Lies komt de coachsalon binnen, we zijn bij een overheidsinstantie. Lies is rond de veertig en kijkt vrolijk de wereld in.
A: [enthousiast] Zo Lies, jij ziet er vrolijk uit. En ook lekker uitgerust volgens mij.
L: Ik ben sinds gisteren weer aan het werk, heb net een heerlijke vakantie gehad na een zware periode.
A: Dus je bent lekker uitgerust! Heerlijke vakantie achter de rug…wat is het probleem?
L: Ik ga vaak over grenzen.
A: Precies, dus je bent in het buitenland geweest!
L: [lacht] Oostenrijk inderdaad…maar ik bedoel mijn eigen grenzen.
A: Dus wat is het probleem?
L: Ik kan slecht grenzen aangeven, dat is een beetje het probleem.
A: Een beetje?
L: Nee, niet een beetje. Het is echt een groot probleem.
A: [vrolijk] Dat is geinig, het is groot. Waarom zeg je dan een beetje?
L: [sip] Omdat ik het lastig vind. Het woordje ‘nee’ is ingewikkeld.
M: Helemaal niet! In het Oostenrijks is het Nein; Frans, Non. Engels, No. Niets ingewikkelds aan!
A: Dus jij lost hier alles voor jouw collega’s op en vindt het fijn dat je overbelast raakt…hou je ook van SM?
L: [lacht] Nou zeg!
A: Het voelt wel zo toch? Je laat over grenzen gaan, voelt je gebonden, en voelt je machteloos. Klinkt als SM! Heb je dan ook zo’n rubberen kap?
L: [lacht hard] Ik voel me inderdaad echt gebonden.
M: Kun je het wel zeggen eigenlijk: ‘Nee!’?
L: Jawel, vandaag nog. Ik werd gevraagd om ergens te helpen, eerst zei ik ja en daarna nee.
M: Hoeveel ruimte heb jij nodig om in balans te blijven, want het duurt niet lang meer voordat je omvalt, toch?
L: [schrikt] Ja, ik moet duidelijk grens aangeven.
A: Dat zou ik niet doen, dan worden je collega’s vast boos.
L: Ik voel me verplicht onze klanten te helpen, ik voel me gedwongen..
A: [guitig] Ha, SM!
L: [geknepen stem] Het is niet goed…
M: Ik vind het wel mooi, je kunt natuurlijk de cliënten en collega’s niet laten zitten. Een beetje ambtenaar gaat over grenzen, dus je past hier goed…je bent echt een Vlijtig Liesje!
Lies lacht hard en wordt tegelijkertijd emotioneel.
A: [vrolijk] Eigenlijk ben je heel gemeen en ga je allemaal mensen met jouw problemen opzadelen, zo meteen val je om, kun je de cliënten niet meer helpen en ook jouw collega’s laat je in de kou staan. Ik zou maar vast die rubberen kap opdoen, weten ze in ieder geval niet wie die verschrikkelijk slechte collega is. De hoeveelste keer wordt dit eigenlijk dat je gaan uitvallen?
L: [kijkt schuldig] Het wordt de tweede keer
M: Mooi, met ervaring! Is het veel fijner…
L: [zacht] Ik voel dat ik richting een burn-out ga.
M: Fijn, dan kun je je voorbereiden en je collega’s ook.
L: Ik heb aangegeven dat ik het niet doe als het niet gaat…
A: Mmmm, klinkt overtuigend. Ja, wat vind je Martijn?
M: Zeker, Lies gaat echt voor zichzelf staan. Ik denk dat haar collega’s staan te trillen.
L: Mijn manager zei tegen me “als je bepaalde zaken niet kan opnemen, dan lijkt het me slim de bedrijfsarts in te schakelen”…dat wil ik niet!
M: Je hebt groot gelijk Lies. Jij, sterke Lies, hebt dat niet nodig. Je bent toch zeker geen watje?
L: [schuldig] oohhhh wat erg dit…Ik denk dat dat het is ja, dat ik niet kwetsbaar wil zijn.
A: En het is ook fijn voor jouw kinderen dat je zo weer in een burn-out komt. Kunnen ze lekker van je genieten thuis!
M: [luid] WANNEER GA JIJ JEZELF SERIEUS NEMEN LIES!
l: [verbaasd, geschrokken] Doe ik al…ik ga al naar een psycholoog…die vind dat ik stappen maak…
A: Ah, mooi, dan komt het allemaal goed.
L: Gisteren ging het direct al niet goed, de eerste dag na vakantie dacht ik direct HELP.
M: Je voelt dus dat je weer richting een burn-out gaat. Hoe lang geb je nog te gaan?
L: Ik vind het gewoon lastig om naar de bedrijfsarts te gaan…
M: Hoe lang nog Lies?
L: Tussen nu en een half jaar…
M: Dat is lekker, je hebt tenminste een deadline, kunnen jouw collega’s zich ook vast voorbereiden.
L: [handen voor gezicht] Dat zijn ze al aan het doen…
M: Kan je mooi volgens planning uitvallen!
L: Jeetje…als je dit zo zegt…dan is het echt niet goed….shit….
M: Ik vind het wel mooi dat je zo blijft glimlachen…
L: [verdrietig] Ik kan nu bijna huilen…[slikt] Ik vind het heel lastig… [snikt] …Om het naar mijn collega’s uit te spreken, maar ik moet; het gaat niet meer…ik ben aan het overleven…ik ga met mijn collega’s in gesprek…en naar de bedrijfsarts. [huilt]
We laten haar even. Ze tekent het contract.
L: Pff mannen, heftig, ik zie er tegen op. Maar ben ergens ook heel erg opgelucht!