We zijn uitgenodigd bij een kennisfestival van een grote overheidsinstelling, er zijn ongeveer honderdvijftig managers aanwezig. Harmen komt binnen, een lange slanke man van rond de veertig.
M: Wat is het probleem?
H: [denkt na] Dat weet ik niet echt.
M: Je kijkt er een beetje moeilijk bij.
H: [serieus en opgewekt] Alles is wel goed. Ik hou van mijn kinderen. Ik doe veel met ze, tennis, voetbal etc. dus goed.
M: En jouw vrouw?
H: Die is aan het werk. Dat is wel een probleem.
M: [vrolijk, lacht] Probleem? Dat lijkt me heerlijk! Dat zouden er meer moeten doen.
H: [flauwe glimlach] Ja, maar we hebben geen gezinstijd, ze werkt in de weekenden en de koopavonden…Maar daarover zijn we al in gesprek geweest. Zij vindt het ook niet fijn. Dus we gaan misschien verder kijken.
A: [vrolijk] Jij gaat verder kijken naar een andere baan of andere vrouw?
H: [Nee, zij gaat kijken naar ander werk.
A: Kan ze een beetje kijken? Dat lijkt me wel mooi, kijken naar ander werk.
H: Nou, ze gaat zoeken!
A: Eerst gaat ze kijken en nu zoeken. Je bent lekker duidelijk chef!
H: [geamuseerd] Ze gaat op zoek naar ander werk.
M: Wat wil ze dan?
H: Ze wil gaan werken als ervaringsdeskundige.
A: [guitig] Aha, ze heeft veel ervaring met een man zonder problemen, ervaring met een heel fijn gezin waar alles goed loopt, lijkt me een hele kundige dame.
H: Nou, ze heeft een eetstoornis.
M: Ah, mooi! Is ze heel dik of heel dun?
H: [hapert] Ze is…dik…of, nou…gewoon veel te dik.
M: [armen wijd] Moddervet dus! Hoe is dat dan in bed eigenlijk? Is dat heel erg zoeken? Lijkt me wel leuk! Een soort puzzeltocht!
H: [lacht heel hard] Nou, zo erg is het ook weer niet.
M: Oke, nog wel seks dus.
H: [vrolijk] Jazeker! Er is veel om van te genieten!
A: Maar zij heeft dus een eetstoornis, en jij bent een super slanke en – volgens mij – sportieve vent, hoe is dat?
H: [open blik] Soms wel moeilijk, maar ik begrijp het wel…
M: Dat is lief van je, je walgt van je vrouw, maar je begrijpt het wel…
H: [geïrriteerd] Nee! Ik walg zeker niet van haar, ze is hartstikke lief en heeft veel verdriet gehad, er waren veel ‘druppels’ in het verleden die dit hebben veroorzaakt.
M: Was jij één van die ‘druppels’?
H: [bedachtzaam] goede vraag, nee, ik denk van niet. Het overlijden van mijn en haar eigen moeder hebben haar enorm diep geraakt. Ik ben trouwens ook hartstikke trots op mijn vrouw!
A: Dat is duidelijk Harmen. Goed zo! Maar eet ze dan ook stiekem, heb jij net een lekkere reep chocola voor jezelf gekocht en is die zomaar weg…
H: Ja, dat doet ze inderdaad. Maar zoals ik zeg, ik heb echt begrip. Dus ik ben bezig haar te helpen met het traject van maagverkleining, daarvoor komt ze nu in aanmerking.
A: Dat is prachtig, alleen heb je dan in bed straks weer zo’n hele slanke den, lijkt me ook niks toch?
H:[grote lach] ach jongens, ze is een topwijf!
M: Mooi! Wat fijn trouwens dat alleen zij last had va het overlijden van jouw moeder en jij niet. Jouw vrouw is er diep door geraakt, maar jou doet het niets Alles is opgelost, zei je toch? Hoe lang geleden is het eigenlijk?
H: Nu precies drie jaar, vier maanden en twee weken.
A: [vrolijk] Voor iemand die het niet veel doet, weet je wel verdomde goed wanneer jouw moeder is overleden Harmen…
Stilte
M: Mis je haar?
H: [tranen] Ik voel het nu wel.
[Stilte]
H: Ja, ik mis haar nog iedere dag…ik zag haar nog wekelijks, belde veel, we waren zo goed samen. Ze kon me heel goed adviseren en ook heel goed naar mij luisteren. Ze was zo lief.
A: [klapt in handen] En ineens, PATS, was ze weg?
Harmen begint te vertellen over de korte ziekteperiode, de laatste nacht wakend aan haar bed en haar sterven in zijn bijzijn.
H: Ik zou haar zo graag nog eens willen vertellen hoe het nu met me is.
M: Wat houd je tegen?
H: Ja, duh, ze is er niet meer?! Dat houd me tegen.
M: [hand op hart] Oh nee? Weet je dat zeker? Ik heb ook een dierbare verloren, soms ben ik nog even bij haar, voer ik een gesprekje, op een plek die voor ons beide belangrijk was…heb jij zo’n plek?
H: [zacht] Ja, wij hebben een tuintafel en daarachter een zitje, daar zat ik vaak, even alleen met mijn moeder, dronken we een wijntje…[glimlacht]
M: Volgens mij was je even bij haar, of niet?
H: [tranen in ogen] Ja. Eigenlijk wel.
M: Wat zou ze nu tegen je zeggen, denk je? Als ze je hier ziet zitten, bij de Mentale Knipbeurt.
H: Ik weet zeker dat ze heel trots op me is, dat ze het mooi vind dat ik zo’n open gesprek met jullie voer, dat deed ik ook wel met haar. Ze was echt een maatje.
M: Wanneer ga je daar weer zitten, met een wijntje en misschien ook een glas voor je moeder?
H: Dat ga ik dit weekend direct doen, het wordt prachtig weer, ik heb nog een flesje liggen die zij graag dronk. Wat een goed idee. Ik ga het echt doen!