Assepoester wil niet poetsen

We zijn in Utrecht bij een grote organisatie als een goed verzorgde vrouw van begin dertig de coachsalon binnen stapt. Enigszins weifelend neemt Irene plaats.

A: Irene toch?
I: Ja klopt.
A: Wat is het probleem?
I: Ik twijfel over mijn relatie.
A: Dat is toch prachtig! Je bent gewoon een kritische zelfbewuste vrouw die af en toe de balans opmaakt. En twijfelen doen we allemaal wel eens. Ik zie het probleem niet.
I: Nou, het is echt niet goed!
A:Duidelijk, dan moet je er mee stoppen. Je bent er al uit en durft het alleen niet te beëindigen, toch?
I: We zijn al zeven en half jaar samen, hebben een huis en het is echt wel fijn.
A: Tja, in dat geval zou ik het niet stoppen. Huisje boompje beestje, bijna acht jaar, tja dat geef je natuurlijk niet zomaar op. Wel begint de sleur vanaf dat moment en heb je nog ruim vijftig jaar voor je. Maar ik zou dit niet opgeven…
I: We hebben natuurlijk wel van alles opgebouwd.

M: Precies, doorgaan!
I: Maar het is al twee jaar niet meer echt leuk.
M: Nou, ik zou doorzetten. Je kent de cyclus van zeven jaar toch? Zeven goede en zeven slechte jaren. Dus nog zesenhalf jaar en dan is het weer goed.
I: [schiet in de lach] nou, als dit nog langer duurt, ga ik ermee stoppen.
M: Niet doen. Zijn je ouders nog bij elkaar?
I: Uh..Ja…
M: Hebben zij het altijd makkelijk gehad?
I: Nee, dat denk ik niet
M: Dus, wat leer je daarvan?
I: Pfff, ja, nou, ja…dat is heel hard werken
M: Het gaat niet vanzelf Assepoester! Jij wilt gewoon een prinsesje zijn, alles moet roze, lief en mooi. Maar soms is het even niet roze en moet je werken aan je relatie!

I: [Emotioneel] Ik heb echt alles gedaan en geprobeerd. En hij is ook echt lief, maar het duurt te lang. Al bijna twee jaar gesprekken, ruzies en relatietherapie. Ook soms wel fijn, maar ik loop leeg en hou het niet meer vol…[tranen]
M: Kom op Irene, nog even volhou…
I: [onderbreekt Martijn emotioneel] Nee! Ik wil niet meer! Ik doe dit al een hele tijd tegen beter weten in. Het komt gewoon niet meer goed.
A: Heb je een ander ontmoet?
I: [schrikt en lacht]. Huh, ja, eerlijk gezegd wel [giechelt nerveus]
A: Betrapt! Ooh, wat ben jij een boef. Hier een beetje de verdrietige vrouw uit hangen en ondertussen…Weet jouw partner dat?
I: Ja, ik was even verliefd, er is niets gebeurd maar ik heb het wel eerlijk verteld……[lange stilte]. En ik voel nu duidelijk dat het met Erwin niet meer goed komt. Al ruim een jaar weet ik eigenlijk al dat het zo is. Relatietherapie brengt ons niet dichter samen. Er is gewoon een stuk dat er niet meer is en ook niet meer komt. Het is duidelijk!
M: Ja Irene, kom op zeg! Je gaat het toch niet zomaar opgeven
I: Zomaar?! Ik heb alles gedaan, gesprekken, therapie, aanpassen en hij is echt lief! Maar dit wil ik niet meer. Ik ga stoppen.
A: Dus hij is bijna jouw ex…exit Erwin. Geen Brexit maar Erwixit.

I:[lacht, breekt ,tranen]
Martijn geeft haar een tissue en na enige tijd komt ze op adem.
I: Wauw mannen, dit is wel heftig. En dit gaat wel snel, maar het is voor mij echt duidelijk nu. Jeetje. Er valt echt heel veel van mijn schouders. [Irene gaat rechtop zitten en kijkt zelfbewust en bevrijd] Het is goed…

De laatste wedstrijd van een topsporter 

Pascal komt de kapsalon binnen. Een veertiger, bijdehand en goedlachs, maar hij worstelt toch met iets.

A: [enthousiast]Je bent de laatste vandaag Pascal, een goed moment, dan zijn we op ons scherpst, dus kom maar op met je probleem…
P: Nou, probleem, ik noem het meer een uitdaging.
A: Dat mag, wij noemen het gewoon een probleem!
P: De uitdaging is ‘hoe blijf ik in balans?’, dat is voor mij altijd zoeken.
A: Altijd zoeken…dat lijkt me een heel gedoe, altijd! Kun jij wel zoeken? Misschien moeten we samen zoeken? Ben je wel eens uit balans geweest?
P: Zeker, ik ben wel een paar keer langs een burn-out gescheerd.
A: [opgwekt] Een paar keer, dat vind ik mooi aan jou. Dat je daar dan niet van leert. 
P: [verdedigend] Jawel, maar het blijft lastig.
A: Tuurlijk! Wat is lastig?
P: Het is continu een gevecht tussen mentaal en fysiek.
A: Wat ik mooi aan jou vind, is dat je zo lekker concreet en duidelijk bent: “langs een burn-out gescheerd”, ”de uitdaging” , “een continue gevecht tussen mentaal en fysiek”, help me even, wat bedoel je dan?
P: [bozig] Nou dat ik meer wil, maar mijn lichaam het niet aan kan.
M: Ah, ik snap het! Je wilt topsporter zijn, maar je bent het niet.
P: Ja, ik voel me wel een topsporter eigenlijk!
A: Hoe oud ben je?
P: Ik ben vijfenveertig.
A: [vrolijk] Ah, de aftakeling is begonnen! En volgens mij is jouw leven gewoon te vol! Jij wilt alles en maakt geen keuzes toch?
P: Ja, ik heb het gevoel alsof ik altijd aan het rennen ben.
A: Toch weer die topsporter in jou. Kun je een beetje rennen trouwens?
P: Ja, best wel. Ik kan mezelf heel goed uitputten.
M: Moet ook wel natuurlijk, want je bent een echte topsporter. 
A: Weet je partner eigenlijk hoe het met je gaat?
P: [na lange stilte] uhhh, nee, eerlijk gezegd niet echt denk ik…
M:  Dat hoort bij een topsporter, die laat niets zien van zichzelf. Dat is een teken van zwakte, goed bezig dus!
P: Ik zoek oplossingen inderdaad bij mijzelf, ik sta niet echt open voor hulp van buitenaf.
A: Lijkt me ook beter, het zelf oplossen. Dat lukt al vijfenveertig jaar prima. Niets aan veranderen. Een maximizer, dat ben je!
P: Wat?
A: Je wilt alles maximaal.
M: [enthousiast] Zei ik toch: topsporter! De hele dag aan het rennen. Rennen tot het misgaat.
P: [verbaasd] Misgaat?
M: Ja, dat hoort ook bij topsport natuurlijk. Op een gegeven moment is het lichaam op,  PATS [klapt in handen].  Bij topsporters is het lichaam veel eerder op dan bij normale mensen. Ze hebben dan nog wel een hele lange weg te gaan voordat ze doodgaan met een versleten lichaam. Maar in ieder geval hebben ze qua sport alles er uit gehaald.

Pascal valt stil, kijkt roerloos naar de spiegel.

A: Topsporters worden dan nog wel op handen gedragen natuurlijk…nou ja, de sporters die zichtbaar zijn geweest op tv. In jouw geval is dat niet zo helaas, dus zullen weinig mensen het weten. Martijn en ik waarderen het zeker, dat topsporten van jou, maar verder hebben waarschijnlijk maar weinig mensen er oog voor.
M: Ja, dus dan heb je dat kapotte lichaam en niemand waardeert het…eigenlijk wel zonde als je er zo over nadenkt…
P: Ja, als je het zo bekijkt…maar wat moet ik dan?
A: [kijkt naar Martijn] Tja, is er wel iets aan te doen?
M: Lastig…
P: Ik moet vertragen, maar ik denk dat ik dat niet alleen kan.
A: Hmmm, hulp vragen is natuurlijk lastig…en voor een topper zoals jij ook wel een beetje sneu, ik zou het niet doen.
P: [weifelend] Nou ja, ik zou dat wel thuis kunnen vragen en misschien ook wel op werk.
M: Maar dat doe je natuurlijk niet, want je bent een topsporter.
A: Weet je, het hoeft ook niet natuurlijk, want je rent zo hard dat als je valt het waarschijnlijk gelijk over is. Heb je er zelf geen last meer van. Een hartaanval denk ik…
M: Je partner vindt daarna wel iemand anders  en de kinderen…kinderen zijn heel veerkrachtig heb ik wel eens gelezen. En op je werk…daar weten ze over een jaar niet eens meer dat je er was, iemand anders kan jouw werk zo overnemen en misschien nog wel beter doen dan jij…
P: [geschrokken, verbaasd]] Ja maar…..eh……ik, eh ik …
A: Precies, het gaat om jouw IK!
M: En dat is mooi dat die ik van jou er nu nog is! Ik denk ook een hartaanval Arno….Geniet er nou maar van. Het is zo voorbij!
P: [temperamentvol] Nee, ik ga er wat aan doen, ik wil dit niet, ik ga thuis praten, zo kan het niet langer….

Rosalie en de Wappie-familie

We zijn bij een ziekenhuis in het oosten van Nederland. Rosalie komt de coachsalon binnen. Rond de 35, vlot uiterlijk en een vrolijke blik. Ze heeft veel energie en een hoog tempo.

A: Wat is je probleem?
R: [lacht] Dat is lastig om kort te formuleren, ik heb een heel leuke schoonfamilie, ze zijn ehhh….nou…..heel authentiek en…
A: Ze staan dus rechtlijnig tegenover jou.
R: [verbaasd] Ja!
M: [geschrokken] Oh nee…..het zijn toch geen…..wappies?
R: Ja,…en mijn man ook.
A: Dus jij bent degene die afwijkt.
R: [lacht] Ik word de dissonant genoemd.
A: [luid] Wil je koffie dissonant? Koekje erbij dissonant? Jij wilt zeker geen biertje toch dissonant?
R: [Lacht…..] Ja, samen met broer van mijn man, wij zijn de dissonanten.
M: Je moet met de broer van jouw man verder!?
R: {uitbundig] Nee! Echt niet! Daniel is de leukste man!
A: Wat is nu precies het probleem?
R: Ze vertellen mijn kinderen dat ze op school geïndocrineerd worden, dat ze politiek niet moeten vertrouwen…dat gaat best wel ver.
M: [verbaasd bozig] In jouw huis?! Zij indoctrineren dus jouw kinderen!!
R: Ja!
M: En natuurlijk met omgekeerde vlaggen in de straat, zakdoeken aan de auto?
R: [vrolijk] Ja!
A: Wel gezellig, met die vlaggetjes enzo.
R: [lacht] Ja, ik kan er wel met humor naar kijken. Maar ik vind het irritant dat ze mijn kinderen beïnvloeden en onwaarheden vertellen.

We laten een korte stilte vallen. Het tempo daalt.

M: [leunt voorover] Wat doet dat met jou?
R: [zwaar] Ik word er soms letterlijk misselijk van.
M: Waar trek je de grens Rosalie?
R: [breekt, huilt en probeert vrolijk te blijven] Jaja, ik weet het wel, ik moet grenzen trekken!, maar het overkomt me ook gewoon…[huilt] Het is zo bizar allemaal, vaak ook heel subtiel.
M: Subtiel? Het voelt als een bulldozer! Trump is goed, Baudet is goed, de elite is duivels, de politiek niet te vertrouwen! Ze bulldozeren jouw leven in en… voelt alsof je in een sekte terecht bent gekomen! Ik check de sekte-database van de inlichtingdienst wel even voor je.
R: [ huilt, vanaf dit moment loopt ze helemaal leeg ] Ze gaan helemaal in de opvoedende rol. [luid] IK WIL DIT NIET! De hele tijd dat antigeluid, dat niets te vertrouwen is, dat er plannen zijn om naar het buitenland te gaan met hele familie. Ze snappen het niet. Ze zitten zo in hun koker; zij hebben het door en ik niet! Ze zegen dat ik onder een steen leef en dat ze me helpen hiermee.
A: Wanneer ga jij eens aan jezelf denken?
R: Ik denk wel aan mezelf! Ik ben uit familie-app gestapt. En zij zeggen: je hoort bij de familie en dus moet terug in de appgroep, anders hoor je niet bij de familie!
M: [duidelijk] Maar dat is super heftig! Jij wordt buitengesloten en niet geaccepteerd!
R: [fel] Jawel! Ze omarmen me!
M: Ja, met zakdoeken en omgekeerde vlaggen zeker? Wat zegt jouw man hier allemaal van trouwens?
R: [timide] Ik moet gelijk denken dan een moment tijdens Corona. Zijn familie wilde langskomen. Ze trokken zich niets van de beperkingen aan. Ik zei tegen Daniel: ik wil het niet! Toen zei Daniel [slikt, huilt] Als ik moet kiezen tussen jou en mijn familie, dan kies ik voor mijn familie…
A: Wat? En jij noemt dat een goede relatie?
R: [blijft doorzetten] eh, ja, wel, nou, half? [tranen] Ik wil positieve dingen zien, die verdomde kronkel in de familie. Ik hou wel van Daniel…[huilt] Ik heb genoeg eigen ruimte. Dat vind ik ook vervelend…al mijn vriendinnen zeggen dat ik bij hem weg moet….

M: [schuift zijn stoel tegenover Rosalie] Rosalie: ik ben nu Daniel. Wat wil je tegen mij zggen?
R: Ik wil heel graag met je verder, maar zo gaat het niet.
M: Waarom niet?
R: Je loyaliteit ligt zo dicht bij jouw familie, ik heb nodig dat je naast mij staat.
M: Dat doe ik ook!
R: Nee, dat doe je niet. Je hoeft het niet met mij eens te zijn, maar ik wil dat je mij steunt. Dat als ik nee zeg op het moment dat het onze kinderen aangaat dat ik weet dat je naast mij staat!

A: [spreekt Rosalie via de spiegel toe] Wanneer ga je dit tegen Daniel zeggen?
R: [laat haar hoofd zakken] Ik ga met Daniel in gesprek! Ik weet het ook eigenlijk al lang, ik voel nu heel duidelijk dat ik het moet doen…ik vind het doodeng, maar het moet echt anders!

Rosalie tekent een contract, om met Daniel in gesprek te gaan, ze lijkt echt van plan het te gaan doen en durft in te zien waar ze in zit. Wij zijn eerlijk gezegd nogal onder de indruk.

Ellen klaagt bij Ajax

We zijn bij een ziekenhuis in het westen van het land. Ellen, een vrolijke vijftiger, komt de coachsalon binnen.

E: Ik had begrepen dat ik een probleem moest meenemen. Dus ik heb een probleem meegenomen van de organisatie.
M: [duidelijk] Dat mag natuurlijk niet. De organisatie krijgen we niet in deze ruimte. Het moet een probleem van jou zijn!
E: [glimlacht] uh, het is ook wel mijn probleem.
M: Ah, dat scheelt. Dus het is van jou! Goed zo. Eigenaarschap. Daar houden we hier van.
E: Ik heb gewoon moeite met de organisatie. Ik merk dat ik onverschillig word, een beetje ga onderduiken, management vermijdt. Ik vind de inhoud en mijn collega’s hartstikke leuk, maar contacten met het management niet. Ik heb geen idee waar ze mee bezig zijn. En ik erger me aan mijn nieuwe manager.
M: Dus jouw werk is heel leuk, alleen het management niet. Je maakt van iets dat heel klein is iets heel groots. Daar kies je zelf voor!
E: [onzeker] Ja maar ik vind het wel belangrijk…
A:[richting Martijn] Weet je Martijn, die Ellen is gewoon niet trots op haar bedrijf, haar cluppie. Het is niet meer de club waar ze voor wil spelen. Het is niet meer het Ajax van weleer, met goed management en mooie resultaten. Tijd voor een transfer, volgens mij.
E:[verrast] Ja, daar zit ik stiekem wel eens naar te kijken, maar ik ben al twaalf jaar bij de club. Ik wil ze niet in de steek laten.
M: Kijk! Een trouwe supporter. In goede én slechte tijden. Je hebt natuurlijk jouw kast vol met shirts, sjaaltjes en jouw matties kan je ook niet in de steek laten. Naar een andere club verkassen geeft veel te veel gedoe. En op jouw leeftijd, ik zou het niet doen.
E: [lacht] Nee, klopt. Wil ik ook niet. Ik zou wel weer wat lekkerder willen spelen, meer samenwerken en óók met het management. Maar ik voel me echt niet fijn én veilig, ik ga ze echt uit de weg
M: Maar je zegt net dat je lekkerder wilt spelen, meer samenwerken. En dan ga je ze uit de weg?
E: Ze doen hun best en ik heb voor heel veel dingen wel begrip. Het systeem van financiering vanuit verzekeraars, het registreren van alles maakt het er niet altijd fijner op. En die managers hebben daar veel mee te maken, en dan valt ook haar collega-manager nog uit.  Maar met mijn huidige manager heb ik gevoel dat we niet bij elkaar komen.
A: Dat is geen gevoel, maar een feit! Jullie komen LETTERLIJK niet bij elkaar. En wat ga JIJ daar aan doen Ellen?
E: [schrikt] Het nogmaals benoemen?
A: Ja, dat heb je al gedaan. Dus dat werkt niet toch? Je moet iets nieuws verzinnen.
E: Ja maar ik twijfel over het resultaat, de vorige keer luisterde ze ook niet.
A: Je geeft haar gewoon geen kans! Je zit een beetje te klagen hier, lekker veilig maar je doet er niets aan. Je kunt niet eens bij Ajax voetballen. Je bent niet goed genoeg, niet professioneel genoeg. Misschien moet je naar Cambuur, Ajax zit er voor jou echt niet in! Stel dat je niets doet?
E: Dan verandert er niets.
M: Vind je dat oké?
E: Nee, dat is niet oké! Ik heb van alles geprobeerd.
M: De verbinding is verbroken en jij laat het gewoon gebeuren.
E: [realisatie] Ja…ik zou het wel graag anders willen.
A: Wel GVD! Je zit daar als een… Je komt over als een zeurpiet. [met zeurstem] Het gebeurt toch niet. Ik heb het al geprobeerd. [luid] En als je zegt ‘ik stop er energie in’ klopt dat volgens mij niet. En als je er al energie in stopt is het negatieve energie.

E: [gemotiveerd] Jullie hebben gelijk, het voelt niet goed, IK kan daar iets aan veranderen.
M: [tegengas, luid] Nou, dat vraag ik me af. Je zit hier zielig te zijn. Ik denk dat het niets wordt. Je hebt alles al geprobeerd, zei je net.
E: [heel duidelijk] Nee! Ik wil met haar in gesprek!
M: [versnelt tempo] Wanneer?
E: Over twee weken staat er een bila gepland
M: [snel] Hoe?
E: Met een duidelijke agenda
M: [snel] Wat staat er op die agenda?
E: Hoe ik me voel in relatie met haar!

M: Oké. We doen een rollenspel. Arno is jouw manager. Zeg maar tegen hem wat je wilt zeggen. [Arno schuift stoel tegenover Ellen]

E: [verbaasd] Ik merk, eh,  dat ik het heel moeilijk vind om met je in gesprek te gaan, vorige keer had ik een aantal punten, jij hebt gewoon jouw eigen agenda. Daar zijn we niet aan toe gekomen.

M: Wat heb je nu gezegd over jouw gevoel in relatie met haar?
E: [inzicht] Euh, niks eigenlijk!

M: Nog een keer!

E: [echt oprecht] Ik merk dat ik erg geïrriteerd raak in gesprek met je. Ik voel me niet gehoord. Het maakt me gewoon boos, onzeker en zorgt dat ik je uit de weg ga en dat wil ik niet. Ik wil juist met je samenwerken.
A: Oké, en wat zou jij daaraan willen doen?
E: [overtuigd] Duidelijk vertellen hoe ik me voel. Ik denk gewoon eerlijk zijn.
A: Ik dacht al dat er iets was. Fijn dat je eerlijk bent. Dan zal ik het ook zijn. Ik vond het lastig met je in gesprek te zijn, nu je dit zo uitspreekt maakt het een stuk makkelijker voor mij om met je te praten.

M: Hoe was dat?
E: [opgelucht, vrolijk] Heerlijk! Fijn om de irritaties uit te spreken.
M: Dit was geen managementtaal, niet om de hete brij heen, dit ging allemaal over jou.
E: [duidelijk, luide en vrolijke stem] Dit ga ik over twee weken doen! Ik heb er zelfs zin in!

Liesje houdt van SM

Lies komt de coachsalon binnen, we zijn bij een overheidsinstantie. Lies is rond de veertig en kijkt vrolijk de wereld in.

A: [enthousiast] Zo Lies, jij ziet er vrolijk uit. En ook lekker uitgerust volgens mij.
L: Ik ben sinds gisteren weer aan het werk, heb net een heerlijke vakantie gehad na een zware periode.
A: Dus je bent lekker uitgerust! Heerlijke vakantie achter de rug…wat is het probleem?
L: Ik ga vaak over grenzen.
A: Precies, dus je bent in het buitenland geweest!
L: [lacht] Oostenrijk inderdaad…maar ik bedoel mijn eigen grenzen.
A: Dus wat is het probleem?
L: Ik kan slecht grenzen aangeven, dat is een beetje het probleem.
A: Een beetje?
L: Nee, niet een beetje. Het is echt een groot probleem.
A: [vrolijk] Dat is geinig, het is groot. Waarom zeg je dan een beetje?
L: [sip] Omdat ik het lastig vind. Het woordje ‘nee’ is ingewikkeld.
M: Helemaal niet! In het Oostenrijks is het Nein; Frans, Non. Engels, No. Niets ingewikkelds aan!
A: Dus jij lost hier alles voor jouw collega’s op en vindt het fijn dat je overbelast raakt…hou je ook van SM?
L: [lacht] Nou zeg!
A: Het voelt wel zo toch? Je laat over grenzen gaan, voelt je gebonden, en voelt je machteloos. Klinkt als SM! Heb je dan ook zo’n rubberen kap?
L: [lacht hard] Ik voel me inderdaad echt gebonden.
M: Kun je het wel zeggen eigenlijk: ‘Nee!’?
L: Jawel, vandaag nog. Ik werd gevraagd om ergens te helpen, eerst zei ik ja en daarna nee.
M: Hoeveel ruimte heb jij nodig om in balans te blijven, want het duurt niet lang meer voordat je omvalt, toch?
L: [schrikt] Ja, ik moet duidelijk grens aangeven.
A: Dat zou ik niet doen, dan worden je collega’s vast boos.
L: Ik voel me verplicht onze klanten te helpen, ik voel me gedwongen..
A: [guitig] Ha, SM!
L: [geknepen stem] Het is niet goed…
M: Ik vind het wel mooi, je kunt natuurlijk de cliënten en collega’s niet laten zitten. Een beetje ambtenaar gaat over grenzen, dus je past hier goed…je bent echt een Vlijtig Liesje!


Lies lacht hard en wordt tegelijkertijd emotioneel.

A: [vrolijk] Eigenlijk ben je heel gemeen en ga je allemaal mensen met jouw problemen opzadelen, zo meteen val je om, kun je de cliënten niet meer helpen en ook jouw collega’s laat je in de kou staan. Ik zou maar vast die rubberen kap opdoen, weten ze in ieder geval niet wie die verschrikkelijk slechte collega is. De hoeveelste keer wordt dit eigenlijk dat je gaan uitvallen?
L: [kijkt schuldig] Het wordt de tweede keer
M: Mooi, met ervaring! Is het veel fijner…
L: [zacht] Ik voel dat ik richting een burn-out ga.
M: Fijn, dan kun je je voorbereiden en je collega’s ook.
L: Ik heb aangegeven dat ik het niet doe als het niet gaat…
A: Mmmm, klinkt overtuigend. Ja, wat vind je Martijn?
M: Zeker, Lies gaat echt voor zichzelf staan. Ik denk dat haar collega’s staan te trillen.
L: Mijn manager zei tegen me “als je bepaalde zaken niet kan opnemen, dan lijkt het me slim de bedrijfsarts in te schakelen”…dat wil ik niet!
M: Je hebt groot gelijk Lies. Jij, sterke Lies, hebt dat niet nodig. Je bent toch zeker geen watje?
L: [schuldig] oohhhh wat erg dit…Ik denk dat dat het is ja, dat ik niet kwetsbaar wil zijn.
A: En het is ook fijn voor jouw kinderen dat je zo weer in een burn-out komt. Kunnen ze lekker van je genieten thuis!
M: [luid] WANNEER GA JIJ JEZELF SERIEUS NEMEN LIES!
l: [verbaasd, geschrokken] Doe ik al…ik ga al naar een psycholoog…die vind dat ik stappen maak…
A: Ah, mooi, dan komt het allemaal goed.
L: Gisteren ging het direct al niet goed, de eerste dag na vakantie dacht ik direct HELP.
M: Je voelt dus dat je weer richting een burn-out gaat. Hoe lang geb je nog te gaan?
L: Ik vind het gewoon lastig om naar de bedrijfsarts te gaan…
M: Hoe lang nog Lies?
L: Tussen nu en een half jaar…
M: Dat is lekker, je hebt tenminste een deadline, kunnen jouw collega’s zich ook vast voorbereiden.
L: [handen voor gezicht] Dat zijn ze al aan het doen…
M: Kan je mooi volgens planning uitvallen!
L: Jeetje…als je dit zo zegt…dan is het echt niet goed….shit….
M: Ik vind het wel mooi dat je zo blijft glimlachen…
L: [verdrietig] Ik kan nu bijna huilen…[slikt]  Ik vind het heel lastig… [snikt] …Om het naar mijn collega’s uit te spreken, maar ik moet; het gaat niet meer…ik ben aan het overleven…ik ga met mijn collega’s in gesprek…en naar de bedrijfsarts. [huilt]

We laten haar even. Ze tekent het contract.

L: Pff mannen, heftig, ik zie er tegen op. Maar ben ergens ook heel erg opgelucht!

Sanne….BITCH. K*WIJF.

We zijn bij een grote verzekeraar, Sanne komt binnen, een degelijke dame van midden dertig jaar, ze is zakelijk gekleed.

A: Hoe zit je?
S: [strak] Gespannen
A: Mooi! Wat vind je spannend?
S: Ik heb het gevoel dat ik nu eens naar mijzelf moet kijken…
A: [vrolijk] Dat doe je nu….wat zie je dan?
S: Ik wordt er niet blij van
A: Wat maakt dat je niet blij wordt?
S: Nou…eh…..dat ik…eh….naar veel dingen niet zo goed durf te kijken.
A: Maar nu doe je dat wel….wat zie je nog meer?
S: [kijkt nadrukkelijk in de spiegel]….Dat mijn ogen niet staan zoals ze normaal staan….en dat ik een dikke kop heb.
M: [speelt opgelucht] Nou, het is dat jij het zegt Sanne….en gelukkig is het een dubbele spiegel….maar ik vind ook dat jij een enorm dikke kop hebt. Toch Arno?
A: Blij dat ze het zelf aansnijd….we zien veel mensen….maar dit?
S: [lacht] Ja…echt he?
A: [serieus] En wat zeggen jouw ogen?
S: Dat het een beetje stil is [begint te huilen]……
A: Een beetje stil is wel lekker toch?
S: [emotioneel] Nee….Gatver….ik had helemaal geen zin om te gaan janken….[tussen tranen door, hikkend, sniffend] Er zijn heel veel dingen…….heel, heel, heel veel dingen mis gegaan….en ik doe zo mijn best om het……niet te laten zien….op mijn werk….
A: Wat maakt het nu stil?
S: Ik weet het niet…
A: Ben je eenzaam?
S: [knijpstem] Ja…
A: Hoe is het om dat uit te spreken?
S: Best wel kut!
A: [vrolijk] Wat is het probleem eigenlijk…lijkt me heerlijk. Beetje stil…lekker alleen…is er een droom uit elkaar gespat…een relatie?
S: [kijkt verrast op] Ja…..daar begon het mee….
A: En waarmee is het geeindigd?
S: [heel verdrietig] Ik ben bijna al mijn vrienden kwijt
M: [opgewekt] Dat vind ik wel mooi, iemand met zo’n dikke kop, al haar vrienden kwijt…..dan moet je wel een ver-schrik-kelijk mens zijn! Heb je dat eigenlijk al gezegd tegen ze….dat je een verschrikkelijk wijf bent.
S: Nee.
M: [hoog tempo] Dat moet je nog doen.
S: Ja.
M: Al een plan voor?
S: Een beetje.
M: Wie als eerste?
S: Mijn broer.
M: Hoe heet hij?
S: Allard.
M: Ok, je gaat eerst naar Allard….wat ga je zeggen?
S: [breekt weer] dat het me ontzettend spijt…
M: Wat..
S: Dat ik zo over zijn grenzen ben gegaan…
M: Hoe dan?
S: Ik heb niet gerespecteerd wie hij is.
M: Hem pijn gedaan?
S: Ja.
M: [nog steeds hoog tempo] Heeft hij dat ook gezegd?
S: Ja.
A: Zijn jullie het daar over eens. Mooi.
M: Wat zal Allard zeggen.
S: [verdrietig] Dat het heel kut is……[duidelijker] en ook dat ik er was voor hem toen hij het moeilijk had…..en dat hij er nu ook voor mij zal zijn!
A: Hoe vind je dat?
S: Fijn…maar ik verdien het niet.
A: Nee dat klopt, jij hebt het ZEKER.NIET. VERDIEND! Wat een VERSCHRIKKELIJK.K*WIJF.BITCH ben jij…….toch?
S: [glimlach]Ja….dit was wel kut.
M: En je moet de rest van je leven boeten!
S: [lacht opgelucht]….dat ook weer niet.
A: Ok. Dit was Allard. Met hem ga je in gesprek! Wie is de volgende!
S: Tja….[stil]……
M:[opgewekt] Ik snap niet dat je zolang moet nadenken….je bent iedereen kwijt…dus keuze zat!
A: [hand op schouder] Wie mis je het meest?
S: [direct] Mijn vader!
A: Heb je hem ook pijn gedaan?
S: Nee, dat valt wel mee…..hij reageert er eigenlijk niet echt op.
M: Moet het met je vader ergens over gaan?
S: Nee…niet echt eigenlijk
M: Een typische man dus
S: [lacht opgelucht] Precies.
A: Wat maakt dat je het niet doet?
S: Ik denk dat hij het lastig vind…
A: Dat is een aanname…ga met hem wandelen en het nergens over hebben…de meeste mannen vinden dat wel fijn….
S: Ja. Dat deden we altijd….naar het bos…wandelen…
A: Mooi! Doen?
S: [vrolijk] Ja!
M: We krijgen best een plannetje toch? Hoe is dat?
S: [kijkt vrolijk] Fijn. Ik voel enorme opluchting.
A: We gaan nog één moeilijke pakken. Welke van jouw vrienden ……
S: [zakt weer helemaal terug] tja….
M: Je neemt wel alle schuld op je. Wat voor verschrikkelijks heb je gedaan? Heb je iemand vermoord?
S: [glimlach] Nee…
M: Heb je het gedaan met de man van jouw zus?
S: [grote lach] Nee! Ook niet.
M: Wat voor verschrikkelijks heb je dan gedaan? Brand gesticht? Doorgereden na een ongeluk? Zeg het!
S: Nee….allemaal niet…nou ja…ik heb mijn relatie enorm verkloot!
A: [handen op wangen] oooh….echt….wat….errug!! Hoor je dat Martijn! Pas op, ze is gevaarlijk. Ze heeft haar relatie verkloot!
M: En daarom zijn al jouw vrienden weg! Keurig.
S: Ze vinden dat ik de baas speelde…
M: Terecht! Jouw ex had wel een beetje duidelijkheid nodig toch?
S: Nee…absoluut niet
M: Maar hier zit wel een BAZIG.KUTWIJF toch?
S: [opstandig] Nee! Het is ook echt niet allemaal slecht geweest!
A: Huh? Zeg dat nog eens?
S: Nee…echt niet….ik kan wel scherp zijn….maar het was ook echt wel goed!
M: Wij werken ook in TBS kliniek, ik dacht eerst dat jij daar thuis hoorde….maar nu ik dit hoor….jij bent een watje.
S: [lacht, bevrijdend] Ach man….pfff….ik heb echt wel mensen pijn gedaan….maar zo erg was het ook niet!
A: Ok, we doen er nog ééntje. Een moeilijke. Wie wordt de laatste!
S: [valt weer beetje stil] Nou…eh…Evelien.
A: Mooi, wat wil je met haar doen?
S: Gewoon….weer in contact.
M: Tja…..gewoon…weer in contact…..dat lijkt me NIET te doen. Kansloos. Ik ken Evelien een beetje….die zit niet op jou te wachten.
A: Als je contact hebt…waarover wil je het hebben?
S: We gingen altijd samen naar concerten….[slikt geëmotioneerd} dat zou ik heel graag weer willen
A: Dat is top! Tijdens een concert kun je niet eens met elkaar praten. Dus dat lost zichzelf weer op!
S: Nee….
M: Waarom kan het niet?
S: Omdat het ongemakkelijk is.
M: Tja….de huidige situatie is gelukkig een stuk makkelijker….
A: Vind ik ook….tja….
S: [berust, glimlach] Ach…je hebt ook gelijk! Ik maak het groter dan het is. Ik ga haar bellen, zeggen dat ik het ingewikkeld vind, maar wel heel graag in contact wil, en weer samen naar een concert…
M: Ik zou dan een Metal Band doen…kun je lekker pogo-en….lekker al die agressie eruit…tegen haar aan beuken!

Sanne lacht bevrijdend.

A: Kijk nog één keer in de spiegel, hoe staan je ogen?
S: [licht] Veel beter….echt beter.

Elvira aast op de erfenis

Een charmante vrouw komt de coachsalon binnen. Elvira draagt een lange rok met mooie blouse. Een kleurrijke en stralende vrouw.

A: Als ik zo naar je kijk, kun jij bijna geen probleem hebben…
E: [luide lach] Niet op het werk nee…
A: Dus een privé probleem, leuk! We doen alles, werk, privé…we specialiseren ons in échte serieuze problemen…dus geen kleine dingetjes…
E: [verbaasd] Jullie brengen me in verwarring…er speelt iets heel groots…maar dat wilde ik niet bespreken. Ik heb iets anders in mijn hoofd
A: We doen alleen de grootste problemen vandaag…dus we doen die, toch Martijn?
M: Tuurlijk!
E: [vertwijfeld] Nee…dit kan ik echt niet maken…het is echt ingewikkeldte privé. Jullie halen me niet over…Nee, ik kan het niet maken. Het probleem dat ik eerst wilde inbrengen gaat over mijn volgende stap in carrière. Ik kan een baan aannemen, maar weet niet of ik het moet doen.
A: [vrolijk] Tuurlijk niet! Dat weet je zelf ook wel. Nu het echte probleem…kom op!
E: [luide lach] Nou vooruit! Die baan klopt trouwens wel
A: Zie je wel…kom op met het echte probleem!
M: Je hebt geluk Elvira, vandaag lossen we er twee op!

E: Oké dan [diepe zucht; verzamelt moed] In mijn familie is er een enorme toestand. Er is wat vastgoed in de familie. Maar mijn zus kleedt mijn vader financieel helemaal uit. Hij tekent alles. Ze is zijn vertrouweling, maar mijn andere broers zien het met lede ogen aan…
A: Dus jij maakt je zorgen over jouw erfenis!
E: [fel] Daar gaat het niet over!
A: Nou, een beetje wel toch?
E: [traan] Nee…ze maakt mij zwart bij hem. Ik heb alles gedaan, altijd. Toen mijn moeder overleed was ik degene die alles regelde en er voor mijn vader was. En hij is door haar gelieg nu mijlenver van me af komen te staan…en mijn andere broertje heeft ontdekt dat….….[Elvira loopt helemaal leeg…de familiegeschiedenis wordt in 2 minuten helemaal verklaard. Ze is heel boos en verdrietig]

M: Maar wat is nu eigenlijk het probleem? Ik hoor alleen maar feiten. Dat is niet leuk, maar jij kunt hier niets aan doen. Dus wat is het probleem?
E: [Is even in de war] Ik euh, ik ben bang dat ik contact met mijn vader verlies. Hij is op leeftijd, ik heb het al eerder gehad, ik ben de kritische dochter.
M: Dus gewoon stoppen met lastige vragen stellen toch?
E: [ferm, standvastig] Dan kan ik mezelf niet meer in de spiegel aankijken.
M: Dus dat is duidelijk geen optie…eigenlijk zeg je ik doe alles goed, alleen de uitkomst vind ik niet leuk. Dus wat wil jij veranderen?
E: Ik wil dat mijn vader inziet dat….
A: [onderbreekt]. Dat gaat hij niet doen, wat ga JIJ veranderen?

E: Misschien hebben jullie wel gelijk, ik doe de dingen, waar ik achter sta, alleen de uitkomst is inderdaad niet zoals ik wil…dit is een lesje in accepteren.
M: Opgelost dus?


E: [grote lach]  Als hij weet dat we het hier over hebben, wil hij me nooit meer zien.
A: We hebben een verrassing voor je: [luide stem] ‘meneer, vader van Elvira, kom er maar even bij!’
E: [lacht heel hard, handen voor mond] Dit is echt te gek voor woorden, het lucht wel op. En het voelt ook rot, dat ik zo zit te klikken, maar mijn zus heeft echt een wig gedreven. Ik voel me eenzaam en niet gesteund.
A: Zeg dat nog eens?
E:[emotioneel] Ik voel me eenzaam…en niet gesteund.
A: Dat is geen gevoel, maar een feit. Dus dat klopt. Je bent machteloos toch?
E: Enige maanden geleden heb ik een mooie brief opgesteld en voorgelezen aan mijn vader. Voor mij was dat een soort goede afsluiting. Alleen, ik kan mijn andere broertje en zus niet alleen laten…er komen nog meerdere gesprekken.
M: Nee, op die leeftijd hebben ze echt jouw hulp nodig! Jij bent de grote bruggenbouwer, moeder Theresa…dat vind ik ook zo mooi  aan jou.

A: Ik hoor je zeggen dat je alles hebt geprobeerd, dat je het niet meer zo wil doen, dat je het hebt laten vallen…
M: Lieve Elvira, je hebt alles gedaan. Je voelt je eenzaam en niet gesteund. En toch ga je nog steeds door, wat wil je nog bewijzen? Jouw spel is over. Ze hebben je door…de erfenis is verdeeld…
E: [kijkt voor zich uit] Ik heb wel eens gedacht…ja! [fel], dat ga ik doen.
A: Wat?
E: Ik ga een gesprek aan met mijn broertje en zus, ik ga ze vertellen hoe het voor mij is, hoe machteloos ik me voel en ook dat ik het ga laten gaan. Ik heb alles gedaan wat ik kon en, nog belangrijker, waar ik achter kan staan. En daar laat ik het bij. Het is goed zo.

E [kijkt heel erg vastberaden en ook opgelucht]. Pffff mannen, ik had niet gedacht dat ik dít zou bespreken, maar ik ben zoooo blij dat ik het met jullie heb gedeeld! Heel verhelderend.