is ze toch meer een verpleegster dan een dokter.
A: Wim heeft het goed bekeken.

B: [draait zich om met een grote lach]. Stelletje zijn jullie, ik ga het echt doen!

Moordplan

Esmee komt de coachsalon binnen, rond de vijftig. Ze ziet er fleurig en vrolijk uit. We zijn bij een landelijke zorgverlener in het midden van het land.

M: Hi Esmee, welkom. Wat zie je er gezellig uit! Als ik jou zo zie, kan ik me niet voorstellen dat jij een probleem hebt.
E: [gaat lachend zitten] Nou ik heb er inderdaad niet één maar twee!
M: Dan doen we het grootste probleem!
E: Dat kan niet, ze zijn beide even groot
M: Huh? Dat is gek, precies even groot?
E: [lacht] Nee, de ene is net wat langer dan de ander…
A: Dat is cryptisch zeg! Nu zijn ze ineens langer….gaat het om jouw kinderen soms?
E: Ja! Of nou, nee!
M: Huh? Dat is gek. Ja of nee….
E: Nou ja het gaat over mijn stiefzoons. Twee slungels van 17 en 15. Maar wat een gedoe zeg! Pfff… Ik zou ze het liefst..
A: [onderbreekt] Afschieten? Laten verdwijnen? Afvoeren?!
E: Nou het klinkt onaardig, maar wel zoiets ja!
M: Ooohhh, wat ben jij een gemeen mens zeg! Zo’n stiefmoeder. Heb je ook ergens een hele grote pukkel bij je neus?
E: [lacht heel hard] Nou echt, soms zijn het zulke enorme varkens en zo lui!? En kiezen natuurlijk altijd voor hun vader…
M: Terecht toch?! A. Het zijn mannen. B. Het is hún echte vader C. Jij bent de gemene stiefmoeder, de heks, de indringer…. Dus logisch.
A: Maar, ik vind wel dat Esmee gelijk heeft eigenlijk. Hoe kunnen we deze smerige varkens opruimen? Dan komt Esmee tenminste weer aan de liefde toe. Dus….
E: [lacht heel hard] Nou, het zijn echt beesten!
A: Heb jij een grote auto eigenlijk?
E: [verbaasd] euhh best wel?
A: Heb je een beetje goed contact met de apotheek?
E: ……….
A: Nou, we doen het volgende. Als ze in hun stinkende nest liggen te rotten vannacht, spuit je ze gewoon plat met een paardenmiddel, zo’n mega slaapmiddel, vervolgens flikker je ze in de auto, in een zak met stenen, naar het kanaal en hoppetee! Plons…..
M: Dat is te simpel en pijnloos. Ik vind wel dat ze echt moeten weten dat Esmee de stiefmoeder de baas is. Dus we knippen hun vingers eraf, hun tenen en ook hun…..naja die dus..en dan…
E: [zit met hand voor de mond]. Stop maar. Dit kan echt niet…
A: Jawel, jawel…..zulke zwijnen verdienen het niet om..
E: [onderbreekt] Jullie zullen wel denken, wat is dat voor een verschrikkelijk mens.
M: Ja, maar wij zijn voor jou! Hup stiefmoeder!
E: [realiseert zich, hand voor ogen]. Oh mannen, ze zijn ook echt wel lief, doen echt hun best en hebben natuurlijk verdriet om hun overleden moeder…
A: Dit zijn beesten! Die moeten geruimd!
E: [ontspant, schouders zakken] Nee, echt. Ik zie ineens hoe het ook voor hun moet zijn, het zijn echt wel lieverds…ik schaam me en tegelijk was het ook even heerlijk dit moordplan te bedenken. Maar voor geen goud zou ik ze willen missen….

E: Mijn perspectief is echt veranderd, ik zat me zo aan ze te ergeren, ik zag echt alleen nog die…..[ze wordt even stil]…,maar niet meer de lieverds. Ik heb zin om ze echt te verwennen en iets leuks met ze te doen.

E: Dank mannen, ik was er echt even vanaf. Maar ja…..die jongens. Ach, die jongens…

Enigszins verbaasd verlaat Esmee de coachsalon, ze heeft een contract getekend, met een concreet plan om met haar lieverds te gaan doen. Mooi toch.

Met Harmen gaat alles super goed…

We zijn uitgenodigd bij een kennisfestival van een grote overheidsinstelling, er zijn ongeveer honderdvijftig managers aanwezig. Harmen komt binnen, een lange slanke man van rond de veertig.

M: Wat is het probleem?
H: [denkt na] Dat weet ik niet echt.
M: Je kijkt er een beetje moeilijk bij.
H: [serieus en opgewekt] Alles is wel goed. Ik hou van mijn kinderen. Ik doe veel met ze, tennis, voetbal etc. dus goed.
M: En jouw vrouw?
H: Die is aan het werk. Dat is wel een probleem.
M: [vrolijk, lacht] Probleem? Dat lijkt me heerlijk! Dat zouden er meer moeten doen.
H: [flauwe glimlach] Ja, maar we hebben geen gezinstijd, ze werkt in de weekenden en de koopavonden…Maar daarover zijn we al in gesprek geweest. Zij vindt het ook niet fijn. Dus we gaan misschien verder kijken.
A: [vrolijk] Jij gaat verder kijken naar een andere baan of andere vrouw?
H: [Nee, zij gaat kijken naar ander werk.
A: Kan ze een beetje kijken? Dat lijkt me wel mooi, kijken naar ander werk.
H: Nou, ze gaat zoeken!
A: Eerst gaat ze kijken en nu zoeken. Je bent lekker duidelijk chef!
H: [geamuseerd] Ze gaat op zoek naar ander werk.
M: Wat wil ze dan?
H: Ze wil gaan werken als ervaringsdeskundige.
A: [guitig] Aha, ze heeft veel ervaring met een man zonder problemen, ervaring met een heel fijn gezin waar alles goed loopt, lijkt me een hele kundige dame.
H: Nou, ze heeft een eetstoornis.
M: Ah, mooi! Is ze heel dik of heel dun?
H: [hapert] Ze is…dik…of, nou…gewoon veel te dik.
M: [armen wijd] Moddervet dus! Hoe is dat dan in bed eigenlijk? Is dat heel erg zoeken? Lijkt me wel leuk! Een soort puzzeltocht!
H: [lacht heel hard] Nou, zo erg is het ook weer niet.
M: Oke, nog wel seks dus.
H: [vrolijk] Jazeker! Er is veel om van te genieten!
A: Maar zij heeft dus een eetstoornis, en jij bent een super slanke en – volgens mij – sportieve vent, hoe is dat?
H: [open blik] Soms wel moeilijk, maar ik begrijp het wel…
M: Dat is lief van je, je walgt van je vrouw, maar je begrijpt het wel…
H: [geïrriteerd] Nee! Ik walg zeker niet van haar, ze is hartstikke lief en heeft veel verdriet gehad, er waren veel ‘druppels’ in het verleden die dit hebben veroorzaakt.
M: Was jij één van die ‘druppels’?
H: [bedachtzaam] goede vraag, nee, ik denk van niet. Het overlijden van mijn en haar eigen moeder hebben haar enorm diep geraakt. Ik ben trouwens ook hartstikke trots op mijn vrouw!
A: Dat is duidelijk Harmen. Goed zo! Maar eet ze dan ook stiekem, heb jij net een lekkere reep chocola voor jezelf gekocht en is die zomaar weg…
H: Ja, dat doet ze inderdaad. Maar zoals ik zeg, ik heb echt begrip. Dus ik ben bezig haar te helpen met het traject van maagverkleining, daarvoor komt ze nu in aanmerking.
A: Dat is prachtig, alleen heb je dan in bed straks weer zo’n hele slanke den, lijkt me ook niks toch?
H:[grote lach] ach jongens, ze is een topwijf!
M: Mooi! Wat fijn trouwens dat alleen zij last had va het overlijden van jouw moeder en jij niet. Jouw vrouw is er diep door geraakt, maar jou doet het niets Alles is opgelost, zei je toch? Hoe lang geleden is het eigenlijk?
H: Nu precies drie jaar, vier maanden en twee weken.
A: [vrolijk] Voor iemand die het niet veel doet, weet je wel verdomde goed wanneer jouw moeder is overleden Harmen…
Stilte
M: Mis je haar?
H: [tranen] Ik voel het nu wel.
[Stilte]
H: Ja, ik mis haar nog iedere dag…ik zag haar nog wekelijks, belde veel, we waren zo goed samen. Ze kon me heel goed adviseren en ook heel goed naar mij luisteren. Ze was zo lief.
A: [klapt in handen] En ineens, PATS, was ze weg?

Harmen begint te vertellen over de korte ziekteperiode, de laatste nacht wakend aan haar bed en haar sterven in zijn bijzijn.

H: Ik zou haar zo graag nog eens willen vertellen hoe het nu met me is.
M: Wat houd je tegen?
H: Ja, duh, ze is er niet meer?! Dat houd me tegen.
M: [hand op hart] Oh nee? Weet je dat zeker? Ik heb ook een dierbare verloren, soms ben ik nog even bij haar, voer ik een gesprekje, op een plek die voor ons beide belangrijk was…heb jij zo’n plek?
H: [zacht] Ja, wij hebben een tuintafel en daarachter een zitje, daar zat ik vaak, even alleen met mijn moeder, dronken we een wijntje…[glimlacht]
M: Volgens mij was je even bij haar, of niet?
H: [tranen in ogen] Ja. Eigenlijk wel.
M: Wat zou ze nu tegen je zeggen, denk je? Als ze je hier ziet zitten, bij de Mentale Knipbeurt.
H: Ik weet zeker dat ze heel trots op me is, dat ze het mooi vind dat ik zo’n open gesprek met jullie voer, dat deed ik ook wel met haar. Ze was echt een maatje.
M: Wanneer ga je daar weer zitten, met een wijntje en misschien ook een glas voor je moeder?
H: Dat ga ik dit weekend direct doen, het wordt prachtig weer, ik heb nog een flesje liggen die zij graag dronk. Wat een goed idee. Ik ga het echt doen!

Olaf de verschrikkelijke

Olaf komt de coachsalon binnen,. Hij ziet er keurig verzorgd uit. Vol verwachting kijkt hij naar de spiegels. Hij is er klaar voor!

Na onze uitleg zegt Olaf resoluut : “de regels zijn duidelijk”.
A: Vind je regels belangrijk?
O: Hmmmmmmm, eigenlijk niet.
A: Wat is de laatste regel die je hebt overtreden? Vreemdgaan?
O: [schiet in de lach] Nee…door rood rijden, [en ratelt direct door] vreemdgaan vind ik verschrikkelijk. Veel gedoe om een nieuwe vrouw te vinden, risico om je gezin te verliezen, moet je opnieuw een vrouw leren kennen en kom jij jezelf weer tegen!
A: Dus je kwam jouzelf tegen, wat zei jij toen tegen jezelf?
O: [alert] Wees wat liever voor jezelf.
A: En heb je naar jezelf geluisterd?
O: [opgewekt] Ja,!
A: Mooi, dat is dus niet het probleem, Wat is wel het probleem?
O: Ik ben de oudste van drie kinderen, mijn vader is vroeg overleden, dus….
A: [onderbreekt] Dus je bent geparentificeerd. Jij zorgt voor jouw broers en zussen toch? Dat is jouw kracht! Dus wat is het probleem?
O: [fel] Ik wil het niet meer! Ik wil dat ze voor zichzelf zorgen, ook op mijn werk wil ik dat collega’s voor zichzelf zorgen!!
A: Rustig aan, zo moeilijk is dat toch niet? Zeg je tegen je broers en collega’s dat je wilt dat ze meer voor jezelf gaan zorgen. Doe je dat?
O: [rustiger] Nee, doe ik eigenlijk niet. Ik reageer gewoon niet meer.
M: Maar jij wilt eigenlijk gewoon goed zorgen voor mensen toch? Dat geeft jou bestaansrecht en betekenis!
O: Dat is wel zo.
A: [vrolijk] Je ziet er ook echt uit als de oudste, vind ik, vind je niet Martijn?
M: Ja, overduidelijk. En in deze tijd is betekenisvol zijn heel belangrijk. Dus daar moet je geen afstand van nemen. Dat moet je koesteren. Sterker nog, ik vind eigenlijk dat je nog veel meer moet zorgen.
O: [fel] Ja, maar een jongetje in mij zegt me. “Weg met die zooi!”
M: [uitdagend] Een jongetje in jou? Waar is die dan? Laat die eens zien? Ik zie een geparentificeerde en gefrustreerde zure man!
O: [stemverheffing, felle ogen, middelvinger] Dat jongetje zegt: “Fuck you, ik ga op reis!”
M: Alleen?
O: [fel] Nee, natuurlijk niet alleen! Met mijn vrouw…..maar wel zonder kids! Dat jongetje wil op avontuur, met een tentje naar Scandinavië.
M: [enthousiast, stemverheffing] Ja, en dan lekker neuken, boven op de fjord, kun je lekker hard kreunen!
O: [lacht] Nee, ik ben geen kreuner. Wel een zuchter en een steuner.
A: Jij bent een zure geparentificeerde man, je kunt zuchten en steunen, maar niet lachen….
O: [fel] Mensen om mij heen lachen altijd…
A: [vrolijk] Ja, maar jij niet.
O: Ik wil eigenlijk nog absurder tegen jou praten, zonder dat ik jou kwets.
A: [zoet] Je bent een lieverd Olaf, jij gaat helemaal niets absurds doen of zeggen…
O: [fel] WEL!
M: Wat wil je nou eigenlijk zeggen Olaf?
O: [boos] Ik zou de belastingdienst willen halveren! Telefoons uit handen schoppen van mensen! Ik wil niet meer dat mensen zich kunnen verschuilen, ik wil meer verbinding!
M: [serieus] Je moet een partij oprichten man!
O: [boos, gehaast] Ik ben er zo klaar mee! Ik ben opgegroeid ik een kerkelijk systeem, ik heb zo vaak gedacht tijdens de dienst “Wat zou er gebeuren als ik nu keihard GVD zou roepen.?”

M: [lacht] Wat een goed idee,DOEN!
O: [fel, bozig] Nee, ga ik niet doen. Mensen schudden hun hoofd, denken die jongen is niet goed. Dat heeft geen zin. Ik wil mijn pubertijd afmaken!

A: [fel] Maar het gaat telkens over de ander Olaf! Wat ga jij doen! Hout hakken, neuken op een fjord, schreeuwen in de kerk? WAT?
O: [luid, geagiteerd] Ik hou meer van dingen stukmaken, rammen, beschadigen! Maar als ik dat ga doen, ga ik mensen pijn doen.
A: Stop met excuses verzinnen Olaf! Jij doet helemaal niks.Je klaagt alleen maar. Wat.Ga.Jij. Doen?!
O: …er zit nog wat in de weg… mijn verantwoordelijkheidsgevoel. Ik wil wel op een vechtsport; Iets met stijl, jiu jitsu of zo. Ik wil sierlijk iemand in elkaar slaan!
A: [lacht] Sierlijk iemand in elkaar slaan! Het moet er natuurlijk wel elegant uitzien! Goed idee, Wanneer ga je dat doen?
O: [resoluut] Ik ga me na de vakantie aanmelden! Na de vakantie! 1 september 2024.

Na het tekenen van het contract zegt Olaf “Dit was wel even lekker mannen, ik voelde de felheid en frustratie, jullie daagden me uit, ik kon erom lachen en me echt laten gaan! Heerlijk, thanks, dit lucht nu al op”.

Imkje ontmoet Charlie Chaplin in de bergen

We zijn bij een grote zorginstelling in Friesland, er komt een blonde vrouw van rond de dertig de coachsalon binnen. Imkje straalt positiviteit en energie uit.

A: Wat een mooie  Friese naam, ben je vernoemd?
I: [vrolijk] Ja, naar mijn oma: beppe Imkje!
A: Beppe Imkje, klinkt als een lieve oma.
I: Ja, klopt, echt een schat.
A: Mooi, beppe Imkje zit hier nu niet. Maar jij, kleindochter Imkje. Wat is het probleem?
I: Ik zit wat laag in de energie en ben bezig met een loopbaantraject, dus…
A: Oke, dus je wilt hier weg?
I: [verbaasd] Nee…
M: Hoe laag zit jij eigenlijk in jouw energie?
I: Nou, ik heb lichamelijke klachten, mijn darmen doen vreemd en ik krijg spontaan plekjes op mijn lijf…
M: Huh, gek toch? Zijn dat groene, paarse of gele vlekken?
I: Nee, dat niet, maar…
A: Wat zou Beppe Imkje hiervan zeggen?
I: [lacht] Niet aanstellen, doorgaan!
A: Een echt Friese Beppe dus! En loop je tegen grenzen aan?
I: [vrolijk] Ja! Dat zeker!
A: En hoe lang doe je dat al?
I: [spontaan} Dat doe ik al een jaar.
A: [vrolijk] Dus nog één jaartje erbij en je weet zeker dat je omvalt.
I: [met grote lach] Ja, als ik zo doorga wel!
M: Dus wat is dan het probleem? Je zit laag in energie, je darmen slaan op hol, je hebt gekke vlekken, gaat over grenzen en je weet dat je over een jaartje omvalt. Lijkt me geen probleem toch? Hoeveel energie heb je nu eigenlijk? Van nul tot tien.
I: [vrolijk] Een zeven!
M: En heb je vandaag gewerkt?
I: [zucht] Nee, anders was het een laag cijfer geweest, vandaag is mijn vrije dag, maar ik wilde graag deze sessie doen!
M: Waarom werk je hier eigenlijk nog?
I: Vorig jaar was het hier een puinhoop, eigenlijk nog steeds. Onze afdeling wordt misschien opgedoekt; er is ons een worst voorgehouden, maar er wordt niet geluisterd.
A: En Beppe Imkje zegt: Niet aanstellen, doorgaan!
I: Vorig jaar is de stekker uit onze afdeling getrokken, daarna zijn we soort van doorgestart. Ik ben toen in een mobiliteitstraject gekomen en nu word ik gedetacheerd..elke drie maanden doe ik iets anders…
M: [onderbreekt] Wat doet dat met jou? Je wordt opgedoekt, in een mobiliteitstraject geduwd en nu gedetacheerd.
I: [grote lach, opgewekt] Ik ben zwaar gefrustreerd, heb het gevoel dat ik niet meetel en niemand mij serieus neemt. Het voelt allemaal zo negatief.
M: Ik vind het wel mooi dat jouw uitstraling en wat je zegt zo lekker klopt! Je ZIET eruit als een klein meisje dat net haar eerste balletles mag doen terwijl wat je ZEGT meer het chagrijnig oproept van een oude gefrustreerde bejaarde man is die net te laat op het toilet komt en in zijn broek plast.
I: [lacht] Dat is wel een geinig beeld…ik voel me echt niet oke, maar ik blijf vrolijk of zo. Ik lach het misschien weg, of neem mijzelf niet serieus.

A: Zeg Imkje, hoe is het nu echt met je?
I: [diepe zucht] Best wel kut, ik zit al een jaar niet lekker in mijn vel, weinig energie en nu ook nog lichamelijke klachten. Het begint in te dalen.
A: En je bent ook boos, toch?
I: [fronst] Dat zie je goed.
M: Komt door je lach, dan is het moeilijk te zien dat je boos bent. Dus ik vraag me af wanneer ga jij boos zijn?
I: Nou, ik ben niet zo’n geen ster in het kwetsbaar opstellen…
A: Oooh, is dat het? Dat heeft Beppe je toch maar mooi meegegeven! Lieve schat!
M: We hebben bij deze organisatie een clubje opgericht van mensen die gaan schreeuwen in het bos… De Frustratie Club. Ze zoeken nog meer leden. Dat is echt iets voor jou!
I: [harde lach] Nou, dat gaat lastig worden voor mij, maar het lijkt me heerlijk. Ik doe mee!

We laten even een stilte vallen, Imkje schuift ongemakkelijk heen en weer en kijkt ons via de spiegels aan.

A: [overdreven traag met lage stem] Kun…jij…ontspannen?
I: Dat vind ik lastig…
M: Eigenlijk weet jij wel wat te doen om je beter te voelen toch?
I: Ja, de huisarts zei al tegen me dat ik een lange vakantie naar de bergen moet nemen.
M: Mooi! Doe je ogen even dicht. Heb je ze dicht? Ja, goed zo. Stel je voor. Je stapt in een tijd/ruimtemachine. En teleporteren je nu naar Zwitserland, de bergen. Nu direct. Wat zou je doen?
I: [hele diepe zucht en glimlach] Een heleboel weggooien, vooral veel verantwoordelijkheden en werk gerelateerde shit. Pffff, dat zou echt heerlijk zijn. Wandelen, beetje rommelen bij de blokhut, boekje lezen…gewoon even in mijn eigen tijd en ruimte zijn.

A: Jij zit in een hoog tempo, met bijbehorende focus, en je bent helemaal ingezoomd op het gedoe. Nu zoom je even uit. Lekker toch? Charlie Chaplin heeft een mooie quote. ‘Als je inzoomt op het leven is het een drama, als je uitzoomt een komedie’.

I: [grote lach].  Ja, dit klinkt wel goed! Het voelde echt lekker om in de bergen te zijn, dat voelde inderdaad…uitgezoomd.

M: Arno, we gaan Imkje een opdracht geven toch?
A: [knikt]. Yes, we hebben er weer eentje. Schrijf jij het recept?

Martijn schrijft op: Imkje gaat, 3x daags bewust vertragen. En wanneer ze merkt dat ze ingezoomd is, denkt ze aan Charlie Chaplin en zoomt uit.

I: [vrolijk] Ik ga het doen! Ik zie de uitdaging er van én snap dat het perspectief vanuit mezelf komt. Heerlijk mannen, dank!

Wanda heeft de ziekte ALS…..wat een slecht excuus!

Wanda is een degelijke verschijning, met een vrolijke blik en komt toch vermoeid over.
Deze Mentale Knipbeurt gaat in een heel hoog tempo….

M: Welkom Wanda….wat kom je doen?
W: Ik kom me een beetje laten verrassen en uitdagen…
M: Maar je hebt hopelijk wel een probleem toch? Beetje verrassen en uitdagen kan ook in de kroeg…
W: [guitige blik] Nou probleem….
A: Een dingetje?!
W: Nou, ik blijf soms een beetje hangen in dingen….
M: [onderbreekt] hangen in dingen….dat vind ik zo mooi aan jou, dat je zo lekker duidelijk bent.
A: Het probleem is dus dat je blijft hangen….
W: Dat is een deel van het probleem…
M: Oke. En het andere deel?
W: Is dat ik een ziekte heb waardoor ik beperkt kan werken en ik wil me bewijzen….
M: Je accepteert dus niet dat je de ziekte hebt….
W: Dat denk ik wel ja…
A: Dat lijkt me wel duidelijk. Het is ook beter het niet te accepteren….dan wordt je zo’n geval. Zo’n zielepiet. Je kunt beter net doen alsof er helemaal niets aan de hand is toch?!
M: Welke ziekte heb je?
W: Ik heb ALS.
A: Sinds wanneer weet je dat?
W: Sinds 2012….dus nu tien jaar
M: Heb je het wel gevierd? Het tien jarig jubileum? Lijkt me wel een feestje waard toch?
W: [lacht hard] ik zie het helemaal voor me…….ik ben een tijd echt ziek geweest…dan heb ik allerlei bijkomende klachten en kon niet meer werken.
A: En wordt het ook erger? Of blijft het stabiel?
W: [wuift weg] Ik wil het gewoon vergeten….ik heb ambities in werk en wil leuke dingen doen met gezin.
M: Was het anders geweest? Als je niet ziek was geweest?
W: Nou, nee… die ambities zou ik ook hebben.
M: Dus veel willen doen heeft niets met de ziekte te maken toch? Je gebruikt het gewoon als excuus….
W: [verrast] nou nee…
A: [geinige toon] Oooohhhh……dus jij gebruikt jouw ziekte als excuus. Hoe durf je! Belemmert jouw gezin jouw ambities ook? Houden die je tegen?
W: Nee, ook niet…
A: Dus jij bent gewoon stronteigenwijs…en gebruikt het als excuus.
M: Nu zeg je dat de ziekte je niet belemmert….waar ben je in blijven hangen?
W: Ik weet niet goed wat ik wil…..
A: [verbaasd] Niet? Je hebt veel ambities zei je net….
W: Ik neem te veel taken op….kiezen waar ik echt blij van word doe ik niet….ik doe veel andere dingen waar ik moe van word.
M: Dat vind ik wel geinig aan jou….dat je niet de dingen doet waar je blij van wordt….zeker als je een ziekte heb vind ik dat wel heel stoer!
A: Waar word je blij van?
W: Meer sporten, snorkelen, duiken, leren surfen…komt er iedere keer niet van…..ik zoek dingen die ik moeilijk vind…
M: Die ziekte is gewoon een zegen voor jou….je krijgt allerlei grenzen aangeboden en jij zegt telkens fuck die grens….ik WIL wel surfen….maar ik DOE het niet….Dus laat jij je nu belemmeren of niet…ik ben totaal in de war
A: Misschien moet je er nog een ziekte bij hebben…..nog een ergere spierziekte of de overgang of zo?
W: [lacht hard] Ik laat me gewoon te veel gijzelen door van alles….verwachtingen, ziekte, gezin….ik wil gewoon meer leuke dingen doen. En niet met alles rekening houden….wat een idioot gesprek is dit zeg? maar het wordt wel duidelijk…
A: Fijn dat het jou duidelijk wordt….ik ben totaal in de war.

M: Wie neemt thuis de beslissingen?
W: [duidelijk] Ik! Ik regel altijd alles.
A: Maar je laat het wel van alles en iedereen afhangen…..
W: Soms willen de kinderen het niet en dan….
A: Precies. Dus dan doe je het niet….mooi! Alles voor het gezin. Is een symptoom van ALS dat je jezelf wegcijfert? Geinig. Wist ik niet….
M: Dus wat ga jij voor jouzelf doen Wanda? Snorkelvakantie en windsurfles toch?
A: Wat zou het voor je betekenen als je het zou doen?
W: [vrolijk] Ik word er wel blij van
M: Dan zou ik het niet doen!
A: Precies….blijf in je patroon Wanda! Geen dingen voor jezelf doen!
W: Het is klaar! Ik ga het wel doen! Ik loop al zo lang met dit idee….
A: En binnenkort kun je er niet meer mee lopen….alleen nog maar mee rolstoelen toch?!
W: [harde lach] Eerlijk gezegd maak ik me daar niet zoveel zorgen over, maar het is wel zo dat ik het nu nog goed kan doen. Dus ik ga het plannen!

Hartaanval tijdens Mentale Knipbeurt

Jeremy is een mooie jongen: flink gebruind, strak gekapt, lichte zomerbroek, hippe polo, riem en zomerschoenen passen bij elkaar. En uiteraard een kostbaar horloge. De man straalt succes uit, imponeert, directief en weet duidelijk wat hij wil.

M: Jeetje , jij ziet er echt strak en goed uit
En wat een prachtig horloge heb je trouwens, mag ik eens zien?
J: [straalt licht arrogant] Ja, dat is een….
A: [onderbreekt] Wat is jouw probleem Jeremy? Het is in ieder geval niet financieel, geen gebrek aan zelfvertrouwen, relatie of stress?
J: Ik wilde net even iets over mijn horloge vertellen aan hem [wijst naar Martijn]
A: Hij heet Martijn. Wat is jouw probleem Jeremy? Jouw horloge zeker niet toch? Ben je slecht in namen? Vinden mensen je arrogant? Wat is het?
J: Mijn meissie vroeg me naar jullie te gaan…tja.
A: Ben je haar naam ook al vergeten. Jimmy?
J: Het is Jeremy.
A: Heet je meissie Jeremy Jimmy?
J: [zachter] Elske…ze heet Elske, en we hebben twee zoons, Mees en Sam.
A: Mooie namen, makkelijk te onthouden ook. Ik vraag het nog een keer Jimmy? Wat is jouw probleem!
J: Mijn vrouw maakt zich zorgen over me, ze vindt dat ik veel te hard werk.
M: [lacht stoer] Maar dat ziet ze natuurlijk verkeerd. Je krijgt er veel energie van toch? En je bent heel erg goed.
J: [zakelijk, duidelijk] Inderdaad, mijn werk is superbelangrijk voor me. Ik zou niet anders willen.
M: Dus jij hebt geen probleem, Elske heeft een probleem. Ze moet gewoon niet zo zeuren toch?
J: [weifelend] Nou…
A: Jimmy, je gaat…
J: Het is JE-RE-MY
A: Die Elske van jou moet gewoon accepteren dat jij succesvol bent en bakken met geld verdiend. Daar hoort keihard werken gewoon bij. Dat je daarmee je huwelijk en kinderen veel minder aandacht kunt geven is logisch. Dat heeft iedere succesvolle man, Elon Musk ook.
J: Ja, dat wel
A: Nou dan. Geef me je telefoon, dan bellen we haar gelijk om dat te zeggen.
J: [schrikt] Nou..ehh..
M: En zeggen we gelijk dat zij een probleem heeft en even bij ons moet langskomen in plaats van jou te sturen
J: [zacht] Misschien heeft ze wel een punt
A: [duidelijk en hoog tempo] Jimmy wat zeg je nou?! Doe es ff normaal man. Natuurlijk vul je jouw dagen, avonden en soms nachten met keihard door werken. Je wilt toch de beste zijn?
J: [besmuikt] Ik zat laatst ook al bij de huisarts….bloeddruk hoog; hartkloppingen.
M: [stoer] Niet naar luisteren. Die huisartsen zijn veel te voorzichtig en willen natuurlijk geen risico nemen. Dat noemen ze risico-avers. Typische zorgverleners. Maar jij bent een zakenman toch? Risico nemen is jouw werk. Een beetje hoge bloeddruk…
A: Jimmy wordt een beetje bleek, Martijn….gaat het wel goed met hem?
M: Shit, ik zie het. 112 bellen, denk je?
J: Ik ben laatst wel geschrokken, mijn hart ging als een gek tekeer….dat heb ik Elske maar niet verteld.
M: [staat op, gaat achter Jeremy staan]. ”Geachte aanwezigen, lieve Elske, Mees en Sam…..Wat zullen jullie je vader gaan missen! Een bijzonder mens is plotseling heengegaan. Jeremy was een harde werker, een echte doorzetter, hard van buiten en zacht van binnen. Hij had nog zoveel dromen met jou Elske..en natuurlijk met jou Mees en met jou Sam [doodse stilte]. Hij voelde de fatale hartaanval niet aankomen, ondanks jouw signalen Elske en…….
J: [rustig, waterige ogen] Wow mannen….wow mannen…
[Stilte, Jeremy slaat zijn handen voor zijn ogen…..Martijn en Arno bewegen niet]
J: Dit komt wel binnen zeg….. [ stilte] Dit is precies waar ik bang voor ben…..

[Arno en Martijn leggen een hand op zijn schouder]

J: Wat ben ik toch een zakkenwasser! Ik moet natuurlijk beter oppassen, ik herken de signalen, de stress en weet dat ik iets moet veranderen. Zo kan het niet langer. Ik heb een gezin….

[Jeremy huilt zacht…eerlijk gezegd zijn wij ook onder de indruk]

Na een minuutje sluiten we af. Zonder contract deze keer. Dat voelt ongepast en zeker niet nodig! Jeremy geeft ons een hug. We zijn er stil van. Wow!


Assepoester wil niet poetsen

We zijn in Utrecht bij een grote organisatie als een goed verzorgde vrouw van begin dertig de coachsalon binnen stapt. Enigszins weifelend neemt Irene plaats.

A: Irene toch?
I: Ja klopt.
A: Wat is het probleem?
I: Ik twijfel over mijn relatie.
A: Dat is toch prachtig! Je bent gewoon een kritische zelfbewuste vrouw die af en toe de balans opmaakt. En twijfelen doen we allemaal wel eens. Ik zie het probleem niet.
I: Nou, het is echt niet goed!
A:Duidelijk, dan moet je er mee stoppen. Je bent er al uit en durft het alleen niet te beëindigen, toch?
I: We zijn al zeven en half jaar samen, hebben een huis en het is echt wel fijn.
A: Tja, in dat geval zou ik het niet stoppen. Huisje boompje beestje, bijna acht jaar, tja dat geef je natuurlijk niet zomaar op. Wel begint de sleur vanaf dat moment en heb je nog ruim vijftig jaar voor je. Maar ik zou dit niet opgeven…
I: We hebben natuurlijk wel van alles opgebouwd.

M: Precies, doorgaan!
I: Maar het is al twee jaar niet meer echt leuk.
M: Nou, ik zou doorzetten. Je kent de cyclus van zeven jaar toch? Zeven goede en zeven slechte jaren. Dus nog zesenhalf jaar en dan is het weer goed.
I: [schiet in de lach] nou, als dit nog langer duurt, ga ik ermee stoppen.
M: Niet doen. Zijn je ouders nog bij elkaar?
I: Uh..Ja…
M: Hebben zij het altijd makkelijk gehad?
I: Nee, dat denk ik niet
M: Dus, wat leer je daarvan?
I: Pfff, ja, nou, ja…dat is heel hard werken
M: Het gaat niet vanzelf Assepoester! Jij wilt gewoon een prinsesje zijn, alles moet roze, lief en mooi. Maar soms is het even niet roze en moet je werken aan je relatie!

I: [Emotioneel] Ik heb echt alles gedaan en geprobeerd. En hij is ook echt lief, maar het duurt te lang. Al bijna twee jaar gesprekken, ruzies en relatietherapie. Ook soms wel fijn, maar ik loop leeg en hou het niet meer vol…[tranen]
M: Kom op Irene, nog even volhou…
I: [onderbreekt Martijn emotioneel] Nee! Ik wil niet meer! Ik doe dit al een hele tijd tegen beter weten in. Het komt gewoon niet meer goed.
A: Heb je een ander ontmoet?
I: [schrikt en lacht]. Huh, ja, eerlijk gezegd wel [giechelt nerveus]
A: Betrapt! Ooh, wat ben jij een boef. Hier een beetje de verdrietige vrouw uit hangen en ondertussen…Weet jouw partner dat?
I: Ja, ik was even verliefd, er is niets gebeurd maar ik heb het wel eerlijk verteld……[lange stilte]. En ik voel nu duidelijk dat het met Erwin niet meer goed komt. Al ruim een jaar weet ik eigenlijk al dat het zo is. Relatietherapie brengt ons niet dichter samen. Er is gewoon een stuk dat er niet meer is en ook niet meer komt. Het is duidelijk!
M: Ja Irene, kom op zeg! Je gaat het toch niet zomaar opgeven
I: Zomaar?! Ik heb alles gedaan, gesprekken, therapie, aanpassen en hij is echt lief! Maar dit wil ik niet meer. Ik ga stoppen.
A: Dus hij is bijna jouw ex…exit Erwin. Geen Brexit maar Erwixit.

I:[lacht, breekt ,tranen]
Martijn geeft haar een tissue en na enige tijd komt ze op adem.
I: Wauw mannen, dit is wel heftig. En dit gaat wel snel, maar het is voor mij echt duidelijk nu. Jeetje. Er valt echt heel veel van mijn schouders. [Irene gaat rechtop zitten en kijkt zelfbewust en bevrijd] Het is goed…

De laatste wedstrijd van een topsporter 

Pascal komt de kapsalon binnen. Een veertiger, bijdehand en goedlachs, maar hij worstelt toch met iets.

A: [enthousiast]Je bent de laatste vandaag Pascal, een goed moment, dan zijn we op ons scherpst, dus kom maar op met je probleem…
P: Nou, probleem, ik noem het meer een uitdaging.
A: Dat mag, wij noemen het gewoon een probleem!
P: De uitdaging is ‘hoe blijf ik in balans?’, dat is voor mij altijd zoeken.
A: Altijd zoeken…dat lijkt me een heel gedoe, altijd! Kun jij wel zoeken? Misschien moeten we samen zoeken? Ben je wel eens uit balans geweest?
P: Zeker, ik ben wel een paar keer langs een burn-out gescheerd.
A: [opgwekt] Een paar keer, dat vind ik mooi aan jou. Dat je daar dan niet van leert. 
P: [verdedigend] Jawel, maar het blijft lastig.
A: Tuurlijk! Wat is lastig?
P: Het is continu een gevecht tussen mentaal en fysiek.
A: Wat ik mooi aan jou vind, is dat je zo lekker concreet en duidelijk bent: “langs een burn-out gescheerd”, ”de uitdaging” , “een continue gevecht tussen mentaal en fysiek”, help me even, wat bedoel je dan?
P: [bozig] Nou dat ik meer wil, maar mijn lichaam het niet aan kan.
M: Ah, ik snap het! Je wilt topsporter zijn, maar je bent het niet.
P: Ja, ik voel me wel een topsporter eigenlijk!
A: Hoe oud ben je?
P: Ik ben vijfenveertig.
A: [vrolijk] Ah, de aftakeling is begonnen! En volgens mij is jouw leven gewoon te vol! Jij wilt alles en maakt geen keuzes toch?
P: Ja, ik heb het gevoel alsof ik altijd aan het rennen ben.
A: Toch weer die topsporter in jou. Kun je een beetje rennen trouwens?
P: Ja, best wel. Ik kan mezelf heel goed uitputten.
M: Moet ook wel natuurlijk, want je bent een echte topsporter. 
A: Weet je partner eigenlijk hoe het met je gaat?
P: [na lange stilte] uhhh, nee, eerlijk gezegd niet echt denk ik…
M:  Dat hoort bij een topsporter, die laat niets zien van zichzelf. Dat is een teken van zwakte, goed bezig dus!
P: Ik zoek oplossingen inderdaad bij mijzelf, ik sta niet echt open voor hulp van buitenaf.
A: Lijkt me ook beter, het zelf oplossen. Dat lukt al vijfenveertig jaar prima. Niets aan veranderen. Een maximizer, dat ben je!
P: Wat?
A: Je wilt alles maximaal.
M: [enthousiast] Zei ik toch: topsporter! De hele dag aan het rennen. Rennen tot het misgaat.
P: [verbaasd] Misgaat?
M: Ja, dat hoort ook bij topsport natuurlijk. Op een gegeven moment is het lichaam op,  PATS [klapt in handen].  Bij topsporters is het lichaam veel eerder op dan bij normale mensen. Ze hebben dan nog wel een hele lange weg te gaan voordat ze doodgaan met een versleten lichaam. Maar in ieder geval hebben ze qua sport alles er uit gehaald.

Pascal valt stil, kijkt roerloos naar de spiegel.

A: Topsporters worden dan nog wel op handen gedragen natuurlijk…nou ja, de sporters die zichtbaar zijn geweest op tv. In jouw geval is dat niet zo helaas, dus zullen weinig mensen het weten. Martijn en ik waarderen het zeker, dat topsporten van jou, maar verder hebben waarschijnlijk maar weinig mensen er oog voor.
M: Ja, dus dan heb je dat kapotte lichaam en niemand waardeert het…eigenlijk wel zonde als je er zo over nadenkt…
P: Ja, als je het zo bekijkt…maar wat moet ik dan?
A: [kijkt naar Martijn] Tja, is er wel iets aan te doen?
M: Lastig…
P: Ik moet vertragen, maar ik denk dat ik dat niet alleen kan.
A: Hmmm, hulp vragen is natuurlijk lastig…en voor een topper zoals jij ook wel een beetje sneu, ik zou het niet doen.
P: [weifelend] Nou ja, ik zou dat wel thuis kunnen vragen en misschien ook wel op werk.
M: Maar dat doe je natuurlijk niet, want je bent een topsporter.
A: Weet je, het hoeft ook niet natuurlijk, want je rent zo hard dat als je valt het waarschijnlijk gelijk over is. Heb je er zelf geen last meer van. Een hartaanval denk ik…
M: Je partner vindt daarna wel iemand anders  en de kinderen…kinderen zijn heel veerkrachtig heb ik wel eens gelezen. En op je werk…daar weten ze over een jaar niet eens meer dat je er was, iemand anders kan jouw werk zo overnemen en misschien nog wel beter doen dan jij…
P: [geschrokken, verbaasd]] Ja maar…..eh……ik, eh ik …
A: Precies, het gaat om jouw IK!
M: En dat is mooi dat die ik van jou er nu nog is! Ik denk ook een hartaanval Arno….Geniet er nou maar van. Het is zo voorbij!
P: [temperamentvol] Nee, ik ga er wat aan doen, ik wil dit niet, ik ga thuis praten, zo kan het niet langer….

Rosalie en de Wappie-familie

We zijn bij een ziekenhuis in het oosten van Nederland. Rosalie komt de coachsalon binnen. Rond de 35, vlot uiterlijk en een vrolijke blik. Ze heeft veel energie en een hoog tempo.

A: Wat is je probleem?
R: [lacht] Dat is lastig om kort te formuleren, ik heb een heel leuke schoonfamilie, ze zijn ehhh….nou…..heel authentiek en…
A: Ze staan dus rechtlijnig tegenover jou.
R: [verbaasd] Ja!
M: [geschrokken] Oh nee…..het zijn toch geen…..wappies?
R: Ja,…en mijn man ook.
A: Dus jij bent degene die afwijkt.
R: [lacht] Ik word de dissonant genoemd.
A: [luid] Wil je koffie dissonant? Koekje erbij dissonant? Jij wilt zeker geen biertje toch dissonant?
R: [Lacht…..] Ja, samen met broer van mijn man, wij zijn de dissonanten.
M: Je moet met de broer van jouw man verder!?
R: {uitbundig] Nee! Echt niet! Daniel is de leukste man!
A: Wat is nu precies het probleem?
R: Ze vertellen mijn kinderen dat ze op school geïndocrineerd worden, dat ze politiek niet moeten vertrouwen…dat gaat best wel ver.
M: [verbaasd bozig] In jouw huis?! Zij indoctrineren dus jouw kinderen!!
R: Ja!
M: En natuurlijk met omgekeerde vlaggen in de straat, zakdoeken aan de auto?
R: [vrolijk] Ja!
A: Wel gezellig, met die vlaggetjes enzo.
R: [lacht] Ja, ik kan er wel met humor naar kijken. Maar ik vind het irritant dat ze mijn kinderen beïnvloeden en onwaarheden vertellen.

We laten een korte stilte vallen. Het tempo daalt.

M: [leunt voorover] Wat doet dat met jou?
R: [zwaar] Ik word er soms letterlijk misselijk van.
M: Waar trek je de grens Rosalie?
R: [breekt, huilt en probeert vrolijk te blijven] Jaja, ik weet het wel, ik moet grenzen trekken!, maar het overkomt me ook gewoon…[huilt] Het is zo bizar allemaal, vaak ook heel subtiel.
M: Subtiel? Het voelt als een bulldozer! Trump is goed, Baudet is goed, de elite is duivels, de politiek niet te vertrouwen! Ze bulldozeren jouw leven in en… voelt alsof je in een sekte terecht bent gekomen! Ik check de sekte-database van de inlichtingdienst wel even voor je.
R: [ huilt, vanaf dit moment loopt ze helemaal leeg ] Ze gaan helemaal in de opvoedende rol. [luid] IK WIL DIT NIET! De hele tijd dat antigeluid, dat niets te vertrouwen is, dat er plannen zijn om naar het buitenland te gaan met hele familie. Ze snappen het niet. Ze zitten zo in hun koker; zij hebben het door en ik niet! Ze zegen dat ik onder een steen leef en dat ze me helpen hiermee.
A: Wanneer ga jij eens aan jezelf denken?
R: Ik denk wel aan mezelf! Ik ben uit familie-app gestapt. En zij zeggen: je hoort bij de familie en dus moet terug in de appgroep, anders hoor je niet bij de familie!
M: [duidelijk] Maar dat is super heftig! Jij wordt buitengesloten en niet geaccepteerd!
R: [fel] Jawel! Ze omarmen me!
M: Ja, met zakdoeken en omgekeerde vlaggen zeker? Wat zegt jouw man hier allemaal van trouwens?
R: [timide] Ik moet gelijk denken dan een moment tijdens Corona. Zijn familie wilde langskomen. Ze trokken zich niets van de beperkingen aan. Ik zei tegen Daniel: ik wil het niet! Toen zei Daniel [slikt, huilt] Als ik moet kiezen tussen jou en mijn familie, dan kies ik voor mijn familie…
A: Wat? En jij noemt dat een goede relatie?
R: [blijft doorzetten] eh, ja, wel, nou, half? [tranen] Ik wil positieve dingen zien, die verdomde kronkel in de familie. Ik hou wel van Daniel…[huilt] Ik heb genoeg eigen ruimte. Dat vind ik ook vervelend…al mijn vriendinnen zeggen dat ik bij hem weg moet….

M: [schuift zijn stoel tegenover Rosalie] Rosalie: ik ben nu Daniel. Wat wil je tegen mij zggen?
R: Ik wil heel graag met je verder, maar zo gaat het niet.
M: Waarom niet?
R: Je loyaliteit ligt zo dicht bij jouw familie, ik heb nodig dat je naast mij staat.
M: Dat doe ik ook!
R: Nee, dat doe je niet. Je hoeft het niet met mij eens te zijn, maar ik wil dat je mij steunt. Dat als ik nee zeg op het moment dat het onze kinderen aangaat dat ik weet dat je naast mij staat!

A: [spreekt Rosalie via de spiegel toe] Wanneer ga je dit tegen Daniel zeggen?
R: [laat haar hoofd zakken] Ik ga met Daniel in gesprek! Ik weet het ook eigenlijk al lang, ik voel nu heel duidelijk dat ik het moet doen…ik vind het doodeng, maar het moet echt anders!

Rosalie tekent een contract, om met Daniel in gesprek te gaan, ze lijkt echt van plan het te gaan doen en durft in te zien waar ze in zit. Wij zijn eerlijk gezegd nogal onder de indruk.